j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
En…waar komen al die mensen toch vandaan, die de Witte de With tot een mierenhoop omdopen?
Ikzelf ging met een vriendin en haar nieuwe vriendje, die ik niet eerder had ontmoet, de Museumnacht bezoeken. Eerst kennismaken, wat zoveel betekent als een wijntje drinken in de Schouw. Druk, druk, druk. Hordes mensen met dezelfde button, knipperend. Alsof de politie nu ook boetes uitdeelt voor paraderen zonder voorlicht.
Enfin, we besluiten als rasechte Hollanders naar de Kunsthal te gaan. Daar geldt de museumjaarkaart niet en de entree is gruwelijk duur, dus daar komen we niet zo vaak. Jawel, de Kunsthal, je weet wel, met die drie laffe bronzen konijnen in de achtertuin. Dat gebouw van kale beton, waarvan de architect zo enorm zijn best heeft gedaan om vooral geen daglicht naar binnen te laten. Jammer, want op Museumnacht wil je toch merken dat je ’s nachts het museum bezoekt? Althans, dat lijkt mij de charme van dit festival.
De loopbrug in het Museumpark lijkt een ader en ik ben een bloedlichaampje, dat in colonne gepompt wordt richting de Kunsthal. Welk blik mensen is er opengetrokken? Waar zijn al deze mensen op een willekeurig ander zaterdagnacht? Eindelijk heeft ook Rotterdam de sfeer van Barcelona, Bilbao of…"Amsterdam" antwoordt mijn vriendin. Ze heeft gelijk, het heeft niets met het land te maken. Het heeft met de stad te maken. Rotterdam heeft alleen een hart als een organisator een route uitstippelt waar een publiek doorheen geloosd wordt. Mobiele harten, op- en af te breken, voor en na de festivals. Steeds weer het gevoel van opwinding en afscheid. Voorlopig ben ik opgewonden.
In de Kunsthal starten we bij de 19de eeuws etsen van Felicien Rops. Lieflijke, fragiele tekeningen waarin slechts vrouwen, dieren en mythologische figuren worden afgebeeld. De vrouwen zijn mooi volgens de toen geldende esthetisch maatstaven: lekkere volle konten, kleine buikjes en flinke heupen. Wat mij betreft zijn ze nu ook mooi! De prentjes schotelen seksuele fantasieën voor, met vooral veel penissen in de hoofdrol. Tja…seks is van alle tijden. Het zette het werk van Joep van Lieshout wel even in een ander daglicht wat betreft vernieuwing. "Daar kan Joep een puntje aan zuigen", dacht ik. De prentjes doen comic-achtig aan, in de stijl van de zwart-wit strips van Flash Gordon. En soms zijn ze mierzoet: hemelsblauwe achtergronden, witte bellen en lichtroze eikels. Als je niet al te aandachtig op de details let, zou je het zo in een kinderkamertje ophangen. Het contrast tussen de lieflijke uitstraling en de kinki details doet me wel wat. Ik vind het wel mooi.
In de andere zaal hangt een "schitterend ongeluk"(Enrique Metinides). Voornamenlijk zwart-wit foto’s, gemaakt tussen 1963 en nu van ongelukken in Mexico-City. Bizarre foto’s! In de composities liggen de verongelukte (messteek, elektrocutie, auto-ongeluk enz.) in het midden en daaromheen grote groepen mensen die in de lens kijken. Alsof de fotograaf doodleuk heeft geroepen: kijk naar het vogeltje! Ik heb nog nooit zoveel interesse opgemerkt van kunstminnend publiek voor de beschrijving bij het kunstwerk. Daarin werd nl. haarfijn uitgelegd hoe het ongeluk had plaatsgevonden. Walgelijk, hutje mutje, zij aan zij, de buurman’s gretige adem in mijn nek, want hij kan niet wachten tot de volgende beschrijving. Alsof ik opeens behoor tot het soort mensen dat zich, na een radiomelding van een ongeluk, spoedt richting de plaats des onheil. Zoveel leed en zoveel –vermaak kan ik niet aan. Bij de uitgang staat dan ook: deze tentoonstelling bevat schokkende beelden. Zeg dat wel!
Even bijkomen met een bij elkaar geraapt zooitje schilders uit de impressionistische tijd. Leuk: kleuren, Picasso, Picabia, Chagall…En ongeduldige mensen om me heen die liever naar de pornoafdeling van de Kunsthal willen. Althans, dat roepen ze. Bedenen hangen nl. meer seksscènes. Nu uit Japan uit de 16de eeuw.
Ik kan niets meer opnemen. Ik word gek van de warmte en de grote hoeveelheid mensen. Ons voornemen om ook het Natuurmuseum, Wereldmuseum en galerie Mama te bezoeken valt in duigen. We gaan maar weer eens wat nuttigen. En daarmee heb ik de meerwaarde van Museumnacht ontdekt: geoorloofd drinken, vrienden ontmoeten en kleine gesprekken over de zojuist geobserveerde kunst.
F. Nietsche | 05 maart 2005Wir haben die Kunst, damit wir nicht an die Wahrheit zugrunde gehen! |
Postbus 51 | 05 maart 2005... en anders helpt een drankje inderdaad wel! |