j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
Zonder bondgenoten leek haar dat schier onmogelijk en ze nam zich voor toenadering te zoeken tot haar lotgenoten. Ondanks de ogenschijnlijke vrijheid die haar geboden werd viel dat enorm tegen. Ze had toegang tot de ronduit prachtige botanische tuin, die onmetelijk groot leek, maar waar ze toch niemand in tegen kwam. Ze deed zich te goed aan granaatappel, terwijl zij dacht aan haar te vroeg gestorven liefdes, want tenslotte is de granaatappel volgens de Griekse mythen gestolen uit het dodenrijk nietwaar?
Het was echter de doornappel, groeiend op de vuilnisbelt, die haar inzicht gaf. Ze besloot zich die nacht voorzichtig toegang te verschaffen tot de slaapvertrekken van haart lotgenotes. Onder de hallucinerende invloed van de doornappel sloeg zij aan het dwalen en ontsnapte zij aan het toeziend oog van de bewaker. Als door een mystrieus licht geleid vond ze de slaapvertrekken van haar lotgenotes. Ze probeerde alle vensters, maar ze zaten potdicht. Juist toen ze de moed wou opgeven vond ze een raam dat niet op slot zat. Zonder zich te bedenken pakte ze haar buik op en rolde naar binnen. Ze stuiterde nog een paar keer na. "Als ik een jongetje krijg, dan wordt het vast een goeie basketballspeler" kreunde ze, terwijl ze haar ogen weer open deed. Daar stond een heel jong meisje met een kogelronde zwelling in haar nachthemd haar angstig aan te staren. Gelukkig begon ze niet te gillen, want daar was blijkbaar te ademloos voor. Ze probeerde het hyperventilerende meisje gerust te stellen, maar dat viel niet mee. "Dan maar mond op mond beademing, net als bij drenkelingen" dacht ze hardop en voegde de daad bij het woord. Haar kordate optreden bleek vruchten af te werpen. Het arme kind onspande zich eindelijk en haar ademhaling werd regelmatig. Carole wilde eindelijk vertellen waarom ze bij dit meisje had ingebroken, maar ze kreeg de kans niet, want nog voordat ze een woord kon uitbrengen drukte het meisje met zo'n kracht haar lippen op de mond van Carole, dat ze achterover viel. Als van een sumo worstelaar drukte het gewicht van de twee embryo's haar zo vast op de grond, dat ze het meisje maar liet begaan. Toen het kind eindelijk was uitgezoend, waren ze allebei zo uitgeput, dat ze nog nahijgend in slaap vielen.
Wordt vervolgd...
Tjonge jonge! | 27 december 2005
|