‘Just give me some more’, zingt Maceo Parker in Nighttown. En hij krijgt het dubbel zo hard terug van het publiek.
To be or not to be. The master of funk, Maceo Parker, zingt 'diepgaande' teksten in zijn optreden in Nighttown; dit maal gestolen van Shakespeare dan weer van James Brown. Het To Be slaat ook duidelijk op hen zelf. Ze zijn er en ze mogen er zijn, deze muzikale talenten. En dat weten ze ook maar al te goed. Met een arrogante uitdrukking staan ze op het podium. Vooral de trombonist heeft er een handje van. Getuite lippen, opgetrokken, wenkbrauwen maar zijn blik minzaam naar beneden gericht. Hij maakt er een heel showtje van om verveelde en vervelende bekken te trekken.
En dat terwijl het publiek niets dan enthousiasme teruggeeft. De ouderen die Maceo al van jaren geleden kennen als jazzsaxofonist, geven groot applaus na elke saxsolo. De vijf jochies voor aan het podium, die net naar de middelbare school mogen en dromen van een muzikale carriere, staan fanatiek mee te trommelen op de podiumrand. De veertigers midden in de zaal die braaf mee wiegen en hun handen de lucht in gooien als Maceo daar om vraagt. En de jongeren die achterin de ruimte hebben gezocht om enthousiast te swingen. Iedereen van het gemeleerde publiek lijkt te genieten.
Nu de band nog. De bassgitarist staat met zijn enorme omvang pontificaal voor de box en lijkt niet van plan zich te verplaatsen. De trompetist doet zijn riedeltje en stapt weer naar de zijkant van het podium. De gitarist is lijkt in gedachten verzonken; ‘wat zal ik morgen voor mijn ontbijt nemen.... aardbeienyoghurt, chocola of ...vanille’. En ook Maceo, de frontman, de ster, heeft ‘m op de automatische piloot gezet. Het geluid is goed, de muziek klopt, maar ze stralen niet.
Behalve dan de toetsenist, die de gemiddelde leeftijd van de band sterk naar beneden haalt en gisteren waarschijnlijk een leuke avond heeft gehad met de dame die ook bij dit optreden weer van de partij is en vooraan naar hem staat te glunderen. Telkens zoeken ze oogcontact en zijn solo’s lijken vooral op haar gericht. Zo fanatiek dat de gitarist zelfs uit zijn ontbijtdillema ontsnapt, framboos kiest en meewarig zijn hoofd schud naar de verliefd zwijmelende dame.
Dat is het leuke van een zaal als Nighttown, als publiek sta je lekker dicht op het podium en is er interactie mogelijk. Een van de jochies vooraan weet Maceo zelfs zo ver te krijgen om hem het podium op te laten klimmen. Geholpen door het frisdrank kratje waarop zijn vriendje stond om boven de rand van het podium uit te kunnen kijken. Eerder had hij al stoer bier gedronken, en waarom ook niet hij is toch al minstens twaalf en een half. Maar dit wekte meer verbazing, als of het niets was, nam hij plaats achter het drumstel en speelde zonder enige aarzeling of hapering mee met de band. Maceo is overdonderd, ‘misschien wordt het tijd dat wij plaats maken voor de jongere generatie’, zegt hij.
En dat was ook het gevoel dat het begin van het concert me had gegeven, totdat de achtergrondzangeres de lead pakte en de boel op zijn kop zet. Wat een stoere dame. Haar donkere gelaat heeft ze omlijst met een bos wit blonde krullen en haar negerbillen strak in een jeans met glitterende bloemen gestoken. De volle stem komt uit haar hart en uit haar tenen. Even de loef afsteken en een daverend applaus en gejoel komt haar tegemoet. En de glimlachen breken door, ook bij de mensen op het podium. De gitarist volgt met een enthousiaste solo. ‘Wat nou frambozenyoghurt, ik neem morgen een uitsmijter!’