j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
"Wat heb ik jou lang niet gezien!", klonk het achter me. Na maanden was ik weer eens in mijn oude AH van voor de verhuizing. Lang niet gezien? Dat kon kloppen. Lief en ik waren verhuisd. "Verhuisd? Ben je weg uit Schiebroek? Waar wonen jullie dan tegenwoordig?" Enthousiast begon ik te vertellen, over ons appartement, over het uitzicht, over het centrum. Ze onderbrak me. "Woon je in het centrum? Het centrum!!!!" Vol ontzetting staarde ze me aan. Het verbaasde me. Ik had haar immers zelf een maand geleden de golfwinkel op de Goudsesingel binnen zien stappen, tijdens hun 'alles-moet-weg'-uitverkoop? "Oh nee, dan moet ik een dubbelganger hebben. Ik was dat absoluut niet. Ik peins er niet over om naar het centrum te gaan. Het is zeker anderhalf jaar geleden dat ik voor het laatst in de stad ben geweest."
Het gesprek stokte, we leefden elk op een andere planeet, op zo'n vijf kilometer van elkaar vandaan. Waar ik elke dag genoot van de heartbeat van de stad leek zij te vrezen voor afschuwelijke tromboseverschijnselen. Een C-side vol verraderlijke bloedproppen die elk moment konden losschieten, met fatale gevolgen. Ach ja.
Ik deed geen moeite. Hoe moet je een vis uitleggen wat water is? Hoe ik er van genoot dagelijks in het centrum te lopen, hoe groen het op sommige plekken was, wat een bijzondere onmoetingen ik had. Als een Livingstone voelde ik me soms, elke dag ontdekte ik wel wat.
Zoals gisteren. Op de hoek van de Lombardkade en de Oppert. De ene ontdekking betrof Huis 'Vonder', een ambachtelijk timmerbedrijf waar hele mooie, verrassende ontwerpen worden gemaakt en waar een aardige meneer mij zonder problemen een pen leende. Een pen, die ik daarna aan een tot dan toe onbekende gaf die met grote krulletters zijn adres op een glossy folder schreef, ook al van Huis 'Vonder'. Waardoor ik ontdekte dat ik nooit zonder pen en papier van huis moet gaan.
Maar de belangrijkste ontdekking kwam eigenlijk door de ontmoeting met de onbekende. Net voor ik de Oppert in wilde lopen werd ik geroepen. "Mevrouw, mevrouw!" Aan de waterkant stond een kleurrijke man. "Mag ik u iets zeggen?" Hoe kon ik weigeren? Wilde hij iets vragen? Nee, dat niet. Hij wilde mij een compliment maken, omdat ik er zo zonnig uitzag. Hij was Arubaan, en ja, Arubanen wilden zich graag uitspreken. Lachend nam ik zijn complimenten in ontvangst. Wat hem weer blij maakte. Nederlanders deden altijd zo zuur. Als hij een vrouw een complimentje wilde maken keken ze niet op of om, of ze grepen naar hun tasje of ze reageerden ronduit spastisch. Terwijl hij gewoon oprecht was. Ik geloofde hem. Rasta's geloofde ik altijd. Als ze echt waren. Bij nep-Rasta's maakte ik zo mijn voorbehoud. Ik vroeg het hem. "Ben je een rasta, een echte of een nepper?" Hij was een echte. The way of life, het zat in zijn ziel. En we spraken over het leven, a relaxed way of life. Ik moest het hem vragen: "Denk je dat ik ook een beetje Rasta ben?" Hij knikte. "You don't have to wear dreads to be a Rasta." Yeah, het was me gelukt! De stressy-international-management-bitch die lang in mij huisde, had ik uitgedreven. Feel good and relax was mijn way of life geworden! Ik wist het wel, maar anderen zagen het ook!
Bij ons afscheid nam ik twee foto's van hem. En waarom ik nou pen en papier bij Vonder vroeg? Omdat hij dan zelf ook graag een afdrukje wilde hebben. That's all. Simpel hè, het alledaagse leven op de C-side.