Onderzoekers van het RPB hebben onderzoek gedaan naar afgeschermde woondomeinen in Nederland. Lees hier de bevindingen van hun onderzoek.
Bevindingen
Uit: Afgeschermde woondomeinen in Nederland. RPB/Nai uitgevers: Rotterdam, 2007Weblink naar de volledige publicatie in pdf:
http://www.rpb.nl/upload/documenten/afgeschermdewoondomeineninl.pdf
In kringen van beleidsmakers en vakdeskundigen heerst de vrees dat in Nederland gated communities, naar Amerikaans voorbeeld, in opkomst zijn. Die vrees is ongegrond. Geheel afgesloten woondomeinen zijn in Nederland slechts bij hoge uitzondering te vinden.
Wel neemt de populariteit van wooncomplexen met een besloten karakter steeds meer toe. Nederland kent verscheidene soorten van dergelijke woondomeinen, zowel in de binnensteden en aan de stadsranden als in het landelijk gebied.
De Nederlandse woondomeinen wijken in vorm echter af van die in het buitenland. Hier is niet zozeer sprake van ‘beveiliging door afsluiting’, als wel van ‘beslotenheid door begrenzing’. Typerend voor de Nederlandse vorm is de keuze voor zogeheten zachte randen (die bestaan uit water, groen en niveauverschillen) en een defensieve architectuur, waardoor hekken en afgesloten poorten veelal overbodig worden. Daarnaast zijn afgeschermde woondomeinen in Nederland doorgaans kleinschaliger dan in het buitenland en herbergen ze naast het wonen weinig andere functies.
Niet alleen wijken afgeschermde woondomeinen in Nederland in ruimtelijk opzicht af van die in het buitenland, ook verschillen de maatschappelijke ontwikkelingen die hun populariteit verklaren. In veel buitenlandse voorbeelden is angst voor onveiligheid een belangrijk motief om ‘anderen’ uit het eigen woondomein te weren. In Nederland is dat niet het geval. Naast status is hier vooral de behoefte aan overzichtelijkheid, voorspelbaarheid en geborgenheid een belangrijk motief om te kiezen voor een afgeschermd woondomein.
Domeinen die worden gekenmerkt door een duidelijke begrenzing en een (zelf gekozen) collectiviteit, voorzien in een behoefte. Mensen wensen een woonomgeving met een herkenbaar karakter, waarin ze een zekere mate van controle kunnen uitoefenen op hun directe woonomgeving. Binnenhoven, woonpleinen, wooneilanden en de zogeheten nieuwe kastelen voldoen hieraan.
Marktpartijen hebben de laatste jaren voortvarend ingespeeld op deze woonwensen, en een aanbod gecreëerd van afgeschermde woondomeinen. Gemeenten staan afscherming toe als middel om hogere en middeninkomens te behouden voor de (binnen)stad. In het landelijk gebied kunnen gemeenten door combinaties van afscherming en openstelling (bijvoorbeeld op de nieuwe landgoederen) inspelen op de behoeften van vermogende burgers, en tegelijkertijd het publiek toegang geven tot een hoogwaardige groene ruimte.
Afwegingen met betrekking tot het publieke belang en belangen van bewonerscollectieven kunnen worden gemaakt op gemeentelijk niveau. Een voortgaande groei van afgeschermde woondomeinen, zowel in aantal als in omvang, kan op den duur afbreuk doen aan de omvang en kwaliteit van de openbare ruimte, met name in nieuwbouwgebieden. Gemeenten zouden meer dan nu het geval is, plannen moeten beoordelen op een schaalniveau dat hoger is dan dat van het afzonderlijke project.
Besloten domeinen bieden woonomgevingen met een herkenbare identiteit, wat in de stedenbouw de laatste jaren niet vanzelfsprekend is. Met name in relatie tot privaat eigendom en beheer van gemeenschappelijke buitenruimten kunnen dergelijke domeinen een positieve impuls geven aan de kwaliteit van de leefomgeving. Daarbij zouden het doel en het ontwerp van afscherming moeten worden afgestemd.