j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
Midden jaren ’80 begon ze samen met haar man een tennispark. Iets dat misschien wel nooit was gebeurd als ze niet op een dag met haar hond, op basis van een gerucht, richting mogelijk tennispark was gelopen. Waar toevallig nèt een aardige kerel aanwezig was die haar vertelde dat zijn vader pachters zocht. Die opmerking liet haar niet meer los. - Zou dat wat voor ons zijn, zullen we? - Het werd ja. Geen pachten, maar kopen. Daarmee begon voor haar gezin met drie jonge kinderen een onalledaags leven in het teken van tennis, kantinewerk en parkonderhoud. Een tijd van hard werken en spetterende feesten.
Op een dag was het sprookje voorbij. Zoals zoveel huwelijken eindigde haar relatie in een scheiding. Ze staat er nu alleen voor. Met enthousiasme stopt ze al haar energie in de nieuwe uitdaging. Werk uitbesteden? Niets voor haar! Voor mij is ze uniek. De enige Rotterdamse tennisbaaneigenaresse.
Als klein meisje wilde ze eigenlijk dokter worden. Later veranderde dat in gymjuf. Op mijn vraag wat er tegenwoordig op haar visitekaartje staat, is het even stil. "Gewoon, mijn naam." Jammergenoeg is duizendpoot geen beroep. Nu komt ondernemer het meest in de buurt.
Tijdens de drukke maanden, wanneer er ook competitie wordt gespeeld, werkt ze van maandag tot en met zondag, zo’n 100 uur per week. Geen dag is hetzelfde. Ons gesprek wordt verschillende malen onderbroken. Dames die om een drankje vragen, de monteur die het nieuwe koffieapparaat komt aansluiten, een kort overleg met haar zoon over de vaatwasser die het laat afweten. ’s Middags moet ze nog 5 rackets bespannen, daarna zijn er weer lessers. Duizend-en-één dingen. Soms wordt ze er wakker van. Floept er ineens iets in haar hoofd, "ik moet nog .....". Dan kan ze doorslapen wel vergeten en staat ze maar extra vroeg op.
Of ze het wel eens zat wordt, altijd maar mensen om zich heen? Natuurlijk niet! En hééft ze eens een baaldag, dan sluit ze zich gewoon een beetje af. Ze houdt van haar werk, de zelfstandigheid, de sportieve en sociale aspecten ervan. Rennen in de drukke maanden, rust in de winter. Dan geniet ze van de stilte en heeft ze tijd voor hobbies.
Zou ze, als dat kon, alles precies zo overdoen? Het blijft lang stil. Aarzelend zegt ze "nee". Geen gymjuf, geen tennispark. Waarom niet? Omdat er nog zoveel andere leuke dingen zijn. Wat ze dan wèl zou willen worden weet ze niet precies. "In elk geval iets met mensen." Lachend voegt ze er aan toe: "Heel soms zeg ik wel eens tegen een vriendin: was ik maar cassière! Heerlijk, gewoon een baan van 9 tot 5. Maar dat meen ik niet hoor!" Dit jaar viert de vereniging haar 4e lustrum. De kantine is feestelijk versierd. Op mijn vraag of ze gelukkig is zegt ze volmondig: "Ja"!