Het culturele online mzine van Rotterdam
antenne rotterdam

Antenne Rotterdam

jfmamjjasond
1610141923273236414549
2711152024283337424650
3812162125293438434751
4913172226303539444852
5183140

Magazine

week 16 | dinsdag 16 april 2024 14:25 uur | 0 bezoekers

Naamval

Hilfe?’

‘Bitte, die tent ist from mein Frau d’r schwester, und ich begrijpf er geen fuck von!’ antwoord ik – ietwat geagiteerd – in m’n beste Duits.

De behulpzame buurman op de camping in Renesse knikt gemoedelijk naar mijn dochter en ritst resoluut de - op ninjastokjes lijkende - tentstengels uit mijn handen.Hij heeft al een stief kwartiertje voor zijn caravan naar onze ‘happy family’ zitten kijken, terwijl hij 'zogenaamd' zijn Bild zat te lezen.

De familie Ursinus die rek en strek oefeningen staat te doen met allerlei campinggadgets, behorende bij een nieuwerwetse koepeltent: ‘zet je in een paar minuutjes op, is echt te makkelijk, zelfs voor jullie niet kampeerders,’ zo was ons verzekerd.

Wanneer onze Oosterbuur gründlich de stokken evenwijdig van elkaar op de grasmat plaatst, stopt Zarah abrupt met het reciterende: ‘niet ruzie maken onder het fechten pap!’

Ze heeft al een paar maanden van talloze vrienden en familieleden gehoord dat papa en mama, de laatste keer dat ze gezamenlijk een tent opzette, een paar dagen ruzie hadden gemaakt (Barcelona 1997).  Ze wil, koste wat het kost, deze campingdag gezellig afsluiten. Dat we daarbij de hulp krijgen van een Duitse buurman, dat zegt d’r niks; is mooi meegenomen, ze is nu eenmaal van – na – 1974.

Zo-even toen we de camping op kwamen rijden had ik het nog over: ‘al die moffen die op de camping staan.’    ‘Kijk nou het is gewoon echt waar, het staat helemaal vol, kijk nou!´ was mijn verdere betoog.            ´Dick! kleintjes hebben ook oren!´ was het antwoord waarmee ma op dat moment de zaak probeerde te redden.

Onze buurman (met een stuk tentzeil in zijn handen) kijkt mij ondertussen vragend aan, ik word gered door de mobiele telefoon; het is mijn zwager, de eigenaar van de tent die zich verontschuldigt omdat hij zo-even niet opnam: ‘ik was even buiten, de fietsen op slot aan het zetten’ zo is zijn betoog.  ‘En zijn jullie nog bij elkaar?’ vraagt hij er gelijk achteraan.     ‘Ja dat wel, ik sta hier nou met een Oosterbuur die het volgens mij wel door heeft. Ik vroeg me net af hoe dat zat met die stokken?’ ‘Die moeten onder in die oogjes en daarmee zet je het gelijk strak, vast op de grond!’ antwoordt hij.     ‘Okay da’s duidelijk,’ lieg ik en scheep hem af met een: ‘ik ga effe m’n Duits ophalen, groeten aan Jacq.’
 

Terwijl ik sta te telefoneren is mevrouw Beckenbauer er ook gezellig bij gekomen, ze geeft m’n dochter een handje en vraagt aan mij: ‘Baut Ihr zum ersten Mal ein Zelt auf?’         ‘Nein der zweite, aber die forige war van for die oorlog denke ich!’ antwoord ik.     Ze kijkt bezwaard en vraagt aan Zarah: ‘Und du? Hilfst Du Deinem Vater?’

Mijn dochter kijkt alsof ze maaswater ziet branden en zegt onversaagd: ‘Sooh wat praat jij raar zeg!’         ‘Was sagt sie?’ vraagt de vrouw gelijk aan mij.                   ´Of Sie verstand haben von sagen,’ ik maak een zaaggebaar, ‘She wants to make een haardvuur heute abend’ lieg ik.                                                               Mevrouw Beckenbauer knikt alsof ze mijn fushiontaaltje begrijpt en vraagt aan haar man: ‘Wo fangen wir an?’           ‘Ich weiss nicht! Ich denke, dass die Latten gebogen werden mussen; aber das geht nicht weil wir zu wenig Menschen haben,’ antwoordt d’r eega.

Over mijn schouder ziet hij opeens een landgenoot: ‘He Klaus! Du weisst doch soviel über Zelte. Kannst Du uns mal eben helfen? Die Hollander hier haben so etwas noch nie gemacht.’
Meneer Beckenbauer probeert heel even mijn fushiontaaltje over te nemen en gaat dan in plat onverstaanbaar Duits een discussie aan met Claus-partyhaus, van wie ik intussen nog een gemeende knipoog krijg.        De twee landgenoten praten nog even verder in hun eigen dialect. Op het moment dat ik in gedachte het rijtje: durch, für, ohne um.. op begin te rakelen (vanaf de harde schijf) en Zarah een schwalbe maakt over een molshoop, is Claus daraus: ‘Ihr musst diese Ecke anhalten,’ zegt hij tegen mij en mijn vrouw, terwijl hij – voor de zekerheid – met z’n armen een hoek maakt.     ‘Und dann laufen wir zusammen in diese Richtung!’ (hij heeft het nu tegen zijn mannschaft die het bevel onmiddellijk – overdreven symmetrisch uit voeren).

Adele en ik staan ieder op een hoek, lullig met de tentstokken half gebogen in de aanslag wanneer de Duitse mannschaft gezamenlijk – als een al jaren samenwerkende geoliede groep wolven - in anderhalve minuut, de tent opzetten.

‘DANKE!’ is het enige wat we in stereo uit kunnen brengen; meneer en mevrouw Beckenbauer steken nog even de laatste haringen in de grond, terwijl Claus in onvervalst Engels zegt: ‘you must not tighten this line to much, because then it gets to oval!You understand?’       Ik knik en zie Zarah tussen al de tentlijnen door lopen, ze struikelt over één van de haringen, blijft schwalbe fähig op haar knieën zitten en kijkt sprakeloos naar de tent, alsof er een wirtschaftswunder is gebeurd. 

‘May I gratulate you?’ vraag ik aan Claus: ‘You are the first person that can make my daugther shut her mouth for at least 2 seconds!´ 

Zarah loopt sprakeloos de tent in en steekt alleen haar hoofd terug door de ritssluiting, ze heeft een ‘Ich bin ein Berliner-glinstering’ in d’r ogen, ze kijkt even omhoog alsof de hemel is open gegaan en zegt: ‘hé pap, die moffen praten wel een beetje raar maar ze zijn best lief toch?’  

 
Array
(
)

*

laat dit veld leeg

Tweets about "#rotterdam"