j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
De schreeuwerige roze stickers die de maandelijkse hamster aanbiedingen aanprijzen hebben hun werk niet nagelaten.
‘Dat is zoals wat mama altijd bij de w.c. heeft liggen, die kleine luiertjes en die dingen met die draadjes eraan.’ ‘Obees, weet ik, maar wat is dat pap?’ (het ‘pap’ wordt meestal gebezigd wanneer er serieuzere vragen of snoepjes het kleuterpad passeren).
‘Wat zijn dat’, probeer ik ontwijkend pedagogisch. Ob’s is meervoud weet je nog? Net zoals van de week met die poesjes, het zijn d’r meer.’
‘Hebben we die kabouter plopkoekjes nog nodig?’ Vraag ik, wijzend naar de kleurige snoepafdeling, waarna ik de boodschappenkar in de richting van een Spaans aandoende vrouw met bovengemiddelde lichaamsbouw en dito chagrijn probeer te manoeuvreren.
Resoluut zet m’n dochter haar voetje voor een van de wielen, vandaag gelooft ze niet in kabouters, haar kinderhand hoeft niet gevuld, met haar armen in de zij kijkt ze mij vragend aan.
‘Dat is voor moeders die teleurgesteld zijn’, beantwoord ik alsnog haar vraag.
‘Hoezso dan?’
‘Omdat ze geen baby in d’r buik hebben en daardoor een beetje chagrijnig zijn.'
‘Nou ja, vandaar dat de buurfrau zo frolijk was van de week?’
‘Een beetje wel ja, vrouwen die een baby in d’r buik hebben voelen zich af en toe heel gelukkig.’
Wanneer we even later, de zo te zien - vanuit de wieg af aan chagrijnige, met suikergoed bezwangerde signorita - bij de kassa zien staan, kijkt m’n dochter verwachtingsvol in mijn richting.
‘Ik vrieg daarnit toch al um ein tasje!’ Hoor ik de vrouw - in d’r beste Chinees - naar onze favoriete caissière snauwen. De vrouw staat een beetje verloren achter haar plomp op 1 gestapelde hamsterhapjes, waarvan de laatste - de tijgernootjes - speels heen en weer dobbelen op de automatische loopband.
‘Pap!’ geschrokken kijk ik - tegen beter weten - om, terwijl ik automatisch m’n vinger voor m’n mond probeer.
Ze schreeuwt het uit: ‘Maar, maar pap, mevrouwen die een kindje in d’r buik hebben die sijn toch altijd frolijk?’
Dick Ursinus is beeldend kunstenaar uit Rhoon-Portland, die twee keer per week columns en verhalen op z’n website www.dickursinus.nl plaatst.