j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
Dat is niet zonder reden. In en om het water bevinden zich allerlei enge dingen, telkens in tweevoud. Waaronder bijvoorbeeld twee erg vreemd uitziende vissen. De vissen denken dat het bootje bang is om te varen, omdat iedereen hem kan zien op het water. En dan zien ze ook dat hij anders is. Vreemd.
“Net als wij”, zeggen de vissen tegen elkaar. “Iedereen hem zal zien dobberen en hem uit zal lachen, omdat hij niet gewoon mooi is.” “Maar wat kan jou dat nou schelen!”, roept de ene vis naar het bootje. “Ja, je bent toch gewoon jezelf!”, roept de andere vis.
Deze vissen zijn dus geen gewone vissen, want ze kunnen praten. Deze vissen zijn half vis, half mens. Sterker nog, het zijn mensenkinderen met een viskostuum aan. Maar het zijn geen kostuums van vissen die het bootje kent. Dus geen lekkerbekje of een visstick. Nee, het zijn onbekende vissen die beroemd zouden willen zijn. Waarom? Omdat ze dan gekocht worden natuurlijk! Nu liggen ze daar maar in die winkel op het vasteland, bij Schmidt Zeevis. Te mokken.
En mokkende vissen, die vindt helemaal niemand lekker. Daarom had meneer Schmidt aan Villa Zebra gevraagd of hij geen kinderen wist die iets leuks met die vissen konden doen. Want als die kinderen thuiskomen met leuke verhalen over onbekende vissen, dan gaan ze vast wel een keer met hun ouders naar die vissen kijken in de vitrine van Schmidt. En dan, heel misschien, wordt er wel eentje verkocht.
“Ja, heel leuk”, zei Villa Zebra. “Iets met vissen dat past precies bij mijn tentoonstelling over het bange bootje. Maar waar haal ik nou leuke kinderen vandaan?” Wanhopig liep hij rond in zijn kantoor. Al zijn adresboeken keek hij na. Kinderen kende hij genoeg, maar leuke, daar waren er maar weinig van. Ten einde raad wou hij net meneer Schmidt bellen om te zeggen dat hij maar iets anders moest verzinnen, toen hij aan de andere kant van het water, op het Noordereiland, groep 7&8 van de Heemskerkschool met hun meester over straat zag lopen.
Hij gooide de hoorn neer, liep naar het raam, deed het open en riep: “Meester Nico, meester Nico, komt u eens gauw bij me langs, ik heb heel goed nieuws voor u en uw klas!” De meester riep terug dat hij daar heel blij mee was, maar dat Villa Zebra maar even moest wachten tot school uit was. “Ik kom om 15.00 uur wel even bij u langs”.
Om 15.00 uur stipt klopte meester Nico op de deur van het kantoor van Villa Zebra. “Een kopje koffie, beste?”, vroeg Villa Zebra, helemaal in zijn nopjes met deze briljante samenloop van omstandigheden. “Ja lekker, met melk en suiker alsjeblieft”, zei meester Nico, die plaatsnam achter het enorme bureau van Villa Zebra. Villa Zebra zette het kopje voor meester Nico zijn neus en ging vervolgens met een triomfantelijke blik tegenover hem zitten.
“Nou, kom maar op dan,” zei meester Nico. Villa Zebra vertelde hem over het Bange Bootje en het voorstel van Schmidt Zeevis. “Dus het komt er op neer dat uw kinderen straks die onbekende vissen beroémd gaan maken”, zei Villa Zebra en hij sprong uit zijn stoel van enthousiasme. “We slaan alle vliegen in één klap!” “Geweldig”, zei meester Nico, “maar hoe dan eigenlijk?” Villa Zebra zonk terug in zijn stoel. Daar had hij nog niet over nagedacht. “Nou eh,.. met iets leuks,…gewoon..”, stamelde hij.
Weer was hij ten einde raad. Hij kon echt niets verzinnen. Wat is nou leuk? Hij wilde net tegen meester Nico zeggen dat hij het hele verhaal maar moest vergeten, toen hij zag dat er iets uit zijn zak op de grond was gevallen. Het was een foto van twee meisjes en een man met een naaimachine. Hij kende ze wel. Hij had deze dames ontmoet op een feestje bij Koorts. Daar deelden ze zelfgemaakte bloemetjes uit. Dat deden ze wel vaker, dingen zelf maken en dat deden ze best wel goed, vond Villa Zebra. Daarom had hij het kaartje ook zorgvuldig bewaard. Wat hij vooral erg mooi vond was dat kostuum dat ze eens hadden gemaakt voor Schmidt Zeevis, een haaienpak. Spectaculair was dat…
Villa Zebra schrok van zichzelf en greep zich vast aan zijn bureau. Hij keek meester Nico aan en schreeuwde: “Pakken, het worden vissenpakken!” “Wat bedoel je, man, mijn kinderen soms!?” schreeuwde meester Nico terug. “Neehéé, begrijp me nou, potvolblommen“, gilde Villa Zebra, “jouw kinderen, beste Nico, die gaan vissenpakken máken!” “Oké, oké, rustig, rustig!”, zei meester Nico. ”Ik vind het prima. Leuk. Maar daar hebben ze wel hulp bij nodig. Dat kunnen ze niet alleen. En aan mij heb je niks. Ik kan nog net een schaar vast houden.”
Villa Zebra zat intussen te glunderen van trots en complimenteerde zichzelf in gedachten met deze ingeving: “Hoe kom je erop, Zebra, heerlijk beest! Briljant, al zeg ik het zelf. Tsjonge jonge jonge jonge, ‘t is toch ongelooflijk, niet te geloven...” “Ahummhumhum”, kuchte meester Nico, om de gedachten van Villa Zebra te onderbreken. “Ik neem aan dat je dat wel kunt regelen die hulp? Dan wil ik nu gaan. Ik moet nog bergen huiswerk nakijken.” Meester Nico stond op. Villa Zebra liep snel om het bureau heen en klopte meester Nico kameraadschappelijk op de schouder. “Natuurlijk, Nico. Meester Nico, beste kerel’, zei Villa Zebra, “bedankt. En maak je vooral geen zorgen, ik weet precies wie ik daarvoor moet hebben”.
Fan-tas-tisch verhaal? Mooi niet! Beleef het mee:
Salon Nutopia…
geeft een Workshop.
muis | 12 februari 2006hoe laat opent die tentoonstelling dan, briljant verhaal trouwens. |
Rini | 12 februari 2006www.antennerotterdam.nl/read/item/id/31197/bang-bootje-in-villa-zebraAlle info bovenstaande link ! |