j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
Bij nader inzien denk ik dat jij het lekker zou vinden: een flinke sloot slappe bak... De kroeg waar ik het drink, midden in een migranten wijk, doet Nazi-achtig aan, maar misschien interpreteer ik de duitse vlaggetjes en de argwanende blik van de eigenaar verkeerd. We sliepen vannacht in wat ik noem de Punkstraat. Puien volgespoten met graffitti en piraten vlaggen wapperend aan de balkons. Een kraakpand dat wordt gerenoveerd met daarin tuttig betegelde badkamers. Wat een vreemd contrast!
Wat er in Berliner bier zit mag Joost weten maar vanochtend had ik een kater van het ene biertje van gisteren. Het zijn wel halve litters, natuurlijk! De jongens zijn weg naar het volgende optreden in een andere stad, 5 uur reizen hiervandaan. Ik ben blij even alleen te zijn. De totale chaos van Pierre –een dagelijks bestaan waarin hij zich laat leiden door wat er op hem afkomt- in schril contrast met de gestructureerde perfectionistisch Bruno geeft spanning. Ik hang tussen hun tweeën in. Heb geen haast en geen doel maar wil ook niet eindeloos lopen met 15 kg bagage op mijn rug. Het is jammer dat je hier niet bent. Anderzijds vind ik het prima: dwalen, dromen, lopen, kijken. Berliners zijn behulpzaam. Behalve deze kroegbaas, bah! Op naar de Karl Marx plein.
3 uur in de nacht. Je kaarsje brandt, dus je bent er ook een beetje. Ik lig in een riant appartament: hoog bewerkte plafonds, prachtige houten vloeren. Het is het appartament van Jan en Judith. Jan is een hele mooie jongen, Judith een hele leuke vrouw. Ze zijn bijzonder gastvrij. Hij maakt muziek, zij maakt films en beiden zijn antropologen. Wat een geluk heb ik weer in het leven om hier terecht te komen. Fantastisch! Ik was met hun mee naar het afscheidsfeest van ene John en er speelden wel 4 formaties muziekanten, allen een ander soort muziek. Mooie mensen, stuk voor stuk. Leven om te maken wat ze mooi vinden. Ik ben geinspireerd.
Oh schatje! Ik wil niet lullig doen maar je mist zoveel. Berlijn is geweldig. De straten breed en met zoveel bomen. De mensen open en behulpzaam. Gisteren viel de plattegrond voor mijn voeten en ik wachtte met het oprapen en mijn plakkerige baklava handen. Een passant deed het voor mij. Berlijn is een stad om in te dromen. Onvoorstelbaar dat het helemaal platgebombardeerd is in de oorlog. De architectuur lijkt uit het begin vorige eeuw. Ik zit op een terrasje en lees een leuk boekje, gekregen van Felix, over een fotograaf die op zoek is naar locaties gefotografeerd door zijn vader. Ik wil ook fotograferen. Zo direct koop ik zwart wit, dat past bij Berlijn.
Postdammer Platz, het vroegere no-mans-land lijkt op Rotterdam. Hoge, lelijke moderne gebouwen, tochtige hoeken en geen ziel. Gebouwd om te doen alsof. Een zogenaamd winklecentrum. Consumptie verdusitert alles. Denkt men. Maar je voelt de leegte. Het niets. Ik wandel zo richting Unter den Linden, waar ik Felix belde toen hij hier was. Onderweg bezoek ik het Joods Mudeum. Ik heb eigenlijk geen idee wat interessante plekken zijn in Berlijn, maar ik vertrouw volledig op mijn gevoel en laat me leiden door míín geschiedenis. Even Felix bellen vanuit Unter den linden. Dat vind ik een mooie herinnering om op te bouwen.
Gisteren het Joods Museum. Ik huilde van de impact. Niet zozeer de tentoonstelling maar de architectuur (Liebeskind, ook nog zo’n mooie naam). De vloer loopt scheef en als je in de bovenste verdieping begint daal je af naar de hel. Het is hoekig, strak, schuin...onafwendbaar. Daar hebben de kale beetonnen muren een nut i.t.t. in de Kunsthal. En daarna languit in een strandstoel in de prachtige binnentuin. Met de zon op mijn huid blijven de tranen rollen.
Lopend naar het Güggenheim. Soms zijn de straten te groot, daar waar bedrijven zitten. In het weekend doen ze kaal aan. Een vreemdsoortige spookstad met spiegelend glas, hoge gebouwen, schone straten en alleen de wind die er doorheen gaat. Al snel loop ik op de Friederichstab e; Dolce & Gabana, Bentley enz En volop mensen. Eindeloze consumptie in alle talen tot aan Unter den Linden. Daar zit Güggenheim. Klein en weinig indrukwekkend, behalve dan de binnenplaats. In dit geval overdekt met een glazen dek. Alle huizen hebben binnenplaatsen in Berlijn. Ik was blij met Gerhard Richter, de idool van de banketbakker en de foto’s van een Japanse dame waarvan de naam me direct ontschoten is.
Vandaag eerst koffie op een terras om de hoek. Toen Jan en Judith gedag gezegd. Ze hadden gisteren ontbijt op bed gemaakt, maar ik was al weg. Judith is erg leuk. Zij maakt me enthousiast voor het vak antropologie. We hebben eindeloos gepraat over Iran, Marokko, afrikanen en de omgang met deze culturen. Ik hoop dat ze in januari komt naar het filmfestival in Rotterdam. En liever nog, dat we daadwerkelijk een gezamelijk project starten. Nu moet ik naar haar toe. Morgen vertel ik je over de dag van vandaag.