j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
Tweemaal eerder ben ik op het KunsthalKOOKT-festival geweest: in 2004 en 2006. En beide keren drong zich de gedachte bij me op dat het in feite wel ‘makkelijk scoren’ is: verzamel een groep eetkraampjes in een hal, plak er wat demonstraties en bekende namen aan vast en zorg voor een hoop publiciteit eromheen. Vraag tot slot de hoofdprijs voor een toegangskaartje en je bent al snel toonaangevend bezig. Want uiteindelijk is eten ‘kunst’, of kan dit onder de juiste omstandigheden zijn.
Als je echter door het commerciële concept achter het evenement heen prikt (de Kunsthal heeft het financieel zwaar, dus geld nodig), is het voor de culinair geïnteresseerde aardig toeven in de tot chique markthallen omgebouwde zalen. Over twee verdiepingen verdeeld staan ze uitnodigend op je te wachten, de mensen in hun kraampjes met lekkers.
Ik blijf staan voor een stortvloed aan ‘zouten’: Kalahari-zout, Himalaya-zout, mijnzout, oerzout, gerookt zeezout, zout uit Ibiza, Indonesië, Italië, sel gris, sel de guérande, fleur de sel... ik mag proeven maar verkies het door te lopen naar de overburen, De Hazelarij, waar ik een schepje neem uit de openstaande potten hazelnotenjam en -chocopasta. Ietsje verder proef ik van een voor mij wat te zoete abrikozenjam met rozemarijn, en in één moeite door pak ik bij een volgende kraam een framboos van een schaal waar een vriendelijke meneer behoedzaam een drupje vijftien jaar oude balsamico à vijfenveertig euro per fles op laat vallen. Nadat ik vervolgens mijn mond heb gebrand aan ‘hottie pomodori pepper’-beleg en dit heb geblust met een stukje brood met zachte porciniolie, laat ik de proefhapjes verder voor wat ze zijn.
Prettig is het dat de deelnemers bewust met voedsel bezig zijn: veel van wat verkrijgbaar is, is van biologische teelt of afkomstig van ambachtelijk werkende bedrijven, zoals de Kleinste Soepfabriek. De bedenker van deze Soepfabriek steelt mijn hart als ik een Groene Voorjaarskruidenroomsoep bij hem koop. Vol enthousiasme vertelt hij hoe de soep steeds weer anders van smaak is, afhankelijk van de wisselende kruidenmengsels die hij krijgt aangeboden en die hij ‘gewoon maar in een pan gooit om tot soep te koken’. In mijn versie zitten onder andere hondsdraf, muur en brandnetel.
Weer op weg naar de uitgang loop ik tegen Santos Espresso aan en besluit op de valreep de cappuccinotest te doen. Als ik van de medewerker verneem dat Santos biologische volle melk en ecologische koffie gebruikt en ik het hele riedeltje te horen krijg over waar een échte cappuccino aan moet voldoen, weet ik dat het goed zit. De cappuccino van Santos is dan ook werkelijk lekker: goed op sterkte en met een mooie, compacte schuimlaag.
Met een tasje culinaire aankopen verlaat ik na een verblijf van twee uur de Kunsthal. Terwijl ik naar huis fiets bedenk ik dat ik het leuk vond de derde editie van KunsthalKOOKT te hebben meegemaakt, met de aanmerking dat het wel een wat elitair gebeuren is en vooral leuk als je een dikke portemonnee op zak hebt.