j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
Zo kan televisie heel leerzaam en inspirerend zijn, het internet de gemeenschapszin versterken en autorijden een poëtische meditatieve ervaring opleveren. Het is onmogelijk iets ‘absoluuts’ over ‘iets’ te zeggen. De natuurkunde is het in ieder geval nog niet gelukt, de wiskunde heeft geen fundament in de werkelijkheid en filosofie maakt iets helder zonder overigens ‘iets’ te kunnen bewijzen. Een eenvoudig punt bijvoorbeeld, een doodgewoon punt, een positie in de ruimte, bestaat in werkelijkheid niet. Het kleinste elementaire deeltje is een gebeurtenis, geen dingetje.
Dit alles neemt niet weg dat we prachtige bruggen kunnen bouwen, naar de Big Bang kunnen kijken en ja, verzin het maar, the sky is the limit zogezegd. Gelukkig is er in de werkelijkheid een limiet aan wat we kunnen bereiken. De hemel en de oneindigheid is weliswaar hier en direct om ons heen, we kunnen er alleen niets mee, we zitten vast in het nu. Verleden en toekomst bestaan slechts als projectie in het nu, alles is immers nu. Als je hierbij stilstaat, is maar één conclusie mogelijk: het leven zit perfect in elkaar. Ik heb dit overigens niet van mezelf, maar uit boeken. Wij zouden de perfecte wereld waarin wij leven, een magische wereld, nooit beter kunnen maken, ondenkbaar (probeer het maar).
Henk Oosterling, de bekende Rotterdamse filosoof (ik hoop dat hij dit leest, want dan kan hij er gehakt van maken, althans dat zal hij proberen) zei laatst: ‘Het interesseert me niet wat er 'in' mensen gebeurt, maar wat er tussen mensen gebeurt.’ Hij noemt dat inter-esse, tussen-zijn, ik ben het hier hartgrondig mee eens, alles bestaat tussen ons. Alles wat ‘in’ ons zit is een direct gevolg van wat ‘buiten’ ons is.
Wat is nu het punt van dit pleidooi ? Natuurlijk niet het ‘absolute’ punt, maar het alledaagse boerenlullenpunt. Welnu, wij hebben elkaar en de ‘natuur’ nodig, juist daar worden we gelukkig en gezond van. Dus al de luxe die wij nastreven is niet veel anders dan de verentooi van de indianen; rituele spullen in onze relationele dans.
Dit soort ‘natuurlijke’ uitgangspunten passen niet bij ons idee van de ‘rechtsstaat’ en het ideaal van de democratie. Het is dan ook niet meer dan logisch dat er nogal wat verschil zit tussen theorie en praktijk. Mensen zijn wellicht voor de wet gelijk, maar daar houdt het dan ook op. De slimme mensen verdienen altijd aan de domme mensen, zo zit het leven nu eenmaal in elkaar. In onze Nederlandse bureaucratische ‘rechtstaat’ wemelt het van de mogelijkheden zaken af te ‘dekken’, zodat de ‘sterken’ hun natuur kunnen volgen. Tegelijkertijd hoe gemakkelijker het voor de ‘sterken’ wordt, hoe zwakker ze worden. Op zeker moment stort iedere machtsconcentratie ineen, vernieuwing en verjonging is essentieel.
In de natuur maakt een leventje meer of minder niet uit, alles wordt toch hergebruikt en biedt nieuwe kansen. Het gaat in eerste instantie om behoud van de soort en dan pas het individu. De gedachte, dat ‘onze natuur’ niet op een leven meer of minder kijkt, is natuurlijk niet geruststellend. Maar dat is nu juist ook niet de bedoeling dat de ‘natuur’ ons geruststelt, scherp houden daar zorgt ze voor. De enige, die ‘ons’ gerust kan stellen zijn we immers zelf, het komt wel goed, valt wel mee, etc.
Het zal een tijdje duren, maar het zou zo maar kunnen (en dat heb ik van televisie), dat wij net als de dinosaurussen verdwijnen om plaats te maken voor een andere soort. Op de tijdslijn in dierentuin Blijdorp over de evolutie houdt de menslijn ook op na nog wat miljoen jaar en er zijn nog miljarden jaren te gaan voor de zon op is en ineenstort. Vermoedelijk wordt het een soort insecten, die ooit onze ‘resten’ zullen trachten te ontcijferen en zich verwonderen over hoe wij konden uitsterven. Zullen ze trouwens nooit een eenduidig antwoord op vinden.
De arrogante ‘Westerse’ eeuw is voorbij, wetenschappelijk staan we weer met beide voeten op de grond met een enorme hoeveelheid puzzelstukjes zonder voorbeeld. Alles zal echter achteraf een noodzakelijke fase blijken te zijn geweest voor iets nieuws, zoals een vader en moeder een noodzakelijke fase zijn voor een kind (bevruchting en opvoeding), het kind gaat echter zijn of haar eigen weg. We leven in een ‘magische’ wereld, die ons verstand ver te boven gaat, maar voor de mensheid geldt voorlopig; ‘business as usual’, tot de insecten het stokje overnemen.
Wat ik persoonlijk het meest ‘hoopvolle’ vind van deze tijd is dat we de holbewoner weer de hand kunnen schudden; we weten evenveel. We kijken weliswaar naar een andere ‘hemel’, maar de wereld zit vol met dezelfde ondefinieerbare en onvoorspelbare gevaren. Wij gebruiken dezelfde tactiek van rituele bezweringen om de ‘goden’ gunstig te stemmen en het noodlot te keren. Uiterlijk vertoon, objectief bewijs, veiligheidsbeleid, inspraak, gezondheidszorg, markteconomie, kortom het geloof is weer terug in vele verschijningsvormen en sterker dan ooit. We hebben rituelen nodig om te overleven en rituelen maken we samen. We kunnen op dit vlak nog veel leren van onze verre voorouders. Zij konden vermoedelijk veel beter omgaan met de natuur en elkaar, vooruitgang is relatief, ieder voordeel heeft zijn nadeel.
Ik wilde een luchtig stukje schrijven en dat is volgens mij wel gelukt.