Burgers geven aan zeer gevoelig te zijn voor de kwaliteit van het openbaar domein. Daarbij wordt in de woonmonitor van VROM aangegeven, dat groen als omgevingsfactor het hoogste gewaardeerd wordt.

De opgave voor veel steden zoals Rotterdam is om stedelijkheid samen te laten gaan met groen. In Rotterdam wordt de focus daarom gelegd op versterken bestaande kwaliteiten: niet meer groen, maar beter groen als conditie voor een aantrekkelijke stad.

Groen wordt door Rijksoverheid en gemeentelijke overheid gezien als levenselixer voor bewoners: groen staat voor gezondheid, economisch belang, cultuur en natuur, communicatieruimte en recreatie.

De focus lijkt daarbij dat groen een duidelijke (meer)waarde heeft en deze waarde meer dan voorheen verleend moet worden aan groen en andere ‘zwakke functies’. Het instrument daarbij is het opstellen van een ruimtelijke (regionale) vermogensrekening. De wijze waarop wordt gedacht over onderhoud van de openbare ruimte maakt of breekt het beleid van de overheid.

Het planproces moet op drie lagen veranderen. Op de investeringslaag moet anders worden omgegaan met afschrijven en reserveren waarbij termen als robuust, weerbaar en tijdloosheid worden gebruik. Op de inrichtingslaag moet rekening worden gehouden met de  veranderde preferenties en belangen van gebruikers. Op de beheerslaag is duidelijk dat achterstallig onderhoud het stedelijk vermogen aantast. Tegelijkertijd worstelt de overheid met de investeringskosten en afnemende betrokkenheid van bewoners, mede door (gedwongen) verhuisbewegingen. Een oplossing lijkt gezocht te worden in mogelijke bereidheid tot private investeringen.

Duidelijk is dat de overheid niet langer eenduidig het standpunt hanteert dat groen een kostenpost is, groene investeringen in de stad kunnen net als andere vormen van investeringen waarde opleveren. Onduidelijk lijkt nog hoe deze waarde werkelijk te kunnen genereren. Tevens lijkt de overweging de investering neer te leggen bij private investeerders in plaats van inzetten van publieke gelden.

Deze enigszins ambivalente houding lijkt een bedreiging voor het ingezette beleid zolang de overheid geen duidelijkheid creert over de wijze waarop de investeringen werkelijk meerwaarde oplevert. Verdergaand onderzoek op verschillende terreinen zou hierover uitsluitsel kunnen geven. Inzicht in hoeverre hier opdracht voor is of wordt gegeven ontbreekt op dit moment.

Tegelijkertijd is het groen van onvoldoende kwaliteit. Het groen is versnipperd, niet verbonden en onvoldoende zichtbaar.

Zie ook: http://vrom.nl/Docs/ruimte/sG_GroenInDeStad.pdf