Eind april ontstond beroering nadat de Rotterdamse Raad voor Kunst & Cultuur (RRKC) in zijn Cultuurplanadvies 2009-2012 ingrepen voorstelde, die tot dan toe voor onmogelijk werden gehouden. Het adviescollege hield zich aan zijn bezuinigingsopdracht van 5 miljoen euro per jaar en presenteerde bezuinigingsvoorstellen als sluiting van de populaire Kunsthal en stopzetting van subsidies aan grote Rotterdamse evenementen als het Gergievfestival en de openluchtfestivals Dunya, Zomercarnaval en Metropolis.

De shocktherapie heeft gewerkt, constateerde directeur Dirk Monsma van de grootste subsidieontvanger, de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR), gisteren opgelucht: ‘Het is feest bij de SKVR. Ik ben hartstikke blij.’

Hij complimenteerde nadrukkelijk de Rotterdamse Raad voor Kunst & Cultuur, die eerder dit jaar aandrong op verhoging van het cultuurbudget van 75 miljoen euro met 10 tot 20 procent. Met zijn rigoureuze bezuinigingsadvies nam de raad een groot risico op zelfbeschadiging.

Wim Pijbes, de vertrekkend directeur van de Kunsthal, noemt dat ‘de wijsheid van de achteruitkijkspiegel’: ‘De Rotterdamse Raad voor Kunst & Cultuur heeft het niet goed gespeeld.’

Wel vindt Pijbes, aanstaand directeur van het Rijksmuseum, met Monsma dat het stadsbestuur uit de reacties op het advies van de RRKC goed heeft opgepikt dat de culturele ambitie van Rotterdam niet kan worden waargemaakt met het aanvankelijke budget.

Monsma vertrouwt er intussen op dat de talentontwikkeling binnen de SKVR, een onderdeel dat in het RRKC-advies was wegbezuinigd, nu weer in veilige haven is.

Cultuurwethouder Orhan Kaya (GroenLinks) is nog niet toe aan die laatste conclusie: ‘Ik heb eerder aangegeven dat we de Kunsthal en de festivals overeind houden, maar ik ga geen uitspraken doen over andere instellingen. De discussie over de verdeling van de gelden begint nu pas.’

Kaya’s ambtenaren werken uit hoe het met bijna 14 procent opgehoogde cultuurbudget de komende vier jaar moet worden verdeeld. De Rotterdamse gemeenteraad besluit hierover in het najaar.

De extra injectie van vier keer 10 miljoen euro is volgens Kaya een ongekend bewijs van Rotterdams culturele ambitie. ‘Ik ben hier trots op. Dit is het hoogste niveau ooit voor kunst en cultuur. Hiermee zijn we koploper.’

Het is volgens hem nu zaak dat het kabinet bijspringt waar het de kunstinstellingen betreft ‘die in de landelijke infrastructuur zitten’: ‘Als het Rijk in gebreke blijft, gaan wij dat natuurlijk niet compenseren met gemeentegeld.’

Overigens vindt een belangrijk deel van kunstminnend Rotterdam dat jaarlijks nog eens 6 miljoen euro extra nodig is om de culturele ambitie van de stad daadwerkelijk vorm te kunnen geven.