Het was maandag 18 oktober en ik kwam voor de 2e maal de Zwaanshals in. De buurt die ik tot voor kort nauwelijks kende en nu het komende half jaar steeds beter zal leren kennen en op een hele andere manier dan een willekeurige passant mee zal maken.
Ik moet zeggen dat ik me hier thuis voel en waarom is moeilijk uit te leggen. Het voelt gewoon prettig. Als ik om me heen kijk zie ik eenmanszaakjes, die zich behalve staande proberen te houden, ook een dorpskarakter uit stralen. Het lijkt niet uit te maken dat de ene bakker haast naast de andere zit en zo ook met de kruideniertjes. Er zitten gezellige buurtwinkels en daartussen is een atelier gevestigd. Het heeft de naam Nutopia, erg toepasselijk, want het leven in een multiculturele samenleving was jaren geleden misschien een utopie. De kunstenares is met een ontzettend leuk en nobel initiatief begonnen. Suzanne is nieuwsgierig naar de bewoners net als ik en zij heeft de mensen aangeboden kleding te maken of te repareren tegen een kennismakingspraatje. Haar partner Jaco (afkorting) deelt met Suzanne het pand. Ze zijn beiden ontwerpers, maar verschillen wat qua insteek. Suzanne heeft Ishaq 4 maanden geleden ontmoet. Hij is een Pakistaanse man, die als ik het goed heb begrepen, kleermaker is. Door zijn gebrekkige Nederlands kan hij zijn beroep niet beoefenen. Hij wordt niet betaald, maar werkt als vrijwilliger bij Nutopia. Een beroep waar 2 werelden samen komen. Het is de ramadan maand en ik ben aan het vasten. Nu bleek Ishaq ook te vasten, maar hij vond het overbodig te melden in het atelier. We hebben samen
een tijdje gesproken. Het was een leuk gesprek, maar eerlijk gezegd was ik vandaag ook niet helemaal helder en af en toe in dromenland. Of het nu kwam omdat ik het hele weekend had gewerkt of door de ramadan, maar ik zei een hoop onzinnige dingen, waarvan ik later liever had gewild ze ander te hebben gezegd. Richt zo nu en dan een camera op me en misschien vergeet ik op een dag wel dat zo’n ding alles registreert. Na genoeg informatie te hebben ontvangen uit het atelier gingen we op bezoek bij de ATA-broeders in hun buurtsupermarkt. Nieuwsgierig naar de stand van zaken informeerde Rini naar de stand van zaken betreffende hun eventuele vertrek in 2006, want ze zijn tenslotte weggelaten uit het bestemmingsplan. Helaas hadden de broers weinig nieuws te melden. Wel was er een klant, een Nederlandse dame, die even goed duidelijk wilde maken dat Ata moest blijven bestaan. Al was het maar omdat ze er al 16 jaar zitten. Ik dacht: ‘het is ook fijn om een objectieve mening te horen van iemand die de zaak bezoekt en er zijn voordeel meedoet’. De vrouw had het over de gezelligheid en de verschillende nationaliteiten. Ik kreeg er een warm gevoel van en dat maakte voor mij het dorpsgevoel compleet.