Het culturele online mzine van Rotterdam
antenne rotterdam

Antenne Rotterdam

jfmamjjasond
1610141923273236404549
2711152024283337414650
3812162125293438424751
4913172226303539434852
5183144

Magazine

week 47 | vrijdag 22 november 2024 00:14 uur | 2 bezoekers

Moederdag.....dag moeder!

Zit ik de rest van mijn leven op die jongensfiets, op weg van de brugklas naar huis, op weg naar de moeder die zolang ik maar blijf doortrappen en nooit bij dat huis arriveer, er in mijn gemankeerde kop altijd voor me zal zijn?

            ‘Wanneer zie ik je weer eens?’, vroeg ze en viel met een trefzekere stem die verongelijkt, onderkoeld, en tegelijkertijd demonisch klonk de deur binnen, en ze had hiermee zelfs bij Hannibal Lecture een rilling over de rug doen lopen.

Dit was eergisteren. Met dezelfde gekwelde toon vroeg ze me ooit welke kleur sokken ik droeg. Toen belde ze vanuit een afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis. Iedere middag om 5 uur precies ging bij ons de telefoon af. Mijn broer bleef met zijn rug tegen de verwarming leunen, een zoals altijd kwade zelfverzekerde blik in de ogen. Mijn zusje bleef onverstoord achter de Commodore 64 zitten om Wonderboy weer met gemak naar het volgende leven te tillen. Ze stak wat Croky chips in haar mond, Bolognaise smaak.

Niemand voelde zich schuldig, niemand voelde zich verantwoordelijk voor het opnemen van de telefoon, de telefoon had nog 5 minuten door kunnen rinkelen, indien ik niet zo’n lafaard geweest was. Had ik die telefoon ook maar niet beantwoord, dacht ik achteraf weleens. Aan de andere kant van de lijn hoorde ik de stem van een schim, de schim van de vrouw die ooit onze lieve moeder was. Niet zo lang terug, ik zat nog in de brugklas, fietste ik enthousiast van school terug naar huis, op weg naar haar en de warme veiligheid van ons mooie huis. Ik weet nog dat ik een maatje had die gescheiden ouders had en die als hij ‘s middags thuis kwam zichzelf moest vermaken tot zijn moeder terug was van kantoor. Ik moest er niet aan denken, zei ik toen, mijn moeder was mijn alles. Nog in ditzelfde schooljaar veranderde het 1 en ander. Onze lieve moeder begon zich opeens vreemd te gedragen. Ze was niet zo lief meer. Mijn verjaardagsuitje naar de bowling met enkele vriendjes was een ramp. Voor het allereerst in mijn leven hield ik een moment niet van haar, schaamde ik me zelfs. Toen ging alles heel snel. Mijn moeder werd steeds duivelser. Ze liep weg van huis om nooit meer bij ons in de Genestetlaan 24 terug te keren. In Amsterdam kocht ze 12 paar schoenen bij de Bijenkorf die haar allen te klein waren.

Na een lange afwezigheid keerde ze terug in het dorp, op een flatje in de beurt, er volgde een periode van ware terreur, zowel een moeder als een vader die zich als vervelende kinderen gedroegen, waar vooral mijn zusje het slachtoffer van was. Waarom ben ik zo zwak geweest om altijd maar die telefoon om 5 uur ‘s middags te beantwoorden? Waar kwam die angst vandaan?Ik had haar dus eergisteren, zo’n 24 jaar nadat ze ons verlaten had, aan de lijn, dit omdat ik mijn oma belde, en zij gaf me mijn moeder te spreken die bij haar een weekje aan het logeren was. Al deze hoempapa omdat mijn moeder’s jongere zus, tante Geert, op sterven ligt. Ik kreeg 1 week terug een kaart van mijn moeder, met hierin de trieste mededeling betreffende mijn tante en een foto. Een oude zwart-wit foto waarop mijn oma op het kraambed ligt, mijn tante beet houdend, een lelijke baby overigens, en mijn moeder als peuter toekijkend, met een wijsneuserig neusje de lucht in, het uiterlijk van een prinsesje. Mijn moeder, het oudste kind van 7. Altijd verdiept in de boeken. Zusjes en broertjes hadden een hekel aan haar hoogmoedige, dominante gedrag. Ik moest ook persee naar het Atheneum (er was geen Gymnasium in het Zuid-Hollandse dorp) en mocht niet minder dan ambassadeur worden. Een oudoom vertelde me ooit dat mijn moeder een hele mooie vrouw was toen ze jong was.   

Hoe groot is mijn hart, vraag ik me af. Een van mijn vrienden zei zich niet te kunnen voorstellen hoe het is om bang door het leven te gaan. Hij was nooit bang. Ik had ook van die momenten, zei ik, dat ik niet bang was. Haast overal waar ik in mijn leven bang voor ben geweest, blijkt achteraf volkomen terecht te zijn, en dit heb ik al eerder geschreven. Het leven is een ritje in een gruwelijke achtbaan, zonder veiligsheidgordels, met de stront en kots van jezelf en anderen over je heen gegoten, denk ik op mijn zwakste momenten. Toch lach ik mijn angsten weg vandaag de dag. Zelfverzekerdheid is niet anders dan het zijn van realistisch. Wat je niet breekt maakt je sterker, zeggen ze. Maar hoe definieer je het al dan niet gebroken zijn? Is het leven van een angstig leven, een somber leven, is dat niet het leven leiden van een gebroken mens? Angst kennen we allemaal. Maar het niet-bang zijn, dat is minder vanzelfsprekend.    Ik weet niet of ik mijn moeder ooit nog bezoeken zal. Waarom rijmt moeder eigenlijk op loeder?

Ik weet niet of ik ooit nog volledig zal genezen, of ik ooit de kracht en moed zal hebben om als moederskind zonder moeder het leven echt te leven. Zit ik de rest van mijn leven op die jongensfiets, op weg van de brugklas naar huis, op weg naar de moeder die zolang ik maar blijf doortrappen en nooit bij dat huis arriveer, er in mijn gemankeerde kop altijd voor me zal zijn?    

Het is me weer gelukt. Het schrijven van een therapeutische column. Ik ben tot nieuwe inzichten gekomen. Ik zal van die jongensfiets af moeten stappen. De kroeg in. Dronken worden. Mezelf in moeten laten met vrouwen van lichte zeden. Wat ben ik blij in Bangkok te wonen. Hoeveel mannen fietsen er in preuts en dogmatisch Nederland wel nog niet op de jongensfiets rond? Mannen aller landen, verenigt U, werp Uw moeders van U af, het enige wat U anders te verliezen heeft is Uw gezonde verstand. Toch is het minder makkelijk als je mijn moeder face-to-face ziet. Een klein mollig Joods uitziend vrouwtje, een knuffelbeer, iemand die altijd vreselijk grinnikte om mijn puberale grapjes, iemand die je tegen je aan wil drukken en wil zoenen en wil troosten en door het gitzwarte haar wil kroelen, en wil duidelijk maken dat het goed is zo en dat het leven ook zijn mooie kanten heeft en dat ik voor altijd en eeuwig vreselijk veel van haar zal houden en altijd veel van haar gehouden heb. Toch krijg ik zoiets mijn bek niet uit. Toch lukt het me niet. Ik denk aan mijn tandenloze broer in het gekkenhuis en mijn eenzame zus. Maar aan die jongen op die fiets, daar denk ik niet meer aan. Aan hem zal ik nooit meer denken.  

 
Array
(
)

*

laat dit veld leeg

Tweets about "#rotterdam"