j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
De oude muren verliezen zich tussen bladeren en onkruiden
aan de rand van de stad. Daar, waar de menselijke steen de natuur ontmoet, is
de plek van minnaars – de gezegende en de blasfemische. Een geheimzinnige plek
alleen door hen gekend.
“Het is tijd om iets te beslissen, Erika. Ik wil niet meer
zo leven, ik wil onze ondergrondse liefde legitiem maken, ik wil met je
trouwen, ik wil… ja, ik wil zoveel”, verheft hij zijn stem luid.Terwijl zijn
marmeren vingers spelen met haar zwarte krullen componeert hij een vioolsonate
in gedachten.“Maar Hans, jij hebt een leven dat niet mijn leven is en…”
onderbreekt zacht Erika de noten van zijn droom.Haar woorden blijven
ongesproken in de lucht hangen omhelsd door een vochtige zomerse stilte.Hans
leidt de kalmte af in een ravijn:“Nee, dat wil ik niet meer horen; jij zal
overal mee gaan; concert na concert zal jij op mij wachten. Onbereikbaar voor
het alledaagse, jij, mijn schoonheid!”Onverwoestbaar staat Erika op en begint
rond Hans te dansen.Met haar fleurige, geplisseerde lange rok maakt zij door de
ruimte tekeningen van verdriet en passie.“Ja,” roept ze, “een eenzame
schoonheid tussen vreemden, geen sprake van, ik hou van mijn bestaan zoals het
is. Ik wil altijd ’s ochtends de dauw van het gras onder mijn blote voeten voelen,
ik wil de bomen aanraken”. Ze plukt bloemen en gooit ze in de lucht met minzame
bewegingen.Het bloed in Hans’ aderen begint te stromen als lava van een vulkaan
“Ik zal alles voor je krijgen, doen! Maar, ga mee!”“Waarom zou jij niet met míj
meegaan? Mijn vader, en niet alleen mijn vader, alle zigeuners spelen viool. Ga
jij maar mee! En dan zullen wij elke dag muziek maken! Waarom ga jij niet mee?
Of ben jij bang tussen ons te wonen?”Wervelende geluiden vloeien uit de
gestampte aarde als een openbaring van haar gevoelens.Voor Hans is dat genoeg,
hij pakt haar arm beet en trekt haar naar zich toe;“Nou is het afgelopen. Jij
gaat gewoon mee! Waarom zien wij elkaar anders bijna elke dag, waarom heb ik
anders al mijn stukken aan jou opgedragen! Nee, uit elkaar gaan, dat laat ik
niet gebeuren, nooit! Jij gaat mee” schreeuwt hij furieus.Erika rukt haar arm
los met zo’n geweld dat ze allebei op de grond vallen. Zij zetten hun
worsteling voort in een onduidelijke verstrengeling van armen en benen.
Opeens verandert het weer, een windstoot maakt dat de
bladeren zich spannen, dan plotseling murmelen. Van achter een boom verschijnt
een donkere oude man. Een schot in de lucht en zijn eer is voor eeuwig
bewaard.
Tevreden legt de librettist zijn pen neer, de opera is klaar.
Zoë Daniela Cochia
Kijk voor meer over Operadagen op http://www.operarotterdam.nl/