j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
Bomans was vele jaren de meestgelezen schrijver van Nederland. Hij heeft meer dan 60 boeken en vele andere geschriften op zijn naam staan. Hij heeft tijdens zijn leven weinig officiële erkenning gekregen.
Bomans debuteerde in 1932, onder het pseudoniem Bernard Majorick, met Drijfjacht en Gebed voor Nederland. In 1932 schreef hij ook het historische toneelstuk Bloed en liefde waarin zijn karakteristieke humor al duidelijk herkenbaar is. De memoires of gedenkschriften van Mr. P(ieter) Bas verschenen in december 1936, met tekeningen van zijn jeugdvriend Harry Prenen die ook latere boeken van Bomans zou illustreren. Met Prenen richtte hij in hetzelfde jaar de "Rijnlandsche Academie" op, een pseudogewichtig genootschap waarmee zij de aangekondigde demping van de Haarlemse Bakenessergracht wilden voorkomen. Zij slaagden overigens in hun opzet. De Rijnlandsche Academie werd daarna vooral in een uitvoerige, maar helaas nooit gepubliceerde correspondentie voortgezet.
Bomans had twaalf jaar (1940-1952) nodig om de Pickwick Papers van Dickens te vertalen. Na de Tweede Wereldoorlog was er veel werk voor Bomans: hij werd aangesteld als kunstredacteur van de Volkskrant (tot 1946) en redacteur bij Elseviers Weekblad (tot 1949). Zijn strip Pa Pinkelman en Tante Pollewop, vanaf november 1945 in de Volkskrant, met tekeningen van Carol Voges, is een begrip geworden. (De strip werd in 1976 door de KRO voor televisie bewerkt, met Ton van Duinhoven in de rol van Pa Pinkelman en Maya Bouma als Tante Pollewop).
In 1950 riep Bomans de Haarlemmers op om lid te worden van de op te richten "Haarlemse Sociëteit Teisterbant". De sociëteit die onder haar 180 leden Lodewijk van Deyssel, Mari Andriessen, de later geroyeerde Harry Mulisch en Anton Heyboer telde, heeft haar stichter niet lang overleefd.
In 1956 richtte hij de Haarlem Branch van de Dickens Fellowship op, die hij de eerste jaren als president zou voorzitten. Landelijke bekendheid kreeg Bomans opnieuw door optredens in radio- en televisieprogramma's, zoals Kopstukken en Bomans in triplo. Hij werd een mediapersoonlijkheid, voor die tijd een nieuw fenomeen. Uitzendingen zoals Bomans in Vlaanderen en Bomans in Israël vestigden de aandacht even sterk op hemzelf als op zijn onderwerpen.
In 1971 verbleef Bomans, op uitnodiging van VARA en AVRO, een week alleen op het onbewoonde waddeneiland Rottumerplaat. Hij maakte er dagelijkse radioverslagen, getiteld Alleen op een eiland over zijn ervaringen met de tv-showman Willem Ruis als zijn gesprekspartner in Warffum. Deze radioverslagen zijn als luisterboek in 2006 op 6 cd's verschenen. Het primitieve verblijf lag hem niet; vrijwel zeker heeft het hem een terugslag bezorgd in zijn gezondheid.
Godfried Bomans stierf op 22 december 1971 op 58-jarige leeftijd aan een hartaanval en werd op kerstavond begraven op het Sint Adelbertskerkhof in Bloemendaal.
Meer over Bomans : http://nl.wikipedia.org/wiki/Godfried_Bomans