j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
Engagement - Een aantal jaar geleden, tijdens mijn studie Cultureel en Maatschappelijke Vorming (CMV) in Nijmegen, volgde ik een keuzevak genaamd: ’Geëngageerd Boeddhisme.’ Deze werd aangeboden door ‘Padma educaties’. Samen met klasgenoot, Frank, onderzocht ik een Zen commune in Leiden. Onderzoek tijdens dit keuzevak betekende; een bezoek aan de instelling, een interview met de initiator of leider van de instelling en een matige boekstudie (in dit geval over het Zen Boeddhisme). Wat ons het meeste is bij gebleven na het gehele onderzoek, na het aanhoren en het bestuderen van de grootse Zen filosofie; is de grote stok die zij gebruiken tijdens de meditatie sessie (Zazen).. Het hoofddoel van het keuzevak was geëngageerd boeddhisme dus het meditatie gedrag van deze Zen commune was voor ons, op dat moment, gelukkig, niet zo van belang. Het keuzevak werd beëindigd met een korte scriptie en een presentatie over deze specifieke Zen commune. We vonden de graad van geëngageerdheid van de Zen commune met hun directe omgeving absurd laag vergeleken met de grootsheid van de Zen filosofie die ze aanhielden. Een keer per jaar organiseerde ze een vlooienmarkt. Natuurlijk stonden de deuren van de tempel open voor iedereen die een devotioneel Zen aanhanger wilde zijn of worden. Het bevrijden van de (westerse) geest, het doel van Zen, is van onschatbare waarde en een erg nobele zaak.
Wet van de natuur - Nu, een aantal jaar later, laat het onderwerp me nog steeds niet los. Het is niet alleen omdat ik het afgelopen jaar een semi-intensieve studie Tibetaans Boeddhisme heb gedaan en praktisch naast Zijne Heiligheid de 14de Dalai Lama woon. Het is niet alleen omdat ik in een sterk Katholieke gemeente ben opgegroeid en dat mijn ‘Heeroom’ erg geëngageerd was in Indonesië. Het is niet alleen omdat we hier in India, de lokale bevolking met hun problemen zien kampen en dat het voornamelijk buitenlanders zijn, zoals ik en niet zoals ik, die hulp bieden. Of erger, buitenlanders, die zich bemoeien met de lokale problemen en hun idee van hulp aan de bevolking opdringen. En dit is niet de eerste plek die we bereisd hebben waar we iets soortgelijks aantroffen.
Laatst mailde een vriend ons met de vraag of we al een doel of reden gevonden hadden om ons leven aan toe te wijden. Natuurlijk, dit doel hebben we al vanaf onze geboorte; het leven “leven”. Zoals altijd reflecteert de vraag de gedachte van de vrager. In dit geval de welbekende vraag, wat is de betekenis van mijn leven? Ook al is de vraag aan ons gericht als vraag over onze levens, hij hoopt dat het antwoord hem zal inspireren, dat het een licht zal schijnen op een voorhem nog donkere, mistige of verborgen levensbestemming? Misschien zoekt hij een manier om de acties, de daden, in zijn leven te rechtvaardigen en zal het antwoord hem de premissen geven om deze te valideren? Wie zal het zeggen? Dat kan alleen hij. En als hij dat doet heeft hij waarschijnlijk ook al zijn antwoord gevonden. Dat is een wet.
Sinds mensenheugenis hebben we deze wet al. Het is geen natuurwet zoals “Newton’s” zwaartekracht wet, maar meer een wet zoals we over de natuur dachten voor de intrede van toegepaste wetenschap. Ik zal het voor het gemak hier ‘wet van de natuur’ noemen. Je zult deze wet van de natuur al vinden in de filosofieën van de oude Grieken, nog voor Socrates. In India vind je het al in de oude teksten van de ‘Upanisaden’ en het zal me niks verbazen als deze wet zelfs de fundamenten van de mystieke ‘I Ching’ heeft geslagen. De wereld van de tarot kaarten, helder ziende, mirakels, etc., allen zijn gebaseerd op deze wet van de natuur. Deze wet stelt: welke vraag iemand ook kan bedenken, het antwoord op deze vraag is al voor het verstand bekend. Was dit niet het geval, dan zou de persoon de vraag ook niet kunnen stellen. De reden waarom we niet altijd zelf al het antwoord denken te weten is omdat we ons zelf verstandelijk, mentaal en soms zelfs fysiek hebben gescheiden van het, sorry ik kon geen ander gepast woord bedenken, hogere.
Een meer wetenschappelijke verklaring kan gevonden worden als we deze zaak volgens een logisch deductieve methode behandelen. We stellen ons gewoon de vraag; hoe komen we tot een vraag? Bijvoorbeeld als je iemand vraagt, hoe laat is het? Hoe kom je tot de juiste woorden? Je bent bekend met het concept tijd en hoogst waarschijnlijk wil je jezelf op een soort van tijdlijn plaatsen. Dus eigenlijk vraag je dan, waar ben ik in de tijd? Als we nu beginnen met ‘waar’ is dat gemakkelijk want, als ik ben, ben ik hier. En als ik hier ben, ben ik hier op dit moment (in de tijd). Elementair is dit het enige juiste antwoord op de vraag, hoe laat is het? Redelijkerwijs verwachten we een ander antwoord, bijvoorbeeld zoiets als, het is nu een uur of kwart voor drie. Maar als we het wetenschappelijk zouden benaderen is dit antwoord slechts leeg gepraat of slechts ‘linguïstisch’ correct. Veel mensen zullen zeggen dat de wereld nu eenmaal zo in elkaar steekt, maar is dit zo? Het is misschien gepaster te zeggen dat wij in het westen nu eenmaal zo in elkaar steken, en dan nog zullen sommigen zich aangevallen voelen. Je kunt geen juist antwoord krijgen op een foute vraag. En veel mensen vinden dit prima. Wie ben ik om hier een punt van te maken? Dit brengt me terug bij mijn vraag van engagement.
De queeste - Als de vraag inderdaad het antwoord in de geest reflecteert, kan ik maar beter stoppen jullie lastig te vallen met vragen en de dingen zo formuleren dat het geen vraag is. Een stelling is me een beetje te pompeus, ik heb niks te stellen. Ik kan maar beter schrijven wat ik op mijn hart heb. Hier wordt de vraag een queeste. En jullie hebben geluk, want hier in India , wanneer ze het over het verstand hebben dan wijzen ze naar hun hart. En ik weet (of meer spiritueel: voel)dat ze gelijk hebben. Daarom zal het schrijven wat ik op mijn hart heb geen onwaarschijnlijk drama of schokkende verklaring zijn over mijn emotionele gevoelens, maar meer een schrijven over wat mijn geest bezig houdt. En ik heb al aangegeven wat dat is, de queeste, engagement.
Engagement is Karma - Als er over engagement of geëngageerdheid gesproken wordt, dan gaat het in mindere mate over de vrijetijdsbesteding van het individu in het sociale leven. Geëngageerd betekent bij de tijdsproblemen betrokken zijn ofwel het betrokken zijn bij maatschappelijke en culturele zaken. Op welke vlakken deze zaken zich afspelen zijn onder andere, Politiek, (inter)nationale en lokale gezondheid, milieu, recht en wet, vrijheid, terrorisme, religie,etc. Engagement betekent betrokkenheid bij de maatschappij wat verandering, opklaring, brengt in het welzijn van een persoon of een groep personen. Geëngageerdheid is dus meer als het bezorgt zijn over het welzijn van anderen, het is er ook aan werken welzijn te veranderen. Het handelen voor het welzijn van allen. Wanneer we een maatstaf zouden aanhouden bij de mate van geëngageerdheid zou deze mate het beste gemeten kunnen worden aan de hand van de output, het product wat men wegzet. Men hoeft niet meteen een ‘Marxist’ te zijn om te zeggen dat: ‘iemand is wat hij produceert.’ Zelfs in het ons bekende kapitalisme wordt er zo gemeten. Binnen de politiek kan dit soms wat anders zijn zoals duidelijk op te merken is tijdens, bijvoorbeeld, de verkiezingen. Daar is het niet het product waar iemand op wordt beoordeeld maar juist zijn woorden of de belofte. Het is misschien een gerust stellende gedachte dat de politiek hierin niet de enige uitzondering is. En dit is zeker niet verwonderlijk gezien het ‘Trivium’ (Grammatica,Dialectica en Retorica)bij ons zo’n hoge ogen opwerpt.
Product of werk is een groot deel van iemands geheel aan dagelijkse daden, gedragingen ofwel handelen. Binnen het Boeddhisme geven ze hier een bijzondere draai aan. Zij bezien het geheel van iemands handelen vanuit een ander perspectief. Vele zullen bekend zijn met het begrip ‘Karma’. Zo’n drieduizend jaar geleden hadden bepaalde groepen filosofen in het oude India hun eerste discussies over een oorzaak en gevolg relatie dat wij nu Karma noemen. Ze hadden een verandering van gedachte. De algemene overtuiging in die tijd was dat de zogenaamde ‘metempsychose’ (transmigratie van de ziel; ofwel zielsverhuizing) werd bepaald door de verschillende goden. Deze goden zouden de mensen veroordelen of beoordelen op grond van hun handelen en bepalen hoe en waar ze herboren zouden worden. Met andere woorden, het lot van de mens, na de dood, hing af van het nukken van de verschillende goden.
Het bedachte concept van Karma bleek goed te matchen met een ander concept wat toentertijd ook vrij nieuw was. Dit was het concept van ‘de Ene’, de zogeheten Atman-Brahman. Het woord ‘ene’ werd anders gezien als in zijn numerologische betekenis. Het concept van de ‘Ene’, de Atman-Brahman, kan beter gezien worden als het ‘al’ of het ‘geheel’. Alles vormt zich uit dit geheel en kan alleen in dit geheel bestaan. Dit geheel heeft geen begin en geen einde. Zelfs de goden zijn hieraan gebonden, zij bestaan evenals de mens enkel in dit geheel. Nu, als zelfs de goden uit dit geheel voortkomen, gelijk als de mens en alle andere creaties, waarom zouden zij dan beslissen over hoe het geheel zich continueert? Er moest een andere factor zijn die onze transmigratie beïnvloedt. In de Upanisaden vinden we de volgende tekst: ‘een mens bestaat uit verlangen (passie). Zoals zijn verlangen is zo is hij beslist. Zoals hij beslist is, zo zullen zijn daden (zijn handelen)zijn. En zoals hij zal doen, zo zal zijn bestaan zijn.’
In een andere passage vraagt ,‘de wijze, Arthabhaga’ aan de sage ‘ Yajnavalkya’ wat de mens wordt nadat zijn lichaam vergaan is. Yajnavalkya neemt de wijze apart opdat zij alleen dit zouden weten. En waarover zij spraken: zij spraken over het doen. En wat zij prezen is het werk (het handelen). Inderdaad, de mens wordt goed van goed werk en slecht van slecht werk.’
Zoals we hieruit kunnen concluderen, zien we dat hier een onafhankelijke kracht van actie en gevolg wordt beschreven. Dit wordt bedoeld met Karma.
Dat ‘Yajnavalkya’ hier de precieze werking verborgen houdt voor anderen kan op verschillende manieren worden uitgelegd. De kennis is occult (voor een kleine groep ingewijden toegankelijk) of misschien was het idee te nieuw voor de tijd waarin de dialoog zich afspeelde. Wat de rede dan ook moge zijn het mysterieuze over de precieze werking van Karma is bewaard gebleven in de doctrines van het Boeddhisme. Het kortste antwoord wat er, binnen het Boeddhisme, gegeven wordt op de vraag hoe Karma precies werkt met betrekking tot de transmigratie is, naast het antwoord: ik weet het niet, waarschijnlijk: ‘ Dat weet je wanneer je verlicht bent.’ Dus hoe Karma precies werkt is hier niet zo belangrijk. Wat belangrijk is, is de Karma zelf of anders gezegd iemands, werk, zijn handelen, het totaal aan gedragingen. Om het iets lastiger te maken, kan hierbij aangegeven worden dat het niet alleen gaat om het handelen wat van de buitenkant te zien is. Net zoals binnen de Christelijke overtuiging (denk aan de uitdrukking ‘Gods werken’ ), is handelen het gehele proces, startend bij de intentie waarmee je het handelen inzet en eindigend bij het resultaat en zelfs de tevredenheid hiermee. Dus wanneer je iets neerzet, in product of gedraging, wees dan ook gelukkig met het resultaat; tenminste, als je goed Karma wilt creëren voor geluk in dit leven en alle levens na dit leven.
Cultuur is een feest - Het groot scala aan ‘handelen’ vanuit geëngageerdheid is wat meer bekend als sociaal of cultureel werk. Op de middelbare scholen wordt het tegenwoordig vertaald naar het ‘vrijwillig’ werken bij een sociaal maatschappelijke instelling. Het wordt vaak een morele plicht gevonden om tenminste eenmaal in het leven te zijn bezig geweest met sociaal werk. Een divers aanbod van zogeheten ‘laagdrempelige’ culturele activiteiten wordt er georganiseerd, en de culturele evenementen en zogeheten ’community events’ zijn tegenwoordig erg populair. En als het samenkomen van mensen voor een demonstratie van ‘Tupperware’ producten een party genoemd kan worden, wat in het Nederlands een partij of feest heet . Dan is cultuur, wat het geheel is van het samen komen van mensen en hun producten, zeker een feest.
Tegenwoordig is ‘groene energie’ ook in de wereld van het culturele werk het magische woord. De kwaadaardige plannen van de tovenaar ‘Lord Voldemort’, de schurk in de Harry Potter series, zouden zeker zijn geslaagd, als hij het woord ‘Eco’ aan zijn toverspreuken had toegevoegd. In het kader van groene energie passen de milieu gerichte culturele activiteiten van engagement. Allerlei variaties hebben zijn er op dit thema, van recycling, wind energie, een hele reeks milieu vriendelijke en biologisch afbreekbare producten, permacultuur, red de bomen acties, urban farming, tot aan gehele eco villages. Groene energie is wat ons bindt, wat ons weer contact doet maken met de natuur en elkaar. Groene energie opent ons om weer contact te maken. Groene energie herenigt ons met de natuurlijke communicatie, met het gevoel, met het ‘natuurlijke’(sociaal) gedrag. Groene energie stimuleert participatie en leert hoe te zorgen voor elkaar en onszelf. Groene energie, groene energie, groene energie, halleluja. Het is gemakkelijk te bedenken dat de oorsprong van deze beweging zich in het westerse denken bevindt.
Het westerse denken is sterk beïnvloed door het christendom. Een term als commune (woon of leef gemeenschap), en zelfs communicatie, welke oorspronkelijk komen van het Latijnse ‘communio’ (het delen van gedachten en gevoelens), hebben tegenwoordig een sterkere gelijkenis met de variatie ‘communie’. Inderdaad, de broederschap van de heilige geest, zoals wordt verkondigd in de kerk. Ondanks dat de Eco-Bijbel nog in de maak is, zijn de Eco fundamentalisten genaamd de guerrilla tuinierders al lang en breed aan de gang. Het verschil tussen het ‘occulte’ en het ‘esoterische’ blijkt hierin niet zo groot, toch zien mensen minder gevaar in een Eco-village dan in een religieuze sekte.
In de Bijbel is de volgende tekst te vinden, het betreft het ontvangen van de ‘Heilige Geest’ (Johannes 14:16-17) ‘16-Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn -17. De geest van de waarheid. De ‘wereld’ kan hem niet ontvangen, want ze ‘ziet’ hem niet. Jullie kennen hem wel, want hij woont in jullie en zal in jullie blijven.’
De Heilige Geest is ons geweten en de bron van onze creativiteit en werken. Het maakt ons liefdevol, vreugdevol, vredig, geduldig, vriendelijk, goed, zachtmoedig, zelfbeheerst (gematigd). De Katholieken voegen hier nog gul, kuis en bescheiden aan toe. De Heilige Geest wordt vaak gesymboliseerd als wind, vuur en water, op de manier zoals deze tot de mens komt en in de mens leeft. Nu, vindt de overeenkomsten met de eco-gedachten in termen als wind energie, zonne-energie en waterturbines. De groene geest maakt heerlijk. De Heilige Geest wordt ook wel eens uitgebeeld als balseming. Dus het ‘gezegend’ voelen met een nieuwe Eco crème, is heel ‘natuurlijk’. We beschreven net Cultuur als ‘een’ feest, ‘een’ partij’. Begrijp dat dit sterk verschilt met de uitdrukking, cultuur als partij.
Revolutie - Het restaureren van het geloof in de natuur kan een ‘spirituele revolutie’ genoemd worden. Het verschilt misschien van het herstellen en groen verven van het huis van God, maar we proberen met de revolutie wel de fundamenten te leggen van verloren vrijheden van natuurlijke vormen van leven en gemeenschap. Dit handelen, dit grondvesten van vrijheid heet constitueren.
Als Obama als een revolutionair te boek gaat, dan zijn de ‘Founding Fathers’ (de grondvesters van het huidige Amerika) de trendsetters. Zij namen hun ‘inspiratie’ erg letterlijk. ‘in God we trust (op God vertrouwen we)’ is nog steeds het motto van elke dollar transactie die gemaakt wordt. Dit geeft toch een ‘Heilig’ tintje aan een alledaagse handeling. Het lijkt erop dat de queeste een dwaaltocht aan het worden is in het veld van revolutie, de Heilige Geest en engagement. Maar schijn kan bedrieglijk zijn. Een revolutie is gelijk aan engagement als het aankomt op de wil om het maatschappelijke welzijn te veranderen. Al is de revolutie in de meeste gevallen wat gewelddadiger en meer absoluut toch is de intentie er niet minder om. ‘Hugo Claus’ Les Miserables (De Ellendigen)’ toont op een prachtige wijze de oorsprong van de moderne revolutie. De Franse Revolutie. Het intrigerende beeld van de Barricade met daarbovenop een wapperende rode vlag vat het hele verhaal van deze revolutie samen tot één essentie. De Barricade symboliseert een abrupt einde. De wapperende rode vlag de woede van passie. Het volk was boos, ze waren boos omdat ze dood gingen van de honger en ze voelden zich machteloos. Ze wilden een einde,niet alleen aan hun armoede maar ook aan de bourgeoisie en de monarchie. ‘Liberté, égalité, fraternité’ (vrijheid, gelijkheid en broederschap)was het motto dat voortkwam uit deze revolutie. Een geweldige frase, een gedachte die nog steeds aanwezig is binnen de Franse gemeenschap, een vrucht van een revolutie die eigenlijk een mislukking was. Ongecontroleerde woede leidde al snel tot ongecontroleerd geweld. De Barricade die werd opgetrokken stopte de beweging, de doorstroming, en werd een gesloten waterbekken, een bassin gevuld met razernij. Waar geweld heerst zwijgen niet alleen alle wetten, maar alles en iedereen.
Geweld is niet in staat tot spreken of enige vorm van communicatie anders dan geweld zelf. Geweld is een kracht en niet een macht. De macht van het volk vormt zich daar waar mensen zich verenigen met de intentie samen tot actie te komen. Deze macht valt uiteen als deze mensen elkaar in de steek laten. De barricade werd gerezen om de monarchie ten einde te laten komen, maar zelfs toen de koning dood was bleef de structuur van de monarchie voortbestaan. De barricade stond daar om een einde te maken aan de armoede, maar de armoede werd steeds erger. Alles geconsumeerd door deze revolutie was inderdaad ‘ellendig’. Verassend genoeg zijn de vruchten van deze revolutie, vruchten van engagement: Broederschap, de zorg voor elkaar; Gelijkheid, de connectie met elkaar; Vrijheid, een plek waar we broederschap en gelijkheid met elkaar kunnen beoefenen (door communicatie en werk).
De constructie waarbij één persoon, benoemd door god, het rijk bestuurde werd vervangen met de constructie van de republiek. De hogere macht van de koning werd getransformeerd naar de macht van het volk. Omdat de wil van elk individu afzonderlijk altijd anarchistisch is, is de constitutie van de republiek wel gegrondvest in de wil van het volk maar vertegenwoordigt deze niet de wil van het volk. De constitutie vertegenwoordigt de ruimte waar de mensen hun wil kunnen beoefenen. Of in de woorden van een van de Amerikaanse ‘Founding Fathers’ John Adams:’ Laat ons handelend gezien worden,’ laat ons een ruimte hebben waar we handelend gezien kunnen worden.’ En zo werd Frankrijk, en later ook Amerika, als de vroegere Griekse en Romeinse polis, een commune.
Trivium - Een ander product van de constitutie, was een drie-eenheid van macht, ofwel de driedeling van de macht. De voorgaande ‘triniteit’ van religie, traditie en autoriteit, welke al aan het afbrokkelen waren, werd vervangen door de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht. In dit systeem is de rechterlijke macht de verbindende factor. Het drukt de ‘grond’ uit tussen de wetgevende en uitvoerende macht. Zonder deze zou de tussenruimte tussen wetgeving en uitvoering gekenmerkt worden door leegte, wat geen ontkenning van recht maar van vrijheid zou betekenen. Hoe dan ook, een constitutie start en eindigt bij de bereidheid van mensen om iets te doen, hun handelen, hun engagement. Ondanks de afbraak van de religie, bleef de drie-eenheid, ook na de revolutie het basis concept van de samenleving, en zelfs nu nog.
Ergens in het boek van Hannah Arendt ‘Over Revolutie’ wordt het handelen van mensen vergeleken met grammatica. In deze vergelijking zou de syntax (zinsbouw) dan de macht beschrijven. Een erg interessante vergelijking. Als we dit perspectief zouden toepassen op engagement, zou engagement verbonden zijn met een ander ‘driedelig’ concept, het al eerder genoemde ‘Trivium’; Grammatica, Dialectica en Retorica. In de tijd van de oude Grieken behaalde je de ‘Bachelor’ titel wanneer je deze drie beheerste. In de vergelijking van het Trivium met engagement zou het handelen een grammaticale regel worden.
Hier gaat het wederom om het totaal van het handelen beginnend bij de intentie, er is een wil, een drang, anders is er geen handelen. Dit handelen is de start. Vervolgens komt de Dialectica, de dialoog. Hier ontmoeten de diverse handelingen elkaar. Dit klinkt erg abstract maar een ander woord voor deze verzameling handelingen is ‘samenleving’ of ‘cultuur’. Als laatste treffen we de Retorica. Hier geraakt engagement op een platform, het niveau van het debat. De directe confrontatie, de krachtmeting, hier worden de kaarten open op tafel gelegd, de plannen bekend gemaakt. Op dit laatste niveau wordt de engagement publiekelijk vertoont en bediscussieerd. Voorbeelden van het niveau van Retorica zijn er genoeg. In de politiek is dit bijvoorbeeld de Senaat, ofwel de Eerste en Tweede kamer. In het bedrijfsleven neemt dit de vorm aan van een vergadering. In het privé domein van het gezin, de eettafel.
Het niveau van de Retorica hebben we door de eeuwen heen met ons meegedragen. Op dit niveau zijn vele gevechten beslecht, vele filosofieën en ideeën bekritiseerd en het zwijgen opgelegd. Alles bepraat op het niveau van Retorica moet opgesteld worden vanuit de andere twee niveaus. Meesterschap over Grammatica en Dialectica maakt iemand een autoriteit op het niveau van de Retorica. Meesterschap wordt hier behaald door redenering, het samenstellen of orden van de argumenten, een juist gebruik van de taal, het van buiten kennen van de stof en het gebruik van de juiste gebaren en intonatie.
Het stuwende om te staan en te buigen - Ondanks dat de drie-eenheid zichzelf in stand zou kunnen houden is er altijd een soort van autoriteit die binnen en buiten deze drie eenheid aanwezig is. Een be- of veroordeler, een soort ultieme rechter. Uiteindelijk buigen zelfs de meest charismatische advocaten naar het wetboek (welke de gemeenschap vertegenwoordigt) en de rechter. Het parlement buigt voor de constitutie, de grondwet, of de koning. De koning buigt voor god zoals de managers buigen voor de directeur. Oprecht als we zijn, in al onze voortreffelijkheid en zoals John Adams gezegd heeft: ‘Elk individu lijkt, grotendeels, te worden gedreven door een verlangen om, met zijn medeweten; gezien, gehoord, besproken, gewaardeerd en gerespecteerd te worden. Door de mensen rondom hem.’ In het kort: het verlangen om uit te blinken. Uiteindelijk moeten we buigen. Hoe langer dit uitgesteld wordt hoe lastiger of zwaarder het leven zal zijn. Buigen voor God, de vader, buigen voor onze kinderen, buigen naar elkaar, buigen naar de leraar, buigen, buigen, buigen. De ultieme conditionering. En waarschijnlijk voel je de contradictie al aan komen, we buigen zelfs naar ons verlangen om op te staan. Eigenlijk is het buigen heel moeilijk als je nooit op staat. En zo lijken we ons leven te leven, geheel geabsorbeerd door het buigen en weer op staan. De voornaamste bron van inkomen van zowel de geestgerichte als de lichaamgerichte therapeut.
In contrast met de genoemde ‘ultieme’ rechter maakt het niet echt uit of we nu buigen, opstaan of stil blijven; de voornaamste zaak hier is wie nu eigenlijk de veroorzaker, de doener, de handelende, de beslissende, de initiator is. Het is niet het buigen nog het opstaan zelf dat de geëngageerdheid behelst, het is juist dat wat de mens aandrijft, de mens beweegt, de mens stuwt, om te buigen en te staan wat de engagement aangaat. Het is een andere energie. Laten we het voor het gemak ‘het stuwende’ noemen. ‘Het stuwende’, stuwt ons in engagement, dat is zijn macht, en het is de stuwkracht die we op het platform van engagement tegenkomen. Het gaat hier echter over het handelend, betrokken zijn, het totaal van handelen wat een cultuur maakt, een handelen dat gekenmerkt wordt door het handelen van vele(pluraliteit). Een ‘individuele’ stuwkracht kan prachtig zijn maar is niet meer als inspiratie. Het stuwende is meer, het is de grond, het fundament waarvandaan de inspiratie zich kan ontwikkelen. Het stuwende is onpersoonlijk maar wordt gedragen door de verschillende individuen afzonderlijk. En hoe kan het ook anders? Het is de stuwkracht, ontsprongen uit het stuwende, die ons brengt op het platform van het recht of debat. Het is de stuwmacht, ontsprongen uit het stuwende, die een (leef)gemeenschap vormt, ofwel waardoor we de dialoog aan gaan. Het is het stuwende dat de basis is van de Grammatica, ofwel al het handelen. Het stuwende laat zich zien op elke laag van het Trivium en het is niet alleen de uiteindelijke rechter maar ook de maker, ontwikkelaar van het gehele concept van deze drie-eenheid. Enkel iemand die is blijven steken in de literatuur van ‘Freud’ beschouwt het stuwende als persoonlijk. Ondanks dat zijn theorie perfect past binnen het Trivium, versnippert, verkleint en onderkent het de grootsheid van het stuwende op dramatische wijze. Het stuwende persoonlijk nemen is als het maken van de statement; ‘Ik heb het internet gemaakt.’
Antropocentrisme - Afgelopen december (2011) werd er in het in Dharamsala gevestigde ‘upper TCV’ een bijeenkomst ‘Cosmology en Consciousness’ (kosmologie en bewustzijn) georganiseerd. Deze bijeenkomst stond in het teken van de dialoog tussen Boeddhistisch geschoolden en wetenschappers met betrekking tot geest en materie (Mind and Matter). Tijdens deze bijeenkomst begon ‘Professor Rajesh Kasturirangan’, professor aan de ‘Indian Institute of Science’ en de ‘National Institute of Advanced Studies’, zijn presentatie als volgt: ‘Het einde van het antropocentrisme is een roemrijke prestatie van de wetenschap. Startend bij ‘Copernicus’, hebben we het centrum van het universum op progressieve wijze van de mensheid af weten te schuiven. We zijn nu in staat om onszelf te beschouwen als zomaar een andere levensvorm op zomaar een andere planeet in zomaar een melkwegstelsel (nog niet in zomaar een universum, maar dat kan ook nog gebeuren). ….Wanneer het aankomt op subjectiviteit, brengt deze logica ons tot precies een tegenovergestelde beweging…de totale objectieve beleving van het universum wordt weerspiegeld en voorgesteld in mijn compleet geïsoleerde en subjectieve bewustzijn.’
Professor Kasturirangan’s presentatie ging over zijn onderzoek naar en zijn ontwikkeling van een ‘Nieuw Antropocentrisme (antropocentrisme = de mensheid beschouwen als centrum van de creatie)’ , geplaatst binnen het idioom van de Indiase Filosofen, gevonden in de zogeheten Advedische doctrines. Deze filosofische systemen, voorlopers van het vroege Boeddhisme, hadden zich al een benadering gevormd voor de wederzijdse afhankelijkheid tussen het object en het subject (de relatie tussen het beschouwde, object, en de beschouwende, ik, subject). Er zijn veel verschillende interpretaties binnen deze gedachte van wederzijdse afhankelijkheid. Sommige leggen het accent meer op de beshouwer, het subject. Zij stellen vanuit dit perspectief, bijvoorbeeld, dat deze wereld slechts een projectie van iemands bewustzijn is. Alles wat realiteit (echt) is voor iemand is imaginair, een creatie, een voorstelling van zijn eigen geest. Vanuit dit perspectief is de uitspraak ‘ ik heb het internet gemaakt’, ineens minder vreemd.
Anderen leggen accent meer op het beschouwde, het object. Vanuit dit perspectief kan men zeggen dat het object bewijst dat er een bewustzijn is dat het ontvangt.
Yama - De Boeddhisten hebben een eigen manier om met antropocentrisme om te gaan. Zij stellen dat de basis van de mens is samengesteld uit vijf aggregaten. Deze vijf aggregaten zijn vorm, gevoel, waarneming, mentale samenstelling en bewustzijn. De Boeddhistische filosofie is bekend om zijn doctrine over de afwezigheid van een, op zich zelf staande, zelf, de ‘zelfloosheid’. Met behulp van de vijf aggregaten beschrijven zij de afwezigheid van ik, mij en mijn. De Boeddhistische redenering is logisch:’Als de persoon bestaat uit deze vijf aggregaten waar is de ik, mij of mijn dan waaraan we refereren? Het foute perspectief op het zelf, je echte ‘ik’, is wat de Boeddha ‘onwetendheid’ noemt. Deze onwetendheid is de voornaamste reden waarom we gevangen, gebonden, blijven in het lijden van het cyclische bestaan, wat ‘samsara’ genoemd wordt. De vijf aggregaten worden gesymboliseerd als vijf doodshoofden op het hoofd van een godheid genaamd ‘Yama’. Yama’s afbeelding is voornamelijk bekend van een van de beroemde boeddhistische schildering : ‘het wiel van het afhankelijke ontstaan’(Wheel of dependend origination). Deze schildering wordt vaak gebruikt om de meest grootse filosofieën uit te leggen. De schildering toont het gespiegelde ‘subjectieve bewustzijn’ van de mens. Yama houdt in dit schilderij ‘het levens wiel’ vast. Dit wiel toont de zogenaamde ‘twaalf schakels van het afhankelijk ontstaan’. Het levenswiel stamt af van een tekening gemaakt in het zand door de Boeddha [voor een wereldse koning]. Hij gebruikte dit wiel om aan zijn discipelen de wetten van de conditionering uit te leggen. Hoe alles afhankelijk is van de oorzaak en gevolg relatie, hoe alles wat ervaren wordt een gevolg is, een resultaat van iets wat eraan vooraf gaat. Met andere woorden, hier werd de werking van Karma uitgelegd. Het wiel dat Yama vasthoudt kan beschouwd worden als een spiegel. Deze spiegel toont onze ‘innerlijke psychologische kosmologie’. Het toont onze innerlijke processen en hun effecten, onze frustratie, blokkades en pijn. Het toont gelukkig ook de maatregelen die hiertegen getroffen kunnen worden.
De verhandeling van het ‘wiel van het afhankelijke ontstaan’ wordt in elke Boeddhistische school onderwezen. Er is veel te vertellen bij deze schilderingen, wat het symboliseert en ons leert. Veel prachtige dialogen, verhalen en diepgaande filosofieën zijn er in opgesloten. Echter, wat hier relevant is met betrekking tot het ‘subjectieve bewustzijn’ is, dat in de ‘twaalf schakels van het onderling afhankelijk ontstaan’ bewustzijn maar een kleine rol speelt in het geheel. Het is slechts een schakel. In de schildering wordt het bewustzijn afgebeeld als een aap, springend van de ene tak of huis naar het andere. De twaalf schakels zijn: onwetendheid,vormende krachten / gedragspatronen (Karma), bewustzijn, lichaam en geest (ook wel naam en vorm genoemd), zintuiglijkheid, contact, gevoel, begeerte, gehechtheid, het wordingsproces (potentieel bestaan), geboorte en als twaalfde schakel treffen we ouder worden, ziekte en de dood. Wanneer je een schakel weet te breken, dan ben je bevrijd uit ‘samsara’.
Onwetendheid - Professor Kasturirangan laat nog ruimte om te denken dat de wereld buiten ons wordt weerspiegeld in ons, wat gelijk loopt met zijn these over het steeds objectiever worden van de wereld. De Boeddhistische schildering daarentegen laat ons enkel onze innerlijke wereld zien alsof het wil zeggen dat de wijsheid in het innerlijk zit en dat dit wordt weerspiegeld door de wereld buiten ons. Een ander verschil tussen het onderzoek van professor Kasturirangan naar het ‘nieuwe antropocentrisme’ en de Boeddhistische doctrine is dat de professor in zijn onderzoek in aanvang nog uitgaat van ‘mijn’ bewustzijn. Het Boeddhisme gaat uit van een zelfloosheid, een volledige afwezigheid van het ik, het mij en het mijn.
In de queeste van geëngageerdheid,geëngageerdheid dat onpersoonlijk is, zullen we de professor, op dit punt, terug in de cavalerie moeten plaatsen. In de queeste zal hier het pad van antropocentrisme vanuit een wat meer Boeddhistisch perspectief worden betreden. Jammer genoeg zijn ook op dit pad een aantal valkuilen. Een daarvan is het concept van de ‘Boeddhanatuur’. Een andere is het concept van het zogeheten ‘subtiele bewustzijn’. Beide zouden gemakkelijk kunnen worden aangezien als het stuwende, terwijl ze dit niet zijn. Begrijp dat beide concepten te groots zijn om met een paar woorden beschreven te kunnen worden.
Het concept van de Boeddhanatuur vertelt dat deze natuur onze drijfveer of aspiratie is om het Boeddhaschap te bereiken. Helaas wordt deze natuur geblokkeerd, versluierd, door onwetendheid. We weten nu dat deze onwetendheid de misinterpretatie is van het bestaan van een (‘onafhankelijk’) zelf. En deze onwetendheid daar moeten we van af. Een gelijke, maar niet hetzelfde, concept van onwetendheid kan ook gevonden worden in de teksten van de Bijbel en de Koran waar deze als grootste verduisteraar van het ‘pure hart’ wordt weergegeven. Onwetendheid in deze gevallen wordt dan vertaald als ‘ongeloof’. In de Koran wordt dit gesymboliseerd aan de hand van een passage betreffende het opensplijten van de borst van de profeet ‘Mohammed’. In deze passage wordt beschreven hoe de profeet Mohammed in zijn kinderjaren, toen zijn beide ouders nog in leven waren, met andere kinderen van het dorp buiten aan het rennen was. Opeens verschijnt de aartsengel Gabriel, hij grijpt de jonge Mohammed, drukt hem op de grond en splijt de borst van het kind open. Vervolgens haalt hij het kinds hart eruit, verwijdert een ‘zwarte substantie’ wat zich rond dit hart bevind, en plaatst het ‘schone’ hart terug. Gabriel heelt de borst van Mohammed en verdwijnt weer. Een niet zo’n smakelijke passage misschien, maar met deze daad van Gabriel werd Mohammed gereinigd, bevrijd van de duistere wolken van onwetendheid. Als het gaat om de Boeddhanatuur, dan zal deze pure intentie tevoorschijn komen als onwetendheid overwonnen wordt. Wat het pure hart, evenals Boeddhanatuur, anders maakt als het stuwende is dat het stuwende ‘is’. Het is niet bedolven, niet verscholen, het is een constante, het gaat voorbij aan het ‘concept’.
De ultieme waarheid - Het ‘subtiele bewustzijn’ is een woord om ‘dat’ aan te geven wat, na de dood, transmigreert naar het volgende leven. Het ‘subtiele bewustzijn’ is niet gelijk aan de ziel die we bij de Christelijke overtuiging aantreffen. Het verschilt ook van de Shamanistische interpretatie van de ziel. Het ‘subtiele bewustzijn’ is licht verbonden met het, gemakkelijk te begrijpen en moeilijk te bevatten, concept van de Indiaase ‘Atman’. Het subtiele bewustzijn komt op, net als ‘Atman’, in onze periode van ‘diepe slaap’ en net na de dood. Het subtiele bewustzijn kan gezien worden als de bodem waar de ‘zaden’ van Karma in geplant worden. Dit bewustzijn wordt gedragen door de zogenaamde ‘subtiele wind’, een ander Boeddhistisch concept. Waarom het stuwende anders is als ‘subtiel bewustzijn’ is omdat het, net als de Atman-Brahman, vrij is van enig ander concept. Het stuwende, is de ruimte waar dit alles gebeurt. Het stuwende laat zich beter beschrijven op het niveau waar de vijf aardse elementen (water, vuur, etc) zich tonen. De Boeddhisten zouden dit de ‘niet samengestelde ruimte’ noemen, in hun woorden niet een ‘conventionele waarheid’, maar een ‘ultieme waarheid’.
Het Boeddhistische pad volgende, keren we naar binnen om het stuwende te vinden achter de geëngageerdheid. Het heeft de volgende kenmerken: het is onpersoonlijk, iets simpels, het is on-bedekbaar, het is een ultieme waarheid. Het is de kracht die ons het hogere, of de meer sublieme wijsheid, laat zoeken. Of zoals de introductie van ‘Star Trek the final frontier’ laat horen, daar laat gaan waar niemand anders ooit geweest is. Het is de kracht die ons ook weer naar beneden, terug onder de mensen, op gemeenschapsgrond, brengt. Waar we doen wat we doen, alleen maar om anderen te helpen. Wat dreef Nietsche’s Zarathustra de berg op en later weer naar beneden? Zarathustra trok zich terug op een hoge berg om de ultieme wijsheid op te verkrijgen. Toen hij daar een aantal jaar geleefd had en vol was van de wijsheid van de zon wilde hij vloeien. Hij wilde vloeien als een rivier, de voornaamste metafoor van de Taoisten, vloeien als een rivier als in het ‘een’ zijn met de Tao. Waarom kwam Mohammed uit zijn grot na de boodschap van Gabriel? Hij kon zeggen tegen de boodschapper van Allah dat hij zijn eenheid met Allah voelde, hij kon in zijn grot blijven genieten van deze ultieme waarheid. In plaats daarvan verliet hij zijn grot om het woord onder de mensen te verkondigen, om voor en met zijn mensen samen te strijden. Mohammed kwam naar beneden met zijn versie van het trivium, hij preekte:’De wet is mijn woord, het pad mijn handelen, de waarheid mijn innerlijke staat van zijn’.
De Boeddha kwam eerst uit zijn kasteel en vond na zes jaar extreme ascetisme de middenweg. Hij bereikte verlichting en kwam daarna uit het ‘zoete’ Nirvana om ons te vertellen over de ‘vier nobele waarheden’. Hij offerde zijn verdiensten, verzameld in eons en eons van cyclisch bestaan, aan alle levende wezens.
We zijn alle bekend met deze of andere geweldige verhalen. Verhalen over helden, profeten, heiligen, wetenschappers, politieke figuren, koningen, dictators en gewone mensen welke met een daad van zelf opoffering, onpersoonlijkheid, hun handelen, werken, in de wereld verspreiden. Maar laten we ons niet blindstaren op deze verhalen, deze kunnen ons hooguit inspireren. Gezocht wordt hier de aspiratie, de drang, de intentie dat ons doet verlangen naar dit soort verhalen, het stuwende dat ons geïnspireerd doet worden. De boodschap dat in het merendeel van deze verhalen wordt weergegeven, is een ondergang voor of na een wonderlijke verrijzing (in Nietzsche’s Zarathustra word dit heel duidelijk gesteld wanneer er geschreven wordt dat Zarathustra zijn ‘ondergang’ begint). De Karakters in de verhalen buigen eerst, zijn onbetekenend en met of door een kracht groeien ze op als een zonnebloem, reikend naar de zon. En eenmaal volgroeit, buigen ze vol gratie, zwaar met zaden ,vruchten. Klaar om geoogst te worden, gekapt met het mes, hun zaden over de grond verspreidend. Dus wederom opstaan en buigen of buigen en opstaan. Waak ervoor om niet in de metafoor gevangen te worden, de bassin of vissenkom waarin de vis rond en rond zwemt, de cirkel redenatie, of de cirkel van samsara. De reden waarom deze verhalen blijven plakken in ons geheugen is door de getoonde asymmetrie in het verhaal. De asymmetrie aanwezig op de plek waar het verhaal verteld wordt en de asymmetrie gevoeld door de luisteraar. Ze continueren in onze cultuur als een aanstekelijk deuntje in onze gedachten, we kunnen ze er eenvoudig weg niet uit krijgen. ‘Leonardo da Vinci’ liet deze asymmetrie duidelijk zien in zijn beroemde schilderij de ‘Mona Lisa’. Je kunt naar dit schilderij blijven staren en nooit zul je hetzelfde gevoel erbij hebben, je hebt het idee steeds weer iets nieuws te zien. De asymmetrie is de dissonant in een opera, de ‘kit kat’, de ‘cup a soup’ of de ‘coca cola light break’ op de werkdag. Het is de macht dat dingen doet groeien, en de kracht dat ze doet verdwijnen.
Dit is het stuwende.
Eureka! - riep Galileo door kerk. Toen hij de kerk verliet, ‘na het zingen’, was hij vervuld, bevangen met het concept van de slinger beweging waarvan het idee zich tijdens de mis aan hem voordeed. Zijn leven eindigde vervloekt door dezelfde kerk. Hij werd veroordeeld vanwege het kritisch bevragen van het toen geldende ‘Heilige’ concept van Antropocentrisme. Hij bracht met zijn theorieën de orde binnen de ‘Heilige commune’, de ‘Heilige gemeenschap’, genaamd de menselijke aarde, de creatie van God, in gevaar. Een queeste bekend geworden met ‘Copernicus’, zoals professor Kasturirangan al vermelde in zijn presentatie. Galileo’s queeste is echter gewoon weer een verhaal in gewoon weer een (andere) tijd. Het haalt het succes (het oprijzen) en de ondergang aan. Het stuwende in het verhaal is ‘de queeste’ van eerst de Griek Aristarchus van Samos (310 – ca. 230 BCE), daarna van Martianus Capella (5e eeuw na christus), toen Copernicus en later Galileo. De wetenschap bevrijdend van de Barricades van de toen geldende gedachte. De Barricades die de gemeenschap binnen hielden en de wereld buiten. Het stuwende is dat er een Galileo was zoals er ook een Copernicus was. Het stuwende is ook dat we ze willen herinneren, ze behouden in onze gemeenschap, onze cultuur. Hun kracht richtte hen te gronde maar de queeste is er nog.
En zij wisten, net zoals Yama dat wist, dat de queeste zou voortbestaan. Yama is in de Boeddhisme symboliek de god die de spiegel vasthoudt. Yama, met zijn monsterlijke verschijning zoals hij nu bekend is, was voorheen een monnik. Zijn verhaal gaat als volgt: ‘Yama kwam, toen hij monnik was, bij een oude wijze, een hoog gerealiseerde man in het Boeddhisme. Deze vertelde dat Yama nog in dit leven verlicht zou geraken als hij 50 jaar aan een stuk zich zou toeleggen op meditatie. Yama ziet dit wel zitten en gaat in retraite in een afgelegen grot ergens in de bergen. Na 49 jaar, 11 maanden en 29 dagen breken er twee dieven bij hem in. Deze vinden geen goud en sieraden, Yama is immers een monnik, enkel een oude koe. Vervolgens zien ze Yama zitten. De dieven besluiten Yama uit zijn meditatie te halen. Ze drijven de koe voor Yama en onthoofden het dier. Yama reageert niet en blijft in zijn meditatie. Vervolgens besluiten de dieven ook Yama te onthoofden. Yama reageert nu wel en smeekt voor zijn leven. Hij zegt tegen de dieven dat hij bijna verlicht is, maar de dieven tonen geen medelijden en Yama wordt onthoofd. Ondanks dat de bijna verlichte Yama door zijn verdienste een plek in de wereld van de goden krijgt, keert hij uit woede terug naar de aarde. Hij vermoordt de twee dieven, maar zijn razernij is daarmee niet gestild. Hij besluit de hele mensheid te vermoorden. De Tibetanen krijgen weet van wat zich heeft voorgedaan en vrezen voor hun leven. Ze bidden tot een andere godheid, een Boeddha. Deze stopt de oplosgeslagen god. Yama toont erg veel berouw en krijgt hierdoor het laatste inzicht; hij beëindigt de weg en geraakt verlicht.
Yama’s queeste, het stuwende, is behouden. Yama, in zijn kracht, besteeg de Barricade en in plaats van erover heen te klimmen plaatste hij de rode vlag. Zijn monsterlijke verbeelding symboliseert de barricades van tijd, vergankelijkheid en de dood. De Boeddhisten leren dat we gevangen zijn, opgesloten tussen Yama’s klauwen en tanden. Maar zoals we nu weten, uitgelicht door Yama die de spiegel vasthoudt en niet zichzelf, het stuwende vloeit en is niet opgesloten. Het is een constante, niet veranderend. De verlichte Yama is net zoals het stuwende vrij van tijd, vergankelijkheid en dood.
Geëngageerdheid, het stuwende in zijn meest subtiele vorm
De queeste van professor Kasturirangan, de zoektocht naar een ‘nieuw Antropocentrisme’, is van nut in de praktijk van de geëngageerdheid. Het onpersoonlijke wordt door een objectiviteit naar zowel het object als het subject vergemakkelijkt. Geëngageerdheid is het stuwende in zijn meest subtiele vorm. Het is een queeste in het proces van het handelen, een queeste in de verschijning als resultaat en een queeste op de manier waarop het zich continueert. Het is een queeste die er eigenlijk al is. Het hoeft niet gevonden of geïmporteerd te worden. Zoals ze in de ‘Upanisaden’ zouden kunnen schrijven: ‘Het is binnen,het is buiten, het is boven en beneden, links en rechts, het is er voor en er na.’Het is constant.
Ook al zijn cultureel en sociaal werk (community work) een vorm van geëngageerdheid, geëngageerdheid zelf staat buiten de cultuur, als gemeenschap. Sterker nog, cultuur als gemeenschap kan juist een barricade zijn. Al eerder zagen we de sterke samenhang van de woorden commune en communicatie met het woord communie. Deze samenhang wordt gemakkelijk een ‘Babylonische’ spraakverwarring met eenzelfde catastrofe als gevolg. De gemeenschap is een concept, en zoals ieder concept heeft het haar structuur. Deze structuur is opgeworpen om eenheid te smeden, wat op zich een daad van geëngageerdheid kan zijn. Echter, op het moment dat deze eenheid er is, verwordt het tot een macht, een macht welke kan vallen. De structuur van een gemeenschap is bekend, het is vervaardigd uit allerhande waarden en normen. Toezeggingen, beloftes en verplichtingen houden de samenleving bij elkaar als een soort magneet. Macht en kracht kunnen gezien worden als autoriteit, autoriteit als een overheid en dus een persoon. Geëngageerdheid bevindt zich op een ander niveau. Het, op het stuwende gebaseerde, engagement heeft geen opgeteld resultaat. Het is van onschatbare waarde, het is een constante. De leuze; ’eenheid maakt macht, verdeeld vervallen we, eenheid is kracht’, is een hele wijze leuze, maar staat ook aan het begin van een barricade met de rode vlag. De leuze is waarschijnlijk vanuit een strategisch perspectief tot stand gekomen. Het kan opgevat worden als een gecalculeerde gedachte waarbij één en één, twee maakt. Het kan een waardevolle gedachte zijn in iemands persoonlijk leven in de gemeenschap, maar geëngageerdheid is gericht op het stuwende. Het één en één, twee maken is het optellen van twee nummers maar ook een daad van generaliseren van de voorheen individuele ‘enen’. Het reduceren van mensen naar nummers maakt mensen onpersoonlijk, maar twee als een eenheid is het opwaarderen van twee individuen naar een persoon en dus met een persoonlijkheid anders dan de ene individu. Dit zien we duidelijk terug in uitspraken als ‘De overheid is verantwoordelijk voor… ’, ‘Nederland staat in de belangstelling’ etc. Geëngageerdheid is niet persoonlijk en is gericht op het individu. Een voorbeeld van dit handelen zien we in Jezus’ Passie en de Boeddha’s compassie. Deze (com)passie was niet persoonlijk het was persoonlijk gericht, naar elk individu. Elk individu werd behandeld als een persoon, volledig geaccepteerd en gewaardeerd. Zij deelden of spiegelden wat zij van binnen voelden.
De Dalai Lama prijst de werken van de Christelijke gemeenschap, hij beschouwt ze als erg succesvol. Daarin heeft hij zeker gelijk. De kracht van het getoonde sociaal- en cultureel werk is inderdaad bewonderingwaardig. Elke missionaris die de kerk uitzendt is als een ‘nederzetting’ op zichzelf. Met hem (of haar) pratend is alsof je een huis betreedt, het huis van ‘God’, in al zijn betekenissen. En zelfs als je niet in God gelooft, geeft dit huis je alsnog het gevoel van gemoedelijke, moederlijke, warmte. En alsof dat nog niet genoeg is, je krijgt er een hele familie bij. Ondanks dat een huis ook benauwend kan zijn, blijft het verbluffend te zien hoe de seculiere kracht van de kerk zich vormt tot een kracht en van de kracht weer kan overgaan tot een macht. Zelfs op het niveau van de krachtmeting hebben ze een meer dan keurig repertoire (denk bijvoorbeeld aan ziekenhuizen, universiteiten, de geweldige architectuur en wetenschappelijke vernieuwingen). Hoe dan ook, geëngageerdheid zoals bediscussieerd in dit essay verschilt hiervan. Het is een manier van sociaal en cultureel handelen waarbij de oorzaak een resultaat is en het resultaat een oorzaak.
Terug naar de ellendige - Veel theatrale werken zoals musicals of opera’s, maar ook in boeken, films en soaps, beschrijven een liefdes verhaal. Een verhaal over liefde geplaatst tegen een achtergrond van een ondergaande wereld. Dit is een ander voorbeeld van de, al door ‘da Vinci’ getoonde, asymmetrie. Deze achtergrond heeft meerdere functies, het beschrijft soms ook, bijvoorbeeld, de destructieve natuur van één of alle karakters, hun gedrag, de aard van hun relatie, etc. Dit concept noemen we ‘drama’. In veel ‘Hollywood en Bollywood eindes’ blijft de ‘Liefde’ overeind. Zelfs als al het andere vernietigd wordt. Iedereen is wel bekend met het verhaal van ‘Romeo en Julia’ waar beide karakters tegen de achtergrond van een Familie vete liefde vinden en ’dramatisch’, aan hun eind komen. Aan het bittere einde staat daar nog steeds de ‘Liefde’ als een soort van onverwoestbaar monument….snik, snik…geweldig!
Er zijn vele voorbeelden, zo werd Hugo Claus’ ‘Les Miserables’ (de ellendige) genoemd. Zelfs hier. Te midden van de Barricades, te midden van het verhaal van de constant opgejaagde voortvluchtige goedhartige, rechtvaardige en moedige Jean Valjean. Te midden het feit dat allen getekend zijn ellendig te zijn, zelfs de ellendigheid zelf en natuurlijk ook de liefde. Daar speelt het liefdes verhaal van ‘Marius en Cosette’. Terwijl Marius’ mede studenten bezig zijn met het plannen en uitvoeren van aanvallen, in hun verwoede poging de Barricades te behouden, in het gevormde bassin gevuld met razernij en gekte, loopt Marius rond met zijn hoofd in de (roze) wolken. In de musical, gecomponeerd naar het verhaal van ‘Les Miserables’, grapt één van de mede studenten over Marius. Hij zingt’ ….dit is beter als een opera!’.
Handelen in een speelveld - Geëngageerdheid is handelen in de samenleving als gemeenschap op de plek waar het grappen maken op borrelt. Het zien van de asymmetrie.
In de vroege jaren van ‘Cosette’, in het verhaal van ‘Les Miserable’, wordt Cosette gebruikt als een sloofje van een herbergiers familie de “Thenardier’s”. Ze ontvlucht de ontberingen die ze te verduren heeft in haar droom. In de musical is dit vertaald naar een prachtige solo ‘daar in een luchtkasteel in de wolken’. Ze droomt van een luchtkasteel, een plek, een wonderlijke gemeenschap. In haar droom construeert ze dit gebouw met de regels die deze plek maken. Ze droomt niet van goud maar van een plek waar kinderen ‘lieflijk’ samen spelen, een plek ‘waar niemand schreeuwt of te hard praat, niet in ‘mijn’ luchtkasteel in de wolken’. Geëngageerdheid ziet het kasteel maar richt zich op de wolken. Het kasteel is het concept, geconstrueerd door Cosette’s verlangen om zichzelf te bevrijden uit de situatie waarin ze zich bevindt. En ze beschermt dit kasteel door het te verbergen in haar droom. De wolken is de plek waar het kasteel gebouwd wordt, een ondefinieerbaar veld met oneindige mogelijkheden. De wolken zijn het speelveld. Een speelveld waar kinderen elke dag nieuwe lijnen kunnen trekken voor weer een nieuw spel, of voortzetting van een oud spel. De oude lijnen verdwijnen met tijd, regen of sneeuw, zolang er geen (agressieve) waterproof materialen gebruikt worden. Geëngageerdheid is handelen in de wolken, het sociaal en cultureel handelen in een oneindig speelveld.
Het eerste PiYama feest
Geëngageerdheid kan brengen, kan geven, kan nemen, kan veranderen, kan stabiliseren, kan herstellen, kan opbouwen, kan geboorte geven en kan zelfs constitueren, maar bovenal is geëngageerdheid een queeste. Een handelen, drijvend op de asymmetrie tussen wijsheid en methode, daar waar cultuur zich bevindt en ‘Heilig’ zomaar een kracht is op zomaar een veld van krachten die kunnen inspireren. Geëngageerdheid is een continu voortzettende handeling van waardering en bewondering. Het beginnen met Geëngageerd handelen is gemakkelijk; start gewoon met A, Appreciëren.
Ik beschouw dit essay als een voortzetting, een transformatie en een nieuwe vorm van handelen wat ik voorheen ‘JIJ’ noemde. De geboorte van ‘PiYama’. Dit is het eerste PiYama feest, fijn dat je er bij bent.
Oorzaak is een resultaat en resultaat een oorzaak.
‘De zoon wordt de vader, de vader wordt de zoon’
(the son becomes the father, the father becomes the son)
-Superman-
Uitkijkend naar het volgende PiYama feest,
vervolg ik…. beheerst, bewust, oplettend en onmetelijk genietend.
-Dharamsala,februari 2011 -
De Heilige Commune van Stanley Pashouwers is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Unported licentie.
Gebaseerd op een werk op www.piyama.org.