j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
Hij kan het weten. Hugh N. Jacobsen heeft als architect wereldwijde erkenning gekregen in de vorm van honderden architectuur-awards. Zes keer ontving hij de National Honor Award van het American Institute of Architects.
Ik voel wat hij bedoelt, ik zie het elke dag weerspiegeld in mijn eigen stad. Hoop spreekt nog steeds uit de wederopbouw-architectuur van vlak na de oorlog, aspiraties blijken uit ambitieuze nieuwe projecten zoals het penthouse-project voor het stadscentrum en trots..... trots voelt elke Rotterdammer voor de Erasmusbrug (om maar iets te noemen). Waar anders zou je een architectuurbiënnale beter kunnen houden dan bij ons? Van 26 mei tot 26 juni staat de stad in het teken van de 2e Internationale Architectuur Biënnale, met als thema ‘De Zondvloed’.
De Zondvloed?! Staat ons rampspoed en ellende te wachten? Nemen we het zekere voor het onzekere en krijgen we paalwoningen? Drijvende huizen? Komt er in het centrum van Rotterdam een terp?
Peinzend kijk ik uit het raam. Voor de Laurenskerk staan twee zwart/rode kranen. Ze heien palen voor een nieuw wooncomplex. Het is een mooi gezicht. Als in een paringsdans draaien ze om elkaar heen, samen leggen ze de basis voor iets nieuws.
Mijn panorama laat nog meer bouwkranen zien. Ik tel er een stuk of acht. Hoog boven alles en iedereen verheven doen ze statig hun werk. De kranen naast het Maritiem, de Montevideo-kraan, anonieme kranen richting West.
Mijn lievelingskraan staat naast de Delftse Poort. Ik was getuige van zijn geboorte. Op een ochtend kwamen er twee tentakels tevoorschijn boven de daken van de huizen aan de St.Jacobsplaats. Een rode en een gele punt leken een niet te weerstane aantrekkingskracht op elkaar te hebben. Waar ze toe dienden wist ik toen nog niet. Langzaam kwamen ze overeind, de punten werden geraamten. Een heel lang rood en een kleiner geel geraamte. Onbeholpen reikten ze naar elkaar zonder dat er iets gebeurde. Als tropische insecten staken ze fel af tegen de grijze lucht. De volgende dagen versmolten ze met elkaar. Geel werd gekoppeld aan rood op een fundament van zware bielzen en een enorm contragewicht. Met blijdschap gaf ik mijn dochter telefonisch kennis van de geboorte van een kraan. En wat voor één! Geruisloos draagt hij elke dag bouwmaterialen aan voor stoere mannen die op steigers renovatiewerk verrichten. De lelijkste flat van het Pompenburg wordt omgevormd tot iets moois. Ik had de hoop dat er ooit iets met de flat zou gebeuren, de architect had de aspiratie om de uitdaging aan te gaan en straks hebben we er weer een gebouw bij om trots op te zijn.
En hoe het nou met die Zondvloed zit? Dat ga ik binnenkort maar eens uitzoeken. Op zondag 5 juni zet de Biënnale haar deuren wijd open voor het geïnteresseerd publiek met tentoonstellingen in Las Palmas en het Nai.