Deel 4 na Belofte maakt schuld, ontspanning en de vergane lever
Het was vertikkend druk in Café de vergane lever, er hing een koortsige spanning.
Stefan ging drinken halen, en kwam al snel terug met bier pullen van heb ik jouw daar.
De kabouters zijn niet in alles klein, en het bier vloeide rijkelijk onze droge kelen in.
De speaker vertelde dat het nog even kon duren voor de MaandverBand met het optreden zou gaan beginnen.
Opeens hoorde we de stem van Itam, die achter de microfoon op het podium had plaats genomen.
Met de half lege bierpul in zijn hand, kondigde hij mij aan, als dichter van de avond.
Zenuwachtig en onvoorbereid nam ik plaats achter de microfoon, en wenste Itam de lopende diaree,
Daar stond ik dan voor heel veel kabouter ogen, die mij afwachtend aankeken.
Ik zette in,”De Boer, De boer laat wat hij is”, een aantal kabouters konden er om lachen, maar die kwamen niet boven het gelach van Stefan en Itam uit, die joelend meer meer riepen.
Namaak lachend, zei ik,”Te laat te laat, alleen in een kut kom ik nooit te laat”,
Een aantal kabouters spuwde mij onder en riepen dat ik een goorlap was, andere vonden het aan het juichen te horen wel goed.
Mijn derde gedicht was al iets langer,
Dromen
De buurvrouw praat over het slechte weer vanuit haar vagina
Mijn matras blijkt een behaarde man
Papa glijd in zijn panty door de supermarkt
Was ik maar wakker
Hij was nog niet af, maar het geklap redde mijn slechte gedicht.
Het volgende gedicht ging al een stuk beter
Kunst
Kleuren kronkels contrasten die de ogen belasten
Rondingen krullen die het canvas vullen
Huilen lachen genieten
Goede kunst maakt mij hitsig
Nu viel de zaalstil op Itam en Stefan na, die ik hoorde zeggen,” zo die staat voor lul zeg”.
Ze dankbaar voor hun steun begon ik aan mijn laatste gedicht.
Mijn Lul
Mijn lul is mijn beste vriend
Nooit doet hij lullig
Mijn lul is lollig
Mijn lul is mooi
Mijn lul is niet alleen van mij
Soms zie ik hem even verdwijnen de mijne
Als mijn lul plezier heeft heb ik dat ook
Mijn lul en ik hebben nooit ruzie
Mijn lul houd net als ik niet van de kou
Mijn lul en ik zijn onafscheidelijk
Soms heel soms voel ik me net als hij een lul
Nu begon de zaal gelukkig weer te leven, en kreeg ik een niet verdiend applaus.
Weer terug in de zaal kreeg ik van iedereen biertjes aangeboden.
Eindelijk kwam de MaandverBand op, maar de kale zanger zei dat de gitarist onwel was geworden,
De bezopen Stefan sprong het podium op, en zei stoer, “come on boys. Let’s kick ass”.
En dat deden ze, vette garage rock and roll met metal invloeden van Stefan.
Iedereen danste wild, en het leek bier te regenen.
Stefan’s goud blonde lokken danste op zijn hoofd, hij had zijn band gevonden.
Mijn gedichten waren ze gelukkig vergeten.
Hondenstront ging eerder naar huis, wij niet, tot diep in de nacht gingen we door met zuipen en feesten.
Itam stond met een vrouwtje te bekken, en verdween opeens het café uit.
Stefan was de held van de avond, en kon alleen maar zeggen,”goed was ik he”.
Ik moest steeds plassen van het bier, wat later over ging op braken, maar dat mocht de pret niet drukken.
Kabouterland was echt rete cool.
Schommelend liepen Stefan en ik op huis aan, we hadden geen idee waar Itam uit hing.
Thuis zat Hondenstront een film te kijken.
Hij vroeg waar Itam was, wij zeiden dat we dat niet wisten, ik had hem voor het laatst met dat meisje gezien.
Hondenstront sprong op, en zei,”als hij haar maar niet zwanger maakt”, dat mag niet.
Van wie niet vroeg Stefan met dubbele tong.
Nou het is nooit voor gekomen dat een mens een kabouter zwanger maakte, we weten niet wat er dan gebeurd” zei de arme Hondenstront ongerust.
Ëven later liepen we buiten waggelend achter Hondenstront aan, zouden we hem op tijd vinden…………….