Iedere dag zijn er weer mensen die een gevecht moeten leveren om er te mogen zijn, ze zijn er wel alleen wilt niemand ze zien.
Afgelopen week ben ik enkele keren aangesproken door (verslaafde) daklozen en iedere keer weer kreeg ik een ander verhaal van hen te horen. Het ene verhaal is nog triester dan de ander en of het waar is doet er niet toe. Mij boeit het absoluut niet of hun huis is afgebrand en de idioot zo stom is geweest om geen brandverzekering te nemen. Hij doet zijn verhaal, krijgt een sigaretje en gaat daarna bij de volgende proberen geld te scoren.
Zoals een kind volgens pedagoog van de eerste orde Langeveld mondig gemaakt dient te worden, zo moeten daklozen ook mondig gemaakt worden. Ze moeten voor zichzelf opkomen, ze moeten hun plaats in de maatschappij opeisen en schreeuwen om erkenning. Ze moeten als ratten uit hun steegjes komen en zich verzamelen op het Binnenhof in Den Haag, ze moeten de politiek duidelijk maken dat ze er mogen zijn. Het lullige is dat ze alleen worden erkent op het moment dat ze jarenlang een en hetzelfde kunstje flikken. Neem bijvoorbeeld de straatkrant verkoper bij de Bijenkorf in Rotterdam, als hij weg is dan vragen mensen zich af waar hij is. Of neem de straatkrant verkoper bij de Super de Boer aan de Botersloot, de hulpvaardige man wordt gemist op het moment dat hij er niet is. Deze mensen weten zich te presenteren en hebben na een lang gevecht hun bestaansrecht kunnen opeisen. Natuurlijk worden ze door de meerderheid zonder aangekeken te worden voorbij gelopen, maar die doen er niet toe. De mensen die ze een blik waardig gunnen, een gesprek met ze aangaan of die luisteren naar hun verhaal die doen er toe, die erkennen dat ze er (mogen) zijn.
Als je een gesprek met ze aangaat kun je ook eerlijk tegen ze zijn, zonder dat je hun situatie daarmee tekort doet. Zeg niet dat je geen losgeld op zak hebt, want een briefje van vijf voldoet ook. Zeg gewoon dat je geen geld geeft en wat boeit jou die laatste sigaret in jouw pakje? Na die laatste sigaret koop je toch weer een pakje, of niet?
Kort geleden sprak ik met een aan crack verslaafde zwerver, de man van een jaar of veertig was bijna vijftien jaar verslaafd. Volgens eigen zeggen raakte hij verslaafd na een zwaar auto ongeluk, hij kreeg destijds zware medicijnen en toen die te duur werden vond hij een pijnstiller in de heroïne. De verslaving zorgde er volgens hem voor dat hij alles verloor wat hem eigenlijk lief was. Te beginnen zijn ouders en broer van wie hij stal om zichzelf van de drugs te kunnen voorzien. Verslaafd, berooid en straks dood zonder dat degene die je lief hebben weten dat je dood bent. Hij keek niet bepaald uit naar zijn dood.
Ik wilde de man vragen waarom hij niet iets deed aan zijn verslaving, maar iemand die zo met zijn drugsverslaving in de knoop zit heeft al tal van pogingen gewaagd. Waarschijnlijk is zelfmoord iets wat regelmatig door zijn hoofd spookt, wellicht heeft hij al eens een poging of meerdere pogingen gedaan om van drugs en dit leven af te zijn. Zwaar verslaafd aan die teringtroep, zelfmoordpoging gedaan, niet gelukt en dan concluderen dat je leven zo kut is dat je niet eens in staat bent om er fatsoenlijk een eind aan te maken. Hoe triest is dat, dan ben je toch wel een Loser!
De man erkennen als levend wezen, ondanks zijn fouten is het minste wat wij kunnen doen om zijn pijn te verzachten. Het is niet eens zoveel gevraagd.
Je bent er, dus je mag er zijn! Slechts acht woorden zijn nodig om duidelijk te maken dat iedereen er mag zijn.
Karim Khaoiri