Het culturele online mzine van Rotterdam
antenne rotterdam

Antenne Rotterdam

jfmamjjasond
1610141923273236414549
2711152024283337424650
3812162125293438434751
4913172226303539444852
5183140

Magazine

week 13 | vrijdag 29 maart 2024 08:16 uur | 1 bezoekers

Rinkelende eierstokken

Bingo! Deze maand is het al drie keer gevraagd en de maand is nog niet voorbij. Gezien mijn leeftijd zou ik er volgens sommigen last van moeten hebben. ...

Bingo! Deze maand is het al drie keer gevraagd en de maand is nog niet voorbij. Gezien mijn leeftijd zou ik er volgens sommigen last van moeten hebben. Toen ik voor het eerst met de vraag geconfronteerd werd, stond ik perplex en zocht seconden naar een sociaal gewenst antwoord. Nu doe ik dat niet meer. Nu laat ik de vraagsteller even stilvallen door direct te antwoorden met: ‘Nee, ik heb geen last van rinkelende eierstokken.’

Ik vind het nogal wat om te vragen: ‘Waarom heb je geen kinderen?’ En het erge is, het zijn meestal vreemden die dit doen. Als de situatie het zou toelaten zou ik me resoluut omdraaien en weggaan. Helaas gaat dit niet altijd, en moet je even buigen terwijl je als een paria wordt aangekeken.
Het schijnt namelijk vreemd te zijn dat je als vrouwelijke dertiger geen prangende kinderwens hebt. Ik heb niet in de rij gestaan voor dat gen en raak niet in vervoering bij de aanblik van ieder kind. De kans is groter dat ik denk: als de alarminstallatie nu maar niet afgaat.
Ik weet niet eens of ik kinderen wil. Geestelijk ben ik er nu niet aan toe, ik wil nog zoveel doen, en ik voel me al schuldig als ik mijn valse geadopteerde dwergpapegaai een dagje alleen laat. Om het maar niet over de fysieke verschijnselen te hebben: een landkaart op mijn lijf zie ik niet zitten evenals de kans op een totaalruptuur – het versmelten van de anus en vagina tijdens het persen. Kortom: bij het denken aan een bevalling krijg ik meteen acute bekkeninstabiliteit, en waggel voor de rest van de dag.

Het zou het allemaal makkelijker maken als ik nog vijftien jaar de tijd had om erover na te denken – én de kans te krijgen - dan zou ik zwanger worden in het veertiende jaar. Maar er zijn vrouwen, en mannen, die onvruchtbaar zijn, of trage eitjes of spermazaadjes hebben: de eindstreep van de marathon valt mogelijkerwijs te behalen door kunstmatige ingrepen. Hun droom is in duigen gevallen, of hun hele bestaan – met allerlei noodzakelijke routines – draait erom om die droom alsnog te vervullen. En dan komt er iemand die dé vraag stelt die de wannabe ouder het allerliefst wil vermijden. Er is geen ontkomen aan en keihard landt de vraag in hun gezicht. Je kunt je misschien wel voorstellen hoe diegene zich de rest van de dag, of de rest van de maand, voelt.

Afgelopen weekend hoorde ik een geluid in mijn lijf. Het was geen knorrende maag, geen onderdrukte boer, maar een klingeltje. Heel zachtjes was het slechts één maal te horen, een geluid dat me deed denken aan een klank uit een windmobiel. Het ontstond door een vrouw, die in de trein tegenover me zat, met een baby in haar armen. Liefdevol keek ze naar het kind. Echt een droomkind: mooi, lief en stil. Als ik een kind wilde, dan moest het zo een zijn, daar tekende ik voor. Ik glimlachte naar haar, zij beantwoordde mijn glimlach met een knikje.
Ineens opende zij haar blouse, en haar borst schoot omhoog, alsof een raket werd afgevuurd. Ik schrok, mijn glimlach was geen startschot geweest om dit tafereel op te kunnen voeren. Borstvoeding prima, maar ik zat hier niet op te wachten, lichtelijk wond ik me hierover op. Totdat ik zag dat zich op haar gezicht een pijnlijke grimas aftekende. Ik kreeg medelijden met haar, misschien had ze wel last van tepelkloven of stuwing? Mijn oma had me ooit verteld dat witte kool hielp om stuwing tegen te gaan. In mijn boodschappentas zat een pak diepvries spinazie à la crème, maar dat zou vast niet helpen om haar te verlossen uit haar lijden. Meerdere malen verplaatste ze zich en spreidde haar benen steeds verder uit elkaar, haar gebloemde rok werd een tent. Waarschijnlijk was haar geboortekanaal herstellende van de hechtingen. Het baby’tje liet haar tepel los, en begon te huilen, een knalrode en geschaafde tepel was te zien. Ik wendde mijn hoofd af en dacht: adoptie is ook een optie.
Thuisgekomen knuffelde ik Sammie, mijn valse geadopteerde dwergpapegaai, die me in mijn neus beet. Represaille volgde, ze kreeg een ferme tik. Een vogeltje keek me boos aan, en ik dacht: voor het moederschap ben ik nog lang niet klaar. Hell no!

C Julie van Mol 2007

 

 

 

 
Array
(
)

*

laat dit veld leeg

Tweets about "#rotterdam"