j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
De gezinsspecifieke woorden, het Hulstkampiaans, gebruik ik inmiddels alsof ik ze zelf heb uitgevonden. Er is alleen één familie-rap waar ik niks mee kan. Een rap, die iedereen die het voor het eerst hoort, verbijsterd doet kijken.
Zeg nou zelf, de song begint met EUN DEUN DIP. Die intro alleen al doet je toch walgen? Met ‘deun’ kan ik nog wat, dat is gewoon een eenvoudig liedje. Met ‘dip’ heb ik al minder. Wat heeft een inzinking met een deuntje te maken? En Eun? Dat komt volgens Van Dale van het 17e eeuwse woord ‘eunjer’, een verbastering van Unger/Hongaar wat in die prehistorie werd gebruikt in de betekenis van tovenaar of boze geest. Kortom: de rap van de boze geest die aan de prozac moest.
Zo gaat het: Eun deun dip, vette kale kip, vette kale, kippe kale, eun deun dip.
Zou die tovenaar om uit z’n dip te komen een vette, kaalgeplukte kip in de pan hebben gegooid? En waarom moet zo’n stom thema dan uitgerekend bij de Hulstkampjes in de genen gaan zitten?
Natuurlijk moest Dochter het lied ook leren. Wat Poessiemauw is voor de één, is Eun voor ons. Lief stampte het er in, bij elk woord één vinger opstekend. Eerst dacht ik nog dat dat de oplossing van het raadsel was. Zo leerden de Hulstkampjes vroeger tellen. Maar nee..... het lied bevat 13 woorden. Zelfs de Hulstkampjes zouden hun gebroed niet willen leren tellen tot het ongeluksgetal.
Gisteren was ik aan het bridgen. Doodse stilte in de zaal. Ineens gebeurde het. Twee tafels verderop hoorde ik een man het duidelijk zeggen: "Eun deun dip". Het klonk triomfantelijk, hij had z’n contract gemaakt. Ik maakte m’n contract niet, alle concentratie was weg.
Bij de wissel vloog ik op hem af. Ik had hem niet eerder gezien, hij bleek een invaller. Hoe hij aan dat liedje kwam? Gewoon, geleerd op de Montessori in Amsterdam. Of ik het ook zo’n leuk liedje vond. En ja hoor, daar kwam het weer. Een vent van 60 stak blij 10 vingers op en daarna nog 3 en gaf daarbij de 020-variant ten beste. Want helemaal hetzelfde was het niet. Natuurlijk moest Lief toen de Hulstkampse versie ten beste geven. Er verzamelde zich een kring verbaasde bridgers om hen heen. Twee kalende dikbuikige mannen die aan het eun-deun-dippen waren. De stem uit de microfoon maakte er een einde aan. Het was tijd om te wisselen.
Dochter en ik buigen ons inmiddels over een meer hedendaagse versie. Ik moet er toch niet aan denken dat mijn kleinkinderen straks ook nog met de eun aan de haal gaan. We zijn er nog niet helemaal uit. Misschien wordt het 'Fa-la-fal, helemaal niet mal, ook wel trek in Lekkerbek, Fa-la-fal'. De Hulstkampjes zijn tegen.
jaja | 04 november 2015Nou nou, wat een bozigheid over een onzin-aftelrijmpje. Maak je ook zop'n drukte over iene-miene-mutte? |