j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
Hondenpoep is voor veel mensen een bron van overlast. De aanpak verschilt per gemeente. In sommige gemeenten moeten hondenbezitters de hondenpoep opruimen en een opruimmiddel bij zich hebben. Andere gemeenten hebben speciale uitlaatplaatsen. In weer andere gemeenten wordt overlast ook via de APV aangepakt.
De doelgroepen in deze voorbeeldanalyse zijn hondenbezitters en/of mensen die honden uitlaten.
De regels voor hondenbezitters zijn teruggebracht tot de volgende twee:
1. Als je je hond uitlaat, moet je een opruimmiddel bij je hebben.
2. Je moet de uitwerpselen van je hond opruimen.
Iedere analyse begint met een nalevingsschatting die de doelgroep verdeelt over (on)bewuste overtreders, nalevers en handhavingsafgeschrikten. Vervolgens wordt aan de hand van de dimensies uit de “Tafel van Elf” het gedrag van de doelgroep geanalyseerd. Ten slotte worden de externe factoren die van invloed kunnen zijn op het gedrag en mogelijke aanknopingspunten voor gedragsverandering benoemd.
Nalevingsschatting opruimmiddel:
Geschat wordt dat de helft van de hondenbezitters het gewenste gedrag vertoont, de helft van de nalevers doet dit spontaan en de helft heeft een opruimmiddel bij zich zonder de regels te kennen. Vrijwel niemand overtreedt de regels bewust.
Voorbeeld nalevingsschatting opruimmiddel hondenpoep.
"Tafel van Elf" analyse opruimmiddel:
De figuur laat zien dat de regel ‘je moet een opruimmiddel bij je hebben’ niet erg bekend is (t1). De regel zelf is voor veel hondenbezitters onduidelijk. Is één zakje per uitlaatbeurt voldoende of ben je in overtreding als je geen zakje meer over hebt? Het is voor de meeste hondenbezitters een kleine moeite om een zakje bij zich te steken (t2). Men accepteert deze regel en de uitvoering daarvan meer dan de opruimplicht (t3).
Een onzekere factor is dat niet alle handhavers even voorspelbaar zijn. Sommigen zijn gevoelig voor het argument dat de hond al heeft gepoept en de hondenbezitter daarom geen opruimmiddel meer bij zich heeft. Andere handhavers hanteren de regels strikter en bekeuren wel, omdat iemand nou eenmaal altijd een opruimmiddel bij zich moet hebben.
Hondenbezitters zijn over het algemeen gezagsgetrouw (t4). Ook zijn ze gevoelig voor sociale controle (t5). Ze worden snel door hun omgeving aangesproken als ze de poep van hun hond niet opruimen. Hondenbezitters hebben onderling veel contact en de sociale controle is groot. Verhalen over bekeuringen gaan rond op uitlaatveldjes en andere plekken waar hondenbezitters elkaar treffen.
De gepercipieerde mogelijkheid van een controle leidt er niet toe dat hondenbezitters ander gedrag gaan vertonen (t7). Het is voor een controleur zeer eenvoudig om een overtreding te constateren (t8). De kans op een boete is groot (t10). De hoogte van de boete zorgt er over het algemeen voor dat overtreders in het vervolg een opruimmiddel bij zich hebben (t11).
Nalevingsschatting opruimplicht:
Een flink deel van de hondenbezitters ruimt de poep van de hond op zonder aansporing hiertoe. Ze hebben zelf ook last van hondenpoep. Ruim de helft van de hondenbezitters houdt zich niet aan de regels. De meesten doen dat bewust, een enkeling onbewust.
Voorbeeld nalevingsschatting opruimplicht hondenpoep.
\'Tafel van Elf\' analyse opruimplicht:
De regels (t1) voor het opruimen van hondenpoep zijn redelijk duidelijk. Het kost de hondenbezitter wel enige moeite (t2) om de poep op te ruimen. Het is een vies werkje en je moet er aan denken om zakjes mee te nemen. De opbrengst is een schone openbare ruimte, voor alle gebruikers. Ook hondenbezitters vinden hondenpoep vies en onhygiënisch en begrijpen best dat de poep opgeruimd moet worden (t3).
Dat degene die de hond uitlaat de poep zelf moet opruimen, kan echter op veel minder begrip rekenen. Veel hondenbezitters vinden dat de gemeente het moet doen, ze betalen immers hondenbelasting. Hondenbezitters zijn, een enkeling uitgezonderd, gezagsgetrouw (t4) en zeer gevoelig voor sociale controle (t5). Ze worden regelmatig aangesproken door buren of voorbijgangers.
Het komt echter nauwelijks voor dat een overtreding wordt gemeld. (t6). De kans dat er tijdens het uitlaten gecontroleerd wordt, hangt volgens handhavers af van de capaciteit die hierop wordt ingezet (t7). Vaak zijn er te weinig controleurs om structureel of langdurig op bepaalde plaatsen te controleren.
Het is bovendien lastig om een overtreder op heterdaad te betrappen (t8). Een handhaver moet met eigen ogen zien dat de hond poept en dat de eigenaar de uitwerpselen niet opruimt. Wordt er een overtreding geconstateerd, dan volgt er vrijwel zeker een sanctie (t10). Ook de ernst van deze sanctie, vaak een geldboete, maakt over het algemeen indruk (t11) en kan het gedrag veranderen.
Er zijn drie externe factoren die mogelijk van invloed zijn op het nalevingsgedrag van hondenbezitters:
De eerste factor is stedelijkheid of bevolkingsdichtheid. In stedelijk gebied leveren verschillende functies en gebruikers voortdurend strijd om de openbare ruimte. In landelijke gebieden is meer ruimte en zijn functies vaak fysiek gescheiden. Dat beperkt de overlast, zodat er soms niet eens beleid nodig is.
De tweede factor die van invloed is op het gedrag van hondenbezitters is de wijk. Achterstandswijken met veel sociale huur, gestapelde bouw en een groot verloop onder bewoners hebben meer overlast van hondenpoep. In deze buurten is ook bovengemiddeld sprake van andere vormen van overlast, zoals zwerfvuil en graffiti. Vermoedelijk heeft dit te maken met gebrekkig normbesef en geringe sociale controle. Een uitzondering vormen achterstandsbuurten waar iedereen elkaar kent. In deze buurten is de sociale controle juist zeer sterk en confronteren bewoners elkaar op niet zachtzinnige wijze met ongewenst gedrag.
De derde externe factor is de mate waarin gemeenten hondenbezitters tegemoet komen. Hierbij valt te denken aan: dispensers voor zakjes, voldoende prullenbakken, maar ook aan hondenuitlaatgebieden. Hondenbezitters zullen eerder geneigd zijn zich aan de regels te houden als de gemeente laat zien dat ze bereid is om te investeren in een schone openbare ruimte.
Het meenemen van een opruimmiddel is vooral een kwestie van het bekend zijn met de regels (t1) en eenduidigheid van de regels. Hondenbezitters moeten weten waar ze aan toe zijn. Voorlichting gekoppeld aan de jaarlijkse hondenbelastingaanslag is een mogelijkheid om het onderwerp over het voetlicht te brengen.
Een duidelijk aanknopingspunt is dat hondenbezitters zelf verantwoordelijk zijn voor het opruimen van de poep (t3). De acceptatie kan worden vergroot door duidelijk te zijn over de gevaren van hondenpoep voor de gezondheid van mens (spelende kinderen) en dier. Uitleg over wat er gebeurt met de hondenbelasting en “Waarom de hond wel en de kat niet?” kan ook een hoop kou uit de lucht halen. Faciliteiten voor het opruimen van hondenpoep maken een goede kosten-batenafweging (t2) makkelijker en dat komt de naleving ten goede.
Een ander aanknopingspunt is de angst van hondenbezitters voor reputatieschade bij bijvoorbeeld buurtgenoten. Maak gebruik van deze gevoeligheid door bijvoorbeeld aan te haken bij de “ergernis nummer 1” vermelding van hondenpoep door een moreel appel: ‘Je trekt thuis toch ook het toilet door?’ Of door de sociale controle te mobiliseren (aanspreken bewoners onderling).
De controlekans kan selectief (t7 en t9) worden beïnvloed door gerichte acties. Recentelijk zijn er berichten verschenen over DNA-onderzoek dat de detectiekans kan versterken. De haalbaarheid daarvan is onbekend.
Als het gaat om de buitenruimte, staat hondenpoep nummer ??n op de lijst van ergernissen van Rotterdammers. Niemand vindt het immers leuk om in hondenpoep te trappen. Bovendien ziet de straat er vies uit. Honden die niet zijn aangelijnd, kunnen een risico vormen voor de (verkeers)veiligheid. | |
In welke situaties gebruikt u het? | |
In Rotterdam hebben de deelgemeenten bepaald dat er een opruimplicht geldt voor hondenpoep. Dit betekent dat een hondeneigenaar of houder de poep onmiddellijk moet opruimen. Er zijn twee uitzonderingen: in uitlaatplaatsen en losloopgebieden geldt geen opruimlicht. Hier hoeft de eigenaar of houder de poep niet op te ruimen. De deelgemeente wijst deze uitlaatplaatsen en losloopgebieden aan. Deze zijn duidelijk aangegeven met speciale borden. De deelgemeenten maken afspraken met Roteb over het schoonmaken van de uitlaatplaatsen en losloopgebieden waar hondenpoep ligt. De deelgemeenten maken ook afspraken met Stadstoezicht over de controle op de opruimplicht. Meer informatie over de aanwijzing en het schoonmaken van de uitlaatplaatsen en losloopgebieden in uw wijk en over de controle op de opruimplicht kunt u krijgen bij uw deelgemeente. In Rotterdam geldt ook een aanlijnplicht voor honden. Overal in de stad moeten honden aangelijnd zijn, behalve in losloopgebieden. Deze gebieden zijn met borden aangegeven. Stadstoezicht controleert of hondenbezitters of houders zich ook houden aan de aanlijnplicht. Net zoals bij de opruimplicht maken de deelgemeenten afspraken met Stadstoezicht over de controle op de aanlijnplicht. Meer informatie over de controle op de aanlijnplicht kunt u krijgen bij uw deelgemeente. Behalve Stadstoezicht controleert ook de politie op het naleven van de regels voor de aanlijn- en opruimplicht. Hondeneigenaren of houders die zich niet aan de hondenpoepregels houden, krijgen een boete van ? 90,-. Als de hondenpoep vervolgens niet wordt opgeruimd, ruimt de gemeente het op en worden de opruimkosten van ? 113,50 op de eigenaar of houder verhaald. Voor het niet aanlijnen van honden geldt een boete van ? 60,-. Als honden aanwezig zijn in een gebied waar dat verboden is, wordt een boete van ? 90,- opgelegd. Heeft u klachten over de vervuiling van de buitenruimte? Bel dan de gratis de gemeente Rotterdam op 0800-1545 (24 uur per dag) of meld uw klacht via het Klachtenformulier buitenruimte. Meer informatie op Hondenpoepinrotterdam.nl. | |
Leverende organisatie: | |
Stadstoezicht Rotterdam | |
Als het gaat om de buitenruimte, staat hondenpoep nummer één op de lijst van ergernissen van Rotterdammers. Niemand vindt het immers leuk om in hondenpoep te trappen. Bovendien ziet de straat er vies uit. Honden die niet zijn aangelijnd, kunnen een risico vormen voor de (verkeers)veiligheid.
In Rotterdam hebben de deelgemeenten bepaald dat er een opruimplicht geldt voor hondenpoep. Dit betekent dat een hondeneigenaar of houder de poep onmiddellijk moet opruimen. Er zijn twee uitzonderingen: in uitlaatplaatsen en losloopgebieden geldt geen opruimlicht. Hier hoeft de eigenaar of houder de poep niet op te ruimen. De deelgemeente wijst deze uitlaatplaatsen en losloopgebieden aan. Deze zijn duidelijk aangegeven met speciale borden. De deelgemeenten maken afspraken met Roteb over het schoonmaken van de uitlaatplaatsen en losloopgebieden waar hondenpoep ligt. De deelgemeenten maken ook afspraken met Stadstoezicht over de controle op de opruimplicht. Meer informatie over de aanwijzing en het schoonmaken van de uitlaatplaatsen en losloopgebieden in uw wijk en over de controle op de opruimplicht kunt u krijgen bij uw deelgemeente
In Rotterdam geldt ook een aanlijnplicht voor honden. Overal in de stad moeten honden aangelijnd zijn, behalve in losloopgebieden. Deze gebieden zijn met borden aangegeven. Stadstoezicht controleert of hondenbezitters of houders zich ook houden aan de aanlijnplicht. Net zoals bij de opruimplicht maken de deelgemeenten afspraken met Stadstoezicht over de controle op de aanlijnplicht. Meer informatie over de controle op de aanlijnplicht kunt u krijgen bij uw deelgemeente
Behalve Stadstoezicht controleert ook de politie op het naleven van de regels voor de aanlijn- en opruimplicht. Hondeneigenaren of houders die zich niet aan de hondenpoepregels houden, krijgen een boete van € 90,-. Als de hondenpoep vervolgens niet wordt opgeruimd, ruimt de gemeente het op en worden de opruimkosten van € 113,50 op de eigenaar of houder verhaald. Voor het niet aanlijnen van honden geldt een boete van € 60,-. Als honden aanwezig zijn in een gebied waar dat verboden is, wordt een boete van € 90,- opgelegd. |
| Aanlijnplicht honden: Opruimplicht hondenpoep: Verbodsgebied voor honden: |
Heeft u klachten over de vervuiling van de buitenruimte? Bel dan de gratis de gemeente Rotterdam op 0800-1545 (24 uur per dag) of meld uw klacht via het Klachtenformulier buitenruimte.
Meer informatie op Hondenpoepinrotterdam.nl. en op Honden uitlaten, hoendenpoep en uitlaatzones
De gemeente gaat de overlast van hondenpoep harder aanpakken. Vanaf volgende maand moeten hondenbezitters € 113,50 en een boete van € 90,00 betalen als zij de hondenpoep niet zelf opruimen.
Hondenpoep op straat? € 90 boete + € 113,50 kosten!
De gemeente gaat de overlast van hondenpoep harder aanpakken. Vanaf volgende maand moeten hondenbezitters € 113,50 en een boete van € 90,00 betalen als zij de hondenpoep niet zelf opruimen op plaatsen waar de opruimplicht geldt. In de speciaal aangewezen uitlaatzones ruimt de gemeente hondenpoep op. Hondenpoep is één van de grootste ergernissen van Rotterdammers want het trekt vuil en ongedierte aan en geeft de stad een vieze en vuile aanblik.
Opruimplicht
Om vervuiling van de openbare ruimte tegen te gaan heeft de gemeente plaatsen aangewezen waar een opruimplicht geldt voor hondenpoep. Veel hondenbezitters maken goed gebruik van de zogenaamde uitlaatzone’s of verwijderen direct de hondenpoep op plekken waar de opruimplicht geldt. De dienst Stadstoezicht handhaaft op de opruimplicht en Roteb zorgt voor het schoonhouden van de uitlaatzones. Ondanks alle inspanning is hondenpoep nog steeds een groot probleem in Rotterdam, het is één van de grootste ergernissen van Rotterdammers.
Lik op stuk
Rotterdamse hondenbezitters krijgen deze maand een brief waarin zij over de hardere aanpak worden geïnformeerd. Overtreders van de opruimplicht die op heterdaad worden betrapt krijgen een boete van € 90,00 en een rekening van € 113,50 voor het opruimen door de gemeente als de hondenpoep niet onmiddellijk zelf wordt opgeruimd. De totale kosten komen dan op € 203,50. Bovendien controleert de gemeente gelijk of de overtreder hondenbelasting heeft betaald. Als dat niet zo is, wordt een naheffing verstuurd. Het tarief voor een hond is in 2009 €115,68.
Handhaving Stadstoezicht
|