Het Hiphophuis organiseerde afgelopen zaterdag 5 juli een Hiphopfestival in Rotterdam. Er werd veel gebattled en de pogingen hiphop het theater in te krijgen waren zeker veelbelovend.
Het Hiphophuis organiseerde afgelopen zaterdag 5 juli een Hiphopfestival in Rotterdam. Er werd veel gebattled en de pogingen hiphop het theater in te krijgen waren zeker veelbelovend.
Met hiphop kun je veel doen. Je kunt erover praten. Je kunt de breakdance-moves leren. Je kunt de muziek leren maken. Je kunt er andere conventies op toepassen en het in het theater brengen. Je kunt erop dansen. Je kunt er anderen op zien dansen. Nou ... en op het Hiphopfestival kon het dus al-le-maal.
De battles waren het spectaculairst. Het principe bij een battle is dat meerdere breakdancers (b-boys) elkaar proberen af te troeven met hun gedans. Dit keer was het zelfs een Bonny en Clyde battle wat inhoudt, dat man-vrouw koppels het opnamen tegen andere koppels. Deze mannen en vrouwen kwamen van over heel Europa. Het was een spannende wedstrijd. Wel jammer vond ik, dat je de vermoeidheid bij de winnende koppels die voor een derde of vierde keer op moesten, zag toenemen; ze maakten kleine foutjes. Gelukkig was de finale een paar uur later en kon je dus de finalisten goed uitgerust het tegen elkaar op zien nemen.
Daarna Lantaren/Venster in voor drie goede shows. Racine Carre was het meest bijzondere. Op klassieke muziek ging een b-girl met haar dans-moves op zoek naar het contrast tussen de vierkante vormen van de grote stad en de ronde vormen van haar lichaamstaal.
En dan heb ik ook nog een hoop gemist, omdat een en ander parallel geprogrammeerd was. Dat zien we volgend jaar dan wel weer.