j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
Dit artikel heb ik samen geschreven met Lieke Lamb. Alle kudo's voor de trends gaan uit naar haar. TrendStrateeg Lieke Lamb is managing partner bij BureauTrendWatcher.com. Naast haar Trendpresentaties geeft zij wekelijks haar TrendsVerwachting bij BNR Nieuwsradio en schreef zij het trendboek ‘Your Future!’. Op twitter is zij te volgen via @LiekeLamb.
1. Social Gateway
Internet first is een ontwikkeling die zich steeds verder doorzet. Social media zijn er niet enkel meer ter ondersteuning van traditionele media, maar worden in 2013 meer dan ooit de gateway naar de reguliere media, zoals TV, radio, kranten, tijdschriften. Social media worden juist het startpunt om naar een tv-programma te kijken of een event te bezoeken.
Media-ontsluiting
Traditionele media, zoals kranten en televisie, worden steeds meer afhankelijk van social media, omdat dáár de lezers en kijkers vandaan komen. In plaats van op tv-oproepen te reageren via social media, gebeurt het nu steeds vaker andersom: via social media worden mensen geattendeerd op tv-uitzendingen, evenementen, etc. Social media zijn een steeds belangrijkere traffic driver aan het worden. De laatste cijfers:
De traditionele media haasten zich (te) laat om online platforms te creëren en daar goede verdienmodellen bij te verzinnen. Een uitdaging, daar het rechttoe-rechtaan advertentiemodel online meestal niet voldoet. Hetzelfde nieuws is immers op veel meer plekken te vinden en bovendien is je bereik door geavanceerde meetmogelijkheden veel transparanter.
Aangezien mensen wel bereid lijken te zijn te betalen voor internettoegang, maar minder voor individuele content, kan daar een kans liggen door te kijken naar clusteraanbiedingen. Zoals Spotify bij bepaalde internetabonnementen wordt meeverkocht, kan een internetaanbieder (of ook de nieuwsleverancier met wie je al een betaalrelatie hebt) een nieuwsabonnement leveren. Niet per krantentitel, maar per onderwerp. Titel- en zelfs uitgeveroverstijgend.
Meer dan een soort vervanger van de televisiegids worden social media een lees- en kijkplattegrond met linkjes naar Uitzending Gemist, of - steeds vaker - YouTube-filmpjes en natuurlijk user-generated (video)content. Een nieuwe dimensie van reality-tv dient zich aan: zoals bijvoorbeeld de Storm Chasers in VS - die een avondvullend programma verzorgen met hun rijdende camera’s - maar ook de livestreams uit oorlogsgebieden.
Social Surfing
Nu al zeer populair bij bepaalde groepen is het social surfing, het met een hele groep tweeps, Facebook-ers en andere social media-gebruikers online kijken (en becommentariëren) van live events, YouTube-video’s, live TV, Uitzending Gemist, radio, etc. Iets wat het midden houdt tussen nieuwerwetse huiselijkheid (met zijn allen tv-kijken, ook al zit je alleen achter je pc) en inhoudelijke community building. Waarbij, door gebruik van het splitscreen en het second screen, een veelvoud van schermen ontstaat.
Social Screens
Schermen zullen meer en meer het beeld gaan bepalen. 2013 wordt het jaar van de introductie van de flex screens.
Schermen zijn overal aanwezig (spiegels en fotolijstjes worden steeds minder autonome apparaten) en worden steeds meer overal in verwerkt. Denk bijvoorbeeld aan een scherm in of op je koelkast waar je YouTube-kookfilmpjes op kan afspelen (alle papieren kookboeken kunnen naar het archief).
Social War
Naast de strijd van de media om de aandacht worden social media ook ingezet in verband met het gevecht om de publieke opinie. Met infographics, Instagram-updates en (micro)blogs wordt een (al dan niet vertekend of eenzijdig) beeld gegeven van de situatie. Bij daadwerkelijke oorlogen, maar ook bij minder extreme gevechten en geschillen, wordt de marketing- en propagandapotentieel van social media opgezocht, te beginnen met een pakkende hashtag.
Israel gebuikte op hun IDF-blog (Israel Defence Forces) zelfs gamification, waarbij je punten kon verdienen voor het online verspreiden van IDF-content. Maar ook wordt soms juist expliciet verzocht géén (gevoelige) data online te delen (waar raketten insloegen, e.d.), omdat dat de tegenstander in de kaart zou kunnen spelen. Zo kunnen social media gebruikers van toeschouwers ineens een soort deelnemers/spelers/influencers worden in het conflict of de uit te dragen boodschap.
2. Social Currency
Online, ergo sum. Blijft het voor die paar uitzonderlijke grootheden nog steeds statusverhogend geen actieve online presence te hebben, voor de meesten is het zaak hunsocial profiling op orde te hebben. In het verleden werd er nogal huiverig gedaan over te veel persoonlijke informatie in verband met privacy, maar de nieuwe lichting internetgebruikers gaat daar veel relaxter mee om. Sterker nog, je social track record hoort juist kleurrijk, divers en allround te zijn, inclusief je medisch profiel (quantified self) en sportieve prestaties.
Ik herinner me een discussie van een jaar of wat terug met een studente over het voorzichtig zijn met plaatsen van feestfoto’s online en hoe ze haar schouders ophaalde en zei dat rondzwervende feestfoto’s Maxima er niet van weerhouden hadden prinses te worden. Tekenend voor hoe er meer en meer gedacht wordt. Iedereen heeft een social lifeen foto’s van vakanties, uitjes en feesten geven enkel aan dat je actief in het leven staat.
Niet wat ben je, maar wat doe, wie ben en wie ken je? Wat is je social visibility? Je profiel staat voor je social capital en helpt je bij het zoeken naar relaties. Persons of interest. Zakelijk als ook prive. Tijd voor een eigen cv-app misschien wel. Of een profile-agent, een intelligent profiel dat niet alleen goed vindbaar is, maar ook zelf actief op zoek gaat naar passende vacatures of partners van welke aard dan ook. Mogelijk via intelligent (mobile) match-making technology. Een voorbeeld van een eerste idee daarvan is de geo-oriented app canwenetwork.com.
Social Authority
Voor (social) daten is het natuurlijk nog maar de vraag hoe positief het is dat iemand in een oogopslag je hele social trackrecord inclusief likes, etc. kan nagaan. Maar om zakelijk baat te hebben bij social media is een goede social presence onontbeerlijk voor het genereren van social authority. De discussies over profile pimpers, social cheaters en de meetbaarheid en manipuleerbaarheid van profielen (Kloutscore, fake followers, etc.) houden aan, maar dat er door social media ketenverkorting en waardeversnelling plaatsvinden, is duidelijk.
Social media mogen steeds vaker first row zitten. Bloggers vooraan bij modeshows, die dezelfde avond nog een video-impressie online zetten, zijn allang niet nieuw meer. Maar ook bij congressen of productpresentaties of events worden de online authorities steeds vaker heel serieus genomen en krijgen ze een heel eigen persbehandeling. Toch blijft het ook hier nog zoeken naar goede verdienmodellen. Nu de kick van het aanwezig mogen zijn en het krijgen van de goodiebag niet meer voldoet, is het ook bij de online verslagleggers de vraag hoe er straks daadwerkelijk geld mee kan worden verdiend.
En niet alleen de eigenaar zelf zoekt naar de waarde van zijn social currency. Ook derde partijen zoals Twitter en Facebook zijn bijvoorbeeld volop aan het kijken hoe adverteerders getrokken kunnen worden op basis van social currency (zie ook trend 5: social data). Voor de eindgebruiker blijft het zoeken naar social authority van de aanbieder ook een uitdaging. Welke bron is daadwerkelijk betrouwbaar gedegen en integer? Waar verifieer je tegenwoordig als eerste schokkend wereldnieuws?
3. Social Shopping
Mobiel, al jaren een trend, zet nog steeds sterk door Location-based services zorgen al tijden voor flinke discussies over gebruiksmogelijkheden en toepassingen. Social media in combinatie met Layar en andere augemented reality-achtige technieken leveren de buy-on-the-go-trend. Aanbiedingen op maat en op locatie. En met de camera van je smartphone kan je boeken, dvd’s of welke producten dan ook scannen en online aanbieders komen direct te voorschijn, als ook desocial rating (mening en ervaringen van anderen omtrent dit product). Een mooi voorbeeld is Shopkick:
Los van de rating is ook de inkoop sociaal te regelen. Mensen proberen met elkaar samenwerking aan te gaan of coöperaties te starten om zo voordelig producten of diensten af te kunnen nemen. Groupon lijkt daar een voorbeeld van, maar zit feitelijk tussen de mensen en de aanbieders in. Een beter voorbeeld is het met de hele straat tegelijk aanschaffen van zonnepanelen op de daken. (Een grote trendlijn is het ontsystematiseren en het afkeren van mensen van grote onpersoonlijke bedrijven en instanties. Social media bieden bij uitstek de gelegenheid om zichzelf te organiseren.)
Near Field Communication
Near Field Communication (NFC), het onderling op korte afstand uitwisselen van data tussen mobiele apparaten, zal doorbreken naar de massa omdat het in steeds meer smartphones en tablets standaard wordt toegepast. Het wordt een soort digitale vingerafdruk. Het zal worden gebruikt om in de winkel met je mobiele telefoon te betalen en banken zijn al aan het kijken om chippassen in je mobiele telefoon te laten opgaan.
Maar ook autoverzekeraars willen bijvoorbeeld de groene kaart van je auto via de telefoon oproepbaar maken en bij aanhouding of controle via NFC deelbaar. NFC-identificatie kan ook bij toegangscontrole in gebouwen (op je werk of bij events en bijvoorbeeld attractieparken) toegepast worden. Het checken van je social identity is ook iets waar bijvoorbeeld onderwijsinstellingen zich mee bezighouden in het kader van hun fraude-analyses, wanneer mensen op afstand/online examens afleggen.
4. Social Things
The next big thing is natuurlijk: the Internet of Things (IoT). Interactie en communicatie tussen apparaten en mensen en tussen apparaten onderling (M2M, machine-to-machine). Ultrakleine sensor-actuators (sensorgebaseerde aansturing) plus een zender/ontvanger zorgen voor een intensieve data-uitwisseling. Waar tot nu toe vooral mensen die met elkaar communiceren het internet vormden, zie je nu een enorme toename van objecten die informatie afgeven, ontvangen, verwerken en erop reageren.
In 2013 zie je steeds meer toepassingen verschijnen, al zijn veel toepassingen nog in een laboratoriumfase en blijft het, zoals bij zoveel nieuwe technologieën, zoeken naar echt zinvolle toepassingen en een gezonde kosten/baten-afweging. Chips worden echter steeds goedkoper en geavanceerder. Alles waarin een chip verwerkt kan worden, komt in aanmerking voor de IoT.
Zo kan je bijvoorbeeld een melding krijgen op je mobiel dat de luier van je kind vol is, of kan je spijkerbroek aangeven dat ie gewassen dient te worden. Preventief onderhoud van auto-onderdelen, het beheren van voorraden. Een rfid-chip kleiner dan een graankorrel kan worden ingebracht in een tumor, zodat deze door de chirurg later precies en makkelijk te lokaliseren is. Maar ook kan je smartphone je met sensoren waarschuwen als hij giftige stoffen in de omgeving waarneemt. Of hooikoorts-patiënten attenderen op verhoogd risico. Of kunnen projecten zoals ISPEX nu al doet, tienduizenden iPhones inzetten voor fijnstof-meting.
Er komt met de IoT een enorme hoeveelheid data vrij , waarbij door middel van datamining gezocht moet worden naar patronen. Met al die sensoren op (mobiele) apparaten wordt veel van het gedrag van de eigenaar prijsgegeven. Iets wat weer privacy vragen oproept.
Bovendien klinkt er een steeds luidere roep om standaardisatie van the Internet of Things, zodat alle apparaten elkaar ook daadwerkelijk kunnen ‘verstaan’ door middel van open protocollen. Ging de IoT eerst nog over simpele berichtjes doorsturen, nu - met snellere verbindingen - kan er steeds meer. Terugblikkend hadden we 2G om mee te bellen en te sms-en. Door 3G kregen we echt toegang tot het internet met onze smartphones. Nu met 4G worden razendsnelle dataverbindingen en vloeiende videostreams mogelijk. Het Internet of Things kan daardoor nu ook verrijkt worden met bijvoorbeeld videobeelden van microcamera´s en beeldherkenning. Dat is bijvoorbeeld handig onder de motorkap om haarscheurtjes in de V-snaar vroegtijdig te ontdekken.
5. Social Data
Social Data, of meer algemeen Big Data, gaat over de enorme hoeveelheid informatie die beschikbaar komt en over de mogelijkheden die informatie zinnig in te zetten. Social media, location-based services, near-field communication, Internet of Things, RFID, sensor-based actuators, camera’s: alles is informatie.
Informatie verkregen uit verschillende bronnen en opgeslagen op eigen systemen, dan wel in ‘openbare’ systemen (de ‘cloud’ waarbij openbaar niet wil zeggen dat het ook altijd openbaar toegankelijk is voor derden, maar de discussie over de trend ‘cloud’ en ‘safety and privacy’ laat ik hier even verder rusten). De technologische mogelijkheden om informatie op te slaan zijn sinds 1980 ongeveer elke 40 maanden verdubbeld. In 2012 werd elke dag 2.5 triljoen (10^18) bytes opgeslagen. 90 % van alle data in de wereld werd in de afgelopen 2 jaar opgeslagen.
Logisch dat de data-verwerkers (quantifying analysts, ook wel quants genoemd) zoeken naar nieuwe mogelijkheden met krachtiger hard- en software en sterkere algoritmes om dit hogere niveau van complexiteit goed in kaart te brengen. Om het op het strategisch niveau, waar het inmiddels thuishoort, zinvol in te kunnen zetten. Kennis is immers nog steeds macht en bedrijven gespecialiseerd in data-mining en profielen-handel zien volop kansen.
Werken met big data in vijf stappen
Data Capture (het verzamelen);
Ondertussen staat de toekomst ook niet stil en zullen we de komende decennia ongemerkt overstappen naar parallel computing en neural network computing en dat is maar goed ook, want onder andere holografie en bio-computers, met een geheugen op basis van magnetische bacteriën, staan voor de deur. Maar over dit alles en technological singularityeen andere keer meer! ;-)
origineel artikel: