Tot mijn grote schrik moest ik onlangs de conclusie trekken dat ik mezelf vergeleek met die groepjes jongelui in de buurt van de HEMA.
Je kent ze wel. Als je net even argeloos door het centrum loopt, zoeken ze met priemende blik in de ogen precies jou als slachtoffer uit om te vragen of je even tijd hebt om te luisteren naar een verhaal over iets waarvoor je geld moet betalen. Want dat is de bedoeling. Aan een abonnement op dé krant, of aan een goed doel. Gelukkig kan ik ze tegenwoordig van verre herkennen en zorg ik dat ik ze net misloop, want ik heb echt geen zin om daar midden op straat tijd of geld voor te hebben. Ik denk wel eens, het moet voor die jongens en meisjes toch irritant zijn dat mensen je zien als types die je gaan lastig vallen. Dat je daarmee dan je zakcentjes verdient. Met lastig vallen.
Hmm…
Jacoline en ik lopen nu al een maandje of twee rond op het meest beruchte wooncomplex van Rotterdam, de Peperklip. Niet zomaar, nee, we hebben een missie. Wij moeten haar via Antenne Rotterdam een gezicht geven. Of liever, het gezicht dat ze tegenwoordig heeft tentoonstellen, onder woorden brengen, op film vastleggen. De Peperklip heeft natuurlijk niet één bepaald gezicht. Er wonen bijna 2000 mensen. Wij hebben die mensen nodig om onze missie te vervullen. Wij willen hun meningen en verhalen, hun wensen en dromen. Kortom alles wat ze bezighoudt.
Enthousiast begonnen we met het beschrijven van onze eerste ontmoetingen met actieve Peperklippers. Onze woensdagmiddagen brachten we door met handen in aarde naast de tuinmannen, achter koffie en taartjes in het Vrouwenhuis, theedrinkend in de keuken van meneer Spencer, als vuilnisvrouw met de kinderen van het Clippertje, van het uitzicht genietend met huismeester Kees. Helemaal leuk. Dat we stiekem ook een journalistieke taak hadden werd getolereerd. Je zou kunnen zeggen dat ze er inmiddels aan gewend waren. We waren niet bepaald de eerste vreemde snuiters die kwamen neuzen op de Peperklip.
Jammer was wel dat de artikelen niet echt werden gelezen door de bewoners zelf. Iedereen krijgt gratis internet van huisbaas Vestia, maar nog niet iedereen maakt daar gebruik van. En misschien staat het Internet ook nog wel te ver weg van ze, is het net teveel moeite om zo’n artikel op te zoeken. Maakt niet uit, geeft niks dachten we, dan doen we gewoon TV. Dat kijkt toch iedereen...
Jammer was ook dat de bewoners de afgelopen maanden de RVU, IKON en Rijnmond al op bezoek hebben gehad en onderhand goed ‘Camera Moe’ geworden zijn. Een stukje schrijven, dat mochten we nog net, maar nog een keer meewerken aan weer een televisieprogramma, daar hadden ze geen zin meer in.
Alles werd anders. De dames in het Vrouwenhuis lieten ons zuchtend binnen en waren wonderbaarlijk sprakeloos. Kinderen waren ‘vorige week al op TV geweest’. Zelfs Meneer Spencer, die voor onze neus uit zijn huis gelokt werd door de weer oprukkende cameraploegen van Rijnmond, begon terug te verlangen naar tijden in rust en vree, alleen met een kopje thee en omzeilde onze vragen…
Langzaam maar zeker werden deuren gesloten en bleven de poorten dicht. We waren veroordeeld tot de straat….
Rondje na rondje liepen we om het immense gebouw, vergezeld door een handvol bouwvakkers, veel verdwaalde jongeren en een immense stilte. De mensen leken verdwenen of gewoon op hun werk. In ieder geval, wij zagen ze niet. En zagen we ze wel, dan keken ze ons bang aan, probeerden ze ons te ontlopen. Alsof ze wisten dat we iets van ze wilden. Alsof we ze lastig gingen vallen….
Aarghhh!
Na een poosje hielden Jacco en ik het niet meer uit. Elke woensdagmorgen werden we wakker met pijn in de buikstreken, nerveus over weer een moeizame dag. Wat we ook verzonnen, niets leek meer zinvol. Tips, trucs en andere luchtige adviezen van derden kwamen er bij ons ook niet meer in. We willen niet met een kerstboom in de lift zitten wachten op mensen die niet ook willen. We moesten het onder ogen zien. We deden iets grondig verkeerd. Wij begrepen het allemaal wel. Maar begrepen zij ons?
We verdwenen van het toneel. Tussen de kerstkransjes en oliebollen door vroegen wij ons af wat de bewoners van de Peperklip op deze manier aan ons project over gingen houden. Wat we daar deden was immers voor hun en niet voor alle andere Rotterdammers? Het ging niet alleen om het gezicht van de Peperklip naar buiten toe, maar juist ook over communicatie tussen de bewoners. Dáár moet aandacht aan besteed worden. Alles moest anders!
Nu maken wij de dingen waarschijnlijk veel erger dan ze zijn. Want na deze rustgevende onderbreking en een heldere evaluatie kijken we met frisse ogen naar wat we hebben gedaan en is er genoeg goeds om mee verder te gaan. We zijn er weer helemaal klaar voor. Onze missie is weer een uitdaging. We laten ons niet zomaar uit het veld slaan. Hou het Buurtjournaal in de gaten. Het wordt weer geweldig.
Ons motto voor deze maand: Het juiste medium op de juiste plaats
En heb jij ideeën over het stimuleren van communicatie tussen mensen in de stad? Wij horen je er graag over.