Eens even voordat je gaat stappen lekker literair snacken. Dat is wat ik verwachtte van dit met trendy flyers aangekondigde schrijversevenement.
Bij binnenkomst bleken mijn verwachtingen geheel terecht te zijn. Niks geen hoogdravende mentaliteit. Misschien zelfs wel iets te laag (voor mij?) met een organisator, die de u's van 'Nur Literatur' steevast als in 'muur' uitsprak en een volgens sommigen licht aangeschoten schrijver, die er al voorlezende achterkwam toch wel erg veel voor te lezen te hebben en steeds zat te kijken hoeveel bladzijden hij nog te gaan had. Het veels te lange stukken voordragen was overigens wel een trekje, dat ik bij twee andere schrijvers ook constateerde. Nu ik toch bezig ben, met het voor mij ongewone negativisme, kan ik je vertellen, dat de inhoud van de eerste voordracht verzoop in een overdreven clichematig dichterlijke vertelswijze
De vertelselen van Frans Pointl stemden me dan weer vrolijk. Wat kan mij het dan nog schelen, dat hij in 1943 tien jaar oud was en in het jaar 1946 23 jaar oud? In de door Herman Koch voorgedragen stukken was het absurdische, dat we van Jiskefet zo gewoon zijn, te herkennen, tot veler genoegen. En de jonge snelle dichters Quirien van Haelen en Tjitske Jansen vonden bij iedereen een luisterend oor met hun gewiekste spitsvondige korte (Zo kan het ook!) teksten.
De schrijver Herman Koch omschreef het publiek desgevraagd als modern en alsof we hier bij een concert van <vul hier de naam in van een onbekende band> of <vul hier de naam in van een andere onbekende band> aanwezig waren. Gaandeweg viel het mij ook op, dat het publiek uiterst gemêleerd was; van een voordracht beschrijven als 'leuk' of 'goed' tot er heel genuanceerd gelezen boeken en persoonlijke ervaringen bij kunnen betrekken.
Zo besluit ik met het advies aan de schrijvers voortaan eerst even thuis met een stopwatch ernaast te oefenen en kijk ik toch weer uit naar de volgende Nur Literatur.