j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
We staan aan het aanrecht, mijmerend over de toekomst. Buiten drupt het overtollige regenwater van de bomen. Dan wijst hij met opgeheven vinger naar het open keukenraam en zegt: "Hoor je dat? De kerkklokken luiden." We luisteren even heel intens. Het gelui komt met flarden binnenwaaien op ieder zuchtje wind. Hij zucht ook even en zegt dan stralend: "Ik wil dat later ook worden, mama. De Klokkenluider van Rotterdam. Ik vind kerken leuk."
Zzzzip. Het is 1983. Ik ben elf jaar en tot dusver opgegroeid in een redelijk rood anti-nest. Anti-atoombom, met grote stickers op onze Deux-Chevaux en betogingen in Den Haag. Anti-discriminatie, van allochtonen-vrouwen-(ex)-psychiatrische patiënten-jongeren. Anti-ongezond, met heeeeerlijke maaltijden met tahoe, tofu, linzen en kikkererwten. Waarbij je veel water moest drinken om er niet in te stikken! En anti-kerk, alhoewel we wel posters in huis hadden van Pax Christi. Maar die waren toentertijd allang ge-excommuniceerd volgens mij.
In die tijd kwam ik op een school terecht waar een non de dienst uitmaakte. Ze was goede maatjes met de pastor uit de parochie en die twee smeedden een pact: Zij zou hem verse misdienaars leveren en dan zou hij extra zijn best doen voor de H.Communie en het H.Vormsel op onze school. Alleen de slimmeriken uit de zesde klas -nu groep 8- werden uitverkoren en ik was er één van. Ik! Het meisje uit het Anti-gezin, wel gedoopt maar nooit officiëel geinitieerd in de geloofsgemeenschap. Maar dat hoefde de bijna-monseigneur toch niet te weten! Ik lachte mijn allerstralendste lach en ik baal tot op de dag van vandaag dat ik nooit vereeuwigd ben; in een grijze pij met een paars koord rond mijn middel. Helemaal verguld kwam ik thuis na mijn eerste begrafenis, "Mam, ik mocht de w.c.-borstel vasthouden en de pastor keek in Marieke d'r pij om te zien hoe bruin ze was geworden in de vakantie!" Mijn moeder kreeg bijna een hartwip. Ze vond het maar zozo, maar ik niet. Wat voelde het heerlijk om het Agnus Dei en het Kyrie Eleison mee te kunnen brullen uit volle borst! Vijftien jaar later liep ik me in Rome te vergapen aan de Sint Pieter en la Piëta. Inmiddels zwaar van mijn geloof gevallen en met mijn moeder naast me, die protesteerde: "Dit is alleen maar gebouwd om de gelovigen onder de duim te houden. Het heeft niets meer met geloof te maken."
L'histoire se répète. Kinderen zien alleen de pracht en praal, gelukkig maar. De stervende Jezus aan het kruis is nog niet ter sprake gekomen hier aan tafel.Ooit, toen ik vers van de opleiding in een kleutergroep begon, gaf ik een lesje op de kralenplank aan Maartje. Het rechte kruis moest gelegd worden, waardoor het spijkerplankje precies vier even grote kwadranten zou krijgen. Na tien minuten stond ze apetrots voor mijn neus met een crucifix van zwarte kralen: "Kijk juf, het kruis van Jezus, zal ik er ook bloed bij leggen?"
Weten jullie nog een klokkentoren voor Jan, een beetje in het centrum, zodat ik zittend op een terras hem kan horen luiden?