Azteekse doden reisden 4 jaar voordat ze in Mictlán aankwamen, het rijk der doden. De reis was moeilijk en daarom namen ze 4 speren mee, en 4 fakkels.
In Mexico zijn 1 en 2 november Doden Dagen, de "Dias de los Muertos". Weer is mijn universiteit gesloten. Zodra er maar iets te vieren is, Doden, Levenden, Columbus, de overwinning van de Onafhankelijkheid, het verlies op de Amerikanen, mijn universiteit is dicht.
De Doden Dagen hebben een speciale oorsprong hier. Volgens de Azteken gingen de mensen na hun dood naar een speciale ruimte, het Mictlán. Daar heersten Mictecacíhuatl en Mictlantecuhtli, de goden van de doden (zo zie je maar, de naam Popocatepetl is een makkie). Het was geen hemel en ook geen hel maar simpelweg een neutrale 'place to be' voor als je dood was. Met twee restricties. In de eerste plaats moest je wel een natuurlijke dood gestorven zijn. En in de tweede plaats moest je er op eigen gelegenheid naar toe. Dat is op zich wel interessant. Het roept vragen op. Hoe weten de christelijke doden eigenlijk hoe ze bij de hemelpoort moeten komen? Staan er wegaanduidingen, is er een spirituele ANWB die een wandelroute of zweefroute heeft uitgestippeld? En is er een engelen-wegenwacht die helpt als er onderweg iets fout gaat? Ik ben onvoldoende in de bijbel thuis om hier antwoord op te kunnen geven. Mijn idee is dat de heilige schrift niet echt voorziet in antwoorden op deze vragen. Ik heb er namelijk nooit over gehoord.
De Azteken hielden zich wel bezig met dit soort hele nuttige vraagstukken. En dat is dan ook precies de oorsprong van de Doden Dagen hier. De reis naar Mictlán duurde voor een dode Azteek 4 jaar en was niet eenvoudig. Daarom kregen de doden verschillende geschenken mee die dienden om hun reis te vergemakkelijken, waaronder standaard 4 speren en 4 fakkels. (ik heb afgelopen zondag zo'n speer gekocht, ruim een meter lang en prachtig bewerkt). Het beeld dat de Mexicanen daarbij van de doden hebben is dat van een skelet. En dat skelet is absoluut niet bedroefd, integendeel. Het is vrolijk. Het is geen ramp om naar Mictlán te gaan. Het is alleen een opgave om er te komen. Kijk vooral even naar het fotowerk op de aite dat hierbij hoort, nooit zoveel artistieke doodshoofden en skeletten bij elkaar gezien!
Tot zover het originele Azteekse gebruik. Zoals zoveel hier is dit na de komst van Spanjaarden vermengd met koloniale ideeën, in dit geval vermengd met katholieke gebruiken. De dagen 1 en 2 november zijn niet echt Azteeks, maar zijn de katholieke Allerheiligen. De doden krijgen nog steeds hun pijlen en fakkels, maar daarnaast krijgen ze nu allerlei andere spulletjes mee krijgen. Verplicht op het menu staan nu bloemen, snoep, drank en een afbeelding van de dode. Dat is de katholieke invloed, waarbij de snoep hele speciale vormen aanneemt. Zo zie je overal suikerwaar en chocola in de vorm van skeletten en doodshoofden. Het gaat nog verder want het geheel wordt nu 'opgediend' in de vorm van een altaar. Iedere Mexicaan wordt geacht thuis een altaar in te richten, versierd met heel veel bloemen (vooral oranje), een foto van de doden en de andere offerwaar. Het maakt een hele aparte combinatie van een katholiek altaar met pijlen en fakkels, afbeeldingen van hele vrolijke skeletten en chocolade doodshoofdsnoepjes.
Ik vraag me af of de doden zo langzamerhand de weg niet een beetje kwijt raken door al die versieringen en goed bedoelde bemoeizucht. Maar ja, ik ben dan ook niet katholiek en ook geen Azteek. Ik zal het wel niet goed begrijpen. En het blijft een mooie sprookje, dat is eigenlijk het belangrijkste.