j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
1. Wat is integratie?
Het samenkomen van mensen en het betreden van plaatsen, landen en culturen.
2. Wie moeten er integreren?
Mensen die vluchten en hierheen komen en de mensen die andere culturen willen ontdekken.
3. Waar moeten deze mensen?
In de landen waar zij zich bevinden, komt omdat je in een gemengde cultuur meerdere culturen kan leren kennen.
4. Waarom is integreren zo belangrijk?
Vanwege de handel en om de wereld te ontdekken. Je leert de mensen en hun culturen beter kennen.
5. Wanneer kunnen we spreken van een geslaagde integratie?
Als mensen goed met elkaar kunnen omgaan, zowel in handel als in vriendschap en er geen racistische opmerkingen en gedachtegangen meer zijn.
6. Hoe kunnen we elkaar helpen om goed te integreren?
Door respect voor elkaar te hebben en door met elkaar om te gaan.