j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
Ik zal maar direct met de deur in huis vallen: Nederland wordt wereldkampioen. Het is op dit moment zaterdagochtend, maar ik durf dit eigenlijk pas ná de wedstrijd te publiceren. Ik wil even testen of dit wel echt is, of mijn vloek is verbroken.
Mijn heldere en voorspellende droom is half blijven hangen, ik zie een strijdende finale voor me, met een gelijkspel. 2-2, 3-3? Er worden penalty’s genomen, Robin van Persie neemt de laatste beslissende strafschop voor zijn rekening en scoort, zonder zenuwen, zonder poespas, zijn laatste goal. Ik ontplof, schreeuw, val op de grond. Mensen om mij heen doen hetzelfde.
Ik heb het hier niet over een discussie over 5-3-2, 4-3-3 of 4-4-2, mooi of lelijk voetbal, ik heb het niet over wie er waarom in de basis staat of op de bank zit. Ik heb het over een gut feeling.
En het grappige is: ik was dit jaar niet eens zo heel fanatiek voor de Oranje leeuwen. Ik ben Rotterdammer, Feyenoorder, en was vooral heel trots op de Rotterdamse jongens in het Nederlands elftal. De jongens die de kids op straat iemand geven om tegen op te kijken, jongens die uit de niet-villa kant van Kralingen komen, of uit een niet zo’n perfect gezin komen en die door te knokken zijn gekomen waar ze nu staan. Dus toen Stefan de Vrij in de eerste wedstrijd scoorde was ik blij, toen Bruno Martins Indi zijn ogen opzette tegen Costa, dacht ik hetzelfde als hij (‘Gaf hij nou serieus een kopstoot aan Bruno?’) en toen Robin zijn vliegduik maakte wist ik al dat dit de mooiste goal op het WK zou zijn.
Maar ik wilde dit WK gewoon mooi voetbal zien, strijdende ploegen, underdogs die boven zichzelf uit zouden stijgen. De reden is eigenlijk dat ik voorheen altijd wel Oranje supporter was, maar ik het gevoel heb dat ik een soort vloek ben. Ik bedoel, Oranje is sinds 1988 geen kampioen meer geworden, ik ben van ’86. (En Feyenoord is sinds ik naar het stadion ga geen landskampioen meer geworden, het afgelopen seizoen ben ik met pijn in mijn hart geen wedstrijd geweest en ze worden warempel bijna kampioen! Je kunt je voorstellen hoe ik mij daarbij voel...) Dus het was in 2010 niet Arjen Robben die een kans miste, maar het was mijn schuld. Ik schreeuwde te hard dat hij hem ging maken. Sorry.
Dus om het Nederlands elftal dit WK voor de vloek van Maureen te behoeden, was ik níet voor Oranje. Punt.
Maar het probleem is dat die (oud-) Feyenoorders er wel voor zorgen dat ik het gevoel heb dat Feyenoord speelt, met een paar randspelers erbij. Het valt eigenlijk allemaal op zijn plek lijkt wel. En die droom... Dit is het jaar dat mijn vloek zal worden verbroken!
Ik voel nog steeds het gelukzalige gevoel van het schreeuwen en juichen na de wedstrijd en ik voel kriebels in mijn buik, alsof het bevrijdende fluitsignaal van volgende week zondag al heeft geklonken.