De kosten zijn opgelopen tot bijna 200 miljoen euro. Voor het eind van het jaar moet de corporatie minstens 80 procent van het schip hebben verkocht.

Dat heeft minister Ella Vogelaar (Wijken) gisteren laten weten aan de Tweede Kamer. Woonbron kwam helemaal alleen te staan voor de verbouwing van het schip nadat een andere investeerder was afgehaakt. De voormalige oceaanstomer moet een congres- en hotelschip worden en ligt sinds begin augustus weer in Rotterdam.

Door de oplopende kosten kwam Woonbron zo krap bij kas te zitten dat ze geld moest gaan lenen. Bovendien bleken de investeringen in geen verhouding meer te staan tot de kerntaken van de corporatie. Daarom mag Woonbron na verkoop nog hoogstens 20 procent van de Rotterdam in bezit hebben.

Vogelaar stelt vast dat de corporatie heeft verzuimd formeel instemming met het project te vragen bij het ministerie van VROM. Ook is nooit aangegeven of de omvang van de investering wel strookte met de eigenlijke taken van de corporatie. Daarom zal Vogelaar deze procedures aanscherpen.

Het management van Woonbron bij dit project was niet in orde, vindt de minister, waardoor ook het toezicht door de raad van commissarissen erbij in schoot. Vanaf het moment dat het echt mis dreigde te gaan bij Woonbron hebben alle betrokken instanties wel goed ingegrepen, oordeelt Vogelaar, inclusief haar eigen ministerie.