Door de harde wind verslagen, liep ik voorovergebogen met mijn hoofd naar de grond over de Coolsingel. Iedere stap vooruit werd ik weer een halve terug geslagen door de wind. Traag volgde ik mijn weg over de tegels. En ineens schitterde mij iets toe.
Tussen het saaie grijs lag een glimmende tegel met het opschrift:
Object: constructivistische sculptuur zonder titel
Materiaal: staal, brons en marmer
Oplevering: 1957
Kunstenaar: Naum Gabo
Rusland (1890-1977)
Verrast hief ik mijn hoofd op en zag van alles behalve kunst... Een afvalbak, een lantaarnpaal met een reclamezuil die verwees naar de Burger King op 50 meter naar rechts, in de verte de Zwaan en recht voor me het terrasje van Raoul, die over de rand van de koopgoot hangt. En Raoul leek me nou niet bepaald kunst, het is zo’n nietszeggende stationsrestauratie waarbij ze zelfs vergeten zijn een station aan te leggen.
Staal stond er genoeg maar waar was het marmer en brons waar de stoeptegel over sprak?
Enigszins teleurgesteld liep ik weer door en wierp nog een achteloze blik over mijn schouder.
Hoe had ik dit kunnen missen! Meters hoog pronkte daar het kunstwerk van de Rus. Het ineengevlochten staal en brons ontnam bijna het zicht op de Bijenkorf.
Het stond hier al een tijdje, 1957 stond er immers op de tegel, maar was mij nog niet eerder opgevallen. En nu werd door zo’n stomme tegel, die de verkeerde de kant op lag, mijn aandacht getrokken. Waarschijnlijk had ik er al zo vaak straal langs kunnen lopen doordat het marmer van de grond tot boven je hoofd reikt en daarin geen enkel versiersel te vinden is. Daarboven prijkten ronde banen van brons met een rasterwerk van staal alsof er bedspiralen en snaren in verwerkt zijn. Ik liep er nog een keer omheen en leunde tegen de wind in om naar het topje te kijken. Of ik het nou mooi moest vinden, wist ik niet maar ik liep wel fluitend verder. Hoog Sammie, kijk omhoog…