gedichtje in een poging tot culturele zelfreflectie, No.2
tweede vriend
wil je jaknikker worden en laat
zijn zachte nafta door je glippen
vingers kraken je fossiele liefde
die ging vroeger met je smelten
in andermans éénpans paradijs
werden opgespeelde kinderen jouw vrije radicalen
geboren in een harde maag
toen papa levenslanger wilde kauwen en toekomstverteren,
Alzheimerverbaasd nogmaals jullie pijnen kannibalen,
kreeg jij Darwinnorrit tegen oude liefde bijt wel
wanneer die historie diep uitgestorven ligt begraven
zegt je tweede vriend
kom, we gaan
op kruisstuifbruidstocht naar een onbewoonde oever