Het culturele online mzine van Rotterdam
antenne rotterdam

Antenne Rotterdam

jfmamjjasond
1610141923273236414549
2711152024283337424650
3812162125293438434751
4913172226303539444852
5183140

Magazine

week 16 | vrijdag 19 april 2024 11:12 uur | 3 bezoekers

Ik hou ontzettend veel van haar

Misschien was mijn obsessie nooit zo toegenomen als de ruzies waren afgenomen. Maar het leek erop dat de situatie uit de hand begon te lopen...

Vanachter de bijna gesloten lamellen gluurde ik naar ze. Klasse droop van hen af door hun perfecte gezichten en strak aansluitende kleding, dure merkkleding uit boetieks. Mijn nieuwe buren pasten helemaal in het hokje ‘yuppen’,  hetzij door oud geld, hetzij door nieuw geld. Hun gezichten straalden kracht en energie uit, 180 graden het tegenovergestelde van de vorige bewoners. Zij waren een toonbeeld van een gestorven huwelijk, levend waren zij erin begraven. ‘Tot de dood ons scheidt’. Als ik ze al zag voelde ik de energie uit me verdwijnen, om het maar niet te hebben over de opgevangen slaapverwekkende gesprekken, die meer van praktische orde dan van gedeelde passie of vriendschap waren. De nieuwe buren waren een welkome verandering voor de straat, met hen zou een gemeenschappelijke barbecue nog gezelliger worden, samen een kopje koffie drinken zou een happening zijn. Ik kon me niet voorstellen dat ik gehaast door zou lopen ,of zou wegduiken achter een winkelstellage als ik ze in de supermarkt tegenkwam.

Verheugd over de nieuwelingen installeerde ik me achter mijn laptop om me op mijn scriptie te storten. Te lang worstelde ik ermee wat ook logisch was gezien de hectische periode die ik achter de rug had, een achtbaanrit die niet leek te stoppen. Het beëindigen van mijn relatie, voor het eerst een huis kopen waardoor ik de daadwerkelijke betekenis van een hypotheek had geleerd, en de verkregen promotie van assistent projectleider naar projectleider. De minimale vrije tijd die ik tussendoor overhield, besteedde ik aan mijn scriptie. Slechts zinnen werden gerenoveerd, de nieuwbouw van hoofdstukken werd uitgesteld. Want wat er ook zou gebeuren vóór het einde van het nieuwe collegejaar was mijn scriptie af. Mijn financiën lieten geen verlenging toe en mijn zelfgekozen onderwerp kwam me onderhand de neusgaten uit. Tijd was geen excuus meer doordat ik vrije tijd had gemaximaliseerd door een maand vakantie te nemen. Nu was het moment daar om mijn doorzettingsvermogen te optimaliseren, tussentijds zou ik alles consumeren wat ik lekker vond. Mijn sterk vermagerde lijf kon dat hebben, de sporen van de turbulente periode waren nog te zichtbaar.

Ondanks de verhuisgeluiden en de aantrekkingskracht van de zon, die mij naar buiten probeerde te lokken met haar stralen, werkte ik vlijtig en geconcentreerd door. Mijn focus was hervonden, het hoofdstuk ‘Theoretische reflexie’ had ik sneller af dan verwacht. Als ik dit tempo aanhield dan rondde ik mijn scriptie af binnen drie weken. Resterende vakantiedagen zou ik vullen met vrienden, vrienden die me dag en nacht ondersteund hadden – ondanks hun eigen sores – mijn huis zou ik opruimen en als er tijd overbleef dan zou de woonkamer een verfbeurt krijgen.  Mijn bureaustoel verruilde ik voor de tuinstoel waarin ik mezelf nestelde om te kijken naar het dalend zonnetje en me te laten aanraken door het warme zachte briesje. De zon hypnotiseerde mij, mijn ogen werden zwaar en overtuigden mijn verstand ervan dat een dutje goed was om mijn prestaties te verhogen, diezelfde avond, anders de volgende ochtend. Ik sloot mijn ogen.

Een dichtgegooide deur maakte me wakker, de woorden:  ‘Dankzij mij kun jij dit leventje leiden, zonder mij had je nog steeds in die vervallen eengezinswoning gewoond, ondankbaar kreng.’ bezorgden mij rillingen over mijn hele lijf.  Kwam dit uit de mond van mijn vriendelijk uitziende buurman? Een buitendeur werd gesloten en vergrendeld, het was hiernaast. Ik ging naar binnen, het was te koud om nog buiten te blijven, het prettige briesje was veranderd in een koud windje. Vast en zeker was zijn reactie de ontlading van  verhuisstress. Wetenschappelijk was toch immers aangetoond dat verhuizingen zorgden voor onmin en onvrede tussen geliefden, zelfs huisdieren hadden er last van.  Zo dadelijk zou de strijd ontaarden in een hartstochtelijke vrijpartij, de eerste wip op de Beatrixlaan 84.              

Maar dat gebeurde niet. Wat wel gebeurde was dat het getier door de buurman werd voortgezet.  Ineengedoken op de bank luisterde ik er naar, deze man boezemde mij angst in zonder zijn woorden te verstaan. Tenzij ik mijn oor te luisteren legde tegen de muur,  met een glas er tegenaan kon je toch alles horen? In mijn kindertijd had ik dat wel eens gedaan, maar ik kon me niet herinneren of het enig effect had. Ik ging een experiment inzetten en liep naar de keuken om een glas te pakken, maar bedacht me en zette de tv aan. Ik hoorde niet te luistervinken, het was hun privacy. 

Het werd stil, een  auto werd gestart. Ik spiedde naar buiten, het was de buurman die wegging. ‘Bitter Sweet  Symphony’ van the Verve had mijn buurvrouw opgezet. Niet een maal, maar meerdere keren. Het zou haar troost bieden, ik troostte me met de gedachte dat de verhuizing de schuldige was.

In de dagen die volgden boekte ik grote vooruitgang met mijn scriptie. Overdag werkte ik van acht uur in de morgen tot circa zes uur ‘s avonds verbeten door, daarna vertoonde mijn concentratiecurve een negatieve trend, rond die tijd kwam de buurman thuis en dan begon het hoorspel. Soms hoorde ik scherven, soms viel iets zwaars om, maar altijd was zijn zware, agressieve en angstaanjagende stem te horen. Zij zweeg of haar stem was nauwelijks waarneembaar. Ze had een warme stem. Lieflijk had ik haar horen zingen toen ze aan het tuinieren was, zachtjes zong ze ‘Hedonism’, de rauwheid van het nummer werd omgezet in een harmonieuze melodie, die van een slaapliedje, kalmerend, berustend. Verscholen in mijn eigen tuin had ik roerloos naar haar zitten kijken. Snikheet was het, met bedekte armen en benen wiedde zij gracieus het onkruid, geen druppel zweet was er te zien, terwijl bij mij de zweetplekken zichtbaar waren op mijn t-shirt en short. Waarom was haar lijf bedekt? Verborg ze blauwe plekken? Hoe kon ze zo met zich laten omgaan? Met haar uiterlijk kon ze menig man krijgen of had ze een tekort aan hersencellen waardoor een man al snel zijn interesse verloor zodra ze haar welgevormde mond opendeed? Langzamerhand werd ik geobsedeerd door haar en haar relatie met die hork.

Misschien was mijn obsessie nooit zo toegenomen als de ruzies waren afgenomen. Maar het leek erop dat de situatie uit de hand begon te lopen. Ruzies vonden ook nu plaats in de slaapkamer. Tijdens een broeierige nacht hoorde ik mijn buurman schreeuwen: ‘Je doet het nu!’ ‘Nee,’riep ze. Het deed me goed dat ze hem tegengas gaf, hem niet tegemoet kwam aan zijn wens. Niet veel later hoorde ik een krakend bed, een woest ritme, en haar herhaaldelijk ‘nee’ zeggen. Ik kon het niet meer aanhoren, nam mijn dekbed mee naar beneden, de bank werd mijn bed. Vanaf die nacht bleef de bank ook mijn bed. Langzamerhand begon ik me rond zes uur ‘s avonds te gedragen als een indringer in mijn eigen huis, niets maar dan ook niets mocht hij merken van mijn aanwezigheid zodat hij vooral zichzelf bleef en ik nog meer bewijsmateriaal kreeg waaruit bleek dat ik haar moest helpen. Op een gegeven moment walgde ik van mezelf. Wat ik deed was niet goed, ik ontvluchtte de situatie, ik moest iets doen.

Een start zou ik maken met de eeuwenoude truc: het vragen om een kopje suiker. Het enige waar het om ging was timing, het juiste moment moest ik afwachten, zoals een kat  naar een vogeltje loert om vervolgens toe te slaan. Zijn aanwezigheid zou een kennismaking verstoren, ik moest haar alleen treffen. Ik koos er dan ook voor om op een  woensdagavond bij haar aan te bellen, rond half negen uur ging hij altijd weg om weer rond een uur of elf thuis te komen. 

Verstijfd tuurde ik die woensdagavond naar de klok. Exact om half negen hoorde ik zijn voetstappen en een rinkelende sleutelbos. Hij verdween, het moment was daar.

Zenuwachtig stond ik voor hun deur. Ik belde aan. De deur ging open en haar engelachtig gezicht nam me op. ‘Dag,’ zei ik ‘ik ben Saskia, jullie buurvrouw, nogal logisch omdat jullie een hoekhuis hebben .’ Reinste onzin wat er uit mijn mond was gekomen, lekkere indruk had ik gemaakt.  ‘O, hallo, ik ben Inez’ een glimlach verscheen . Onze handen raakte elkaar aan, zacht maakten ze kennis met elkaar. ‘Kom binnen,’ zei ze vriendelijk. Ze overviel me, dit had ik niet verwacht, ik dacht dat ik niet verder zou komen dan de deurpost en nu nodigde ze me in het oorlogsgebied uit.

 

Ze verontschuldigde zich dat ze het koud had en zei dat ik maar op de bank moest zitten terwijl ze even een vestje ging halen. Haar nakijkend, zag ik blauwe plekken tussen haar schouders. Het huis zag er smetteloos uit, alsof alle sporen waren uitgewist. Veel fotolijstjes met voornamelijk foto’s van hen beiden.  Al snel hadden we gesprekken over van alles en nog wat, het kopje suiker haalde ik niet aan. Veel overeenkomsten waren er, ook zij was bezig met haar scriptie, ze had net zoals ik twee zusjes en pafte ook de ene sigaret naar de andere weg. Het grote verschil tussen ons was dat zij zich liet slaan, en ik bij mijn ex was weggegaan nadat hij mij een eerste en tevens zijn laatste klap had gegeven. Iets wat ik uiteraard niet zei. Het voelde goed, we leken twee vriendinnen die elkaar al jaren kenden. De sfeer veranderde toen hun voordeur openging en hij zijn entree maakte.  Een snelle blik op mijn horloge liet me weten dat het even voor tienen was. De verbazing was op Arend zijn gezicht te lezen toen hij mij zag zitten, maar hij herstelde zich snel. Hij was uitermate charmant, wat hem natuurlijk veel provisie opleverde als accountmanager. Als ik niet beter zou weten had hij me ingepakt en zijn woorden over Inez maakten me kotsmisselijk. ‘Inez is geweldig, ik hou ontzettend veel van haar. Het beste wat me ooit is overkomen, ‘ Zij keek naar hem, ondanks dat Inez vriendelijk lachte, keken haar ogen minachtend de wereld in. Haar lichaam was van hem afgekeerd terwijl het zijne tegen haar was aangedrukt in de loveseat. Ik wendde een geeuw voor en zei dat ik moe was. Inez begeleidde me naar de voordeur, godzijdank bleef Arend in de woonkamer. Zachtjes vroeg ik aan haar of ze de volgende dag tegen drie uur op de koffie kwam, een pauze konden we immers wel gebruiken om daarna weer hard te werken aan onze scriptie.  Een twinkeling verscheen in haar ogen, ze zei dat ze zou komen.

Die nacht hoorde ik weer hoeveel hij van haar hield. Ik vroeg me af hoe vaak ze al voor hem gebogen had, en hoe vaak ze het nog zou doen in de toekomst.  Als het me lukte om een vertrouwensband met haar op te bouwen, zouden mijn woorden haar dan zodanig raken dat ze bij hem wegging?  Of zou dit alleen gebeuren als hij haar zo hard raakte dat een ziekenhuisopname door schadelijk letsel een gevolg was? Of moest ik anoniem de politie bellen bij de zoveelste ruzie? Hoe groot was de kans dat als er een interventieteam voor hun deur stond, zij het voor hem zou opnemen?  Zoals zij waren er velen, zowel mannen als vrouwen, het aantal Blijf van mijn Lijf-huizen was de afgelopen jaren toegenomen, moedige mensen die een hondenleven niet langer pikten en de stap hadden gemaakt naar een menswaardig bestaan.

De volgende dag ging om drie uur de deurbel. Met een pak koekjes en een pakje sigaretten stond ze met een vrolijk gezicht voor mijn deur. Ik dacht aan mijn moeders woorden: ‘In slechte tijden, toon je een goedgeluimd gezicht.’ Wat mij nog nooit was gelukt, probeerde zij tot kunst te verheven. Ik was benieuwd naar wat ze nog meer kon.

 
Array
(
    [106896] => Array
        (
            [naam] => margot ten caat
            [link] => 
            [reactie] => schrijf vooral meer!
            [afbeelding] => 0
            [spambot controle] => 
            [react_date] => 2007-07-07 15:20:04
            [react_date_changed] => 2007-07-07 15:20:04
            [react_page] => 0
            [react_user] => 19238
            [react_user_target] => 0
            [react_parent] => 98170
            [react_count_reads] => 
            [react_count_views] => 
            [react_confirmstring] => R794FMQQD2WMFC
            [u_name] =>   
            [u_email] => antennerotterdam@users.antenne.exolog.nl
            [react_id] => 106896
            [editable] => 1
        )

    [106888] => Array
        (
            [naam] => MENTOR
            [link] => MENTI@HOTMAIL.COM
            [reactie] => JE BEN GOED JULLIE
            [afbeelding] => 0
            [spambot controle] => 
            [react_date] => 2007-07-10 00:29:42
            [react_date_changed] => 2007-07-10 00:29:42
            [react_page] => 0
            [react_user] => 19238
            [react_user_target] => 0
            [react_parent] => 98170
            [react_count_reads] => 
            [react_count_views] => 
            [react_confirmstring] => HFZBVV4GHPJ7L6B
            [u_name] =>   
            [u_email] => antennerotterdam@users.antenne.exolog.nl
            [react_id] => 106888
            [editable] => 1
        )

)

margot ten caat | 07 juli 2007

schrijf vooral meer!

MENTOR | 10 juli 2007

MENTI@HOTMAIL.COM

JE BEN GOED JULLIE


*

laat dit veld leeg

Tweets about "#rotterdam"