j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
Denkend aan 4 mei
Ga jij 2 minuten je mond houden? Ga je op 4 mei kijken naar de dodenherdenking op TV? De herdenking op de Dam is voor mij een statige en enigszins abstracte bedoeling. En eigenlijk altijd geweest. Ik ben als Amsterdammer bijvoorbeeld nooit zelf gaan kijken. En blijkbaar is het niet alleen voor mij ver-van-mijn-bed. Want een paar jaar geleden hoorden we stemmen over of de dodenherdenking en bevrijding nog wel op zo’n grote schaal gevierd zou moeten worden? Het einde der oorlog is inmiddels 62 jaren geleden. Herinneringen vervagen en de groep mensen die de oorlog meegemaakt en overleefd heeft wordt snel kleiner.
Ik ben van na de oorlog. Van ver, ver, ver na de oorlog. Daarom ken ik de oorlog eigenlijk alleen van de geschiedenisles met allemaal droge feitjes over het begin, de aanleiding, de kopstukken en de bevrijding. Of bijvoorbeeld uit gedramatiseerde films zoals Spielberg’s meesterwerk “Saving private Ryan”.
De grootste indruk die de oorlog op mij heeft achtergelaten was op mijn zevende. Op de verjaardag van mijn vader. Het was ver na twaalven en ik had eigenlijk al lang in bed moeten liggen. In pyjama zat ik op de bank tussen alle broers en zussen van mijn vader. En zoals dat vaak op verjaardagen gaat, haalden mijn ooms en tantes tot in de late uurtjes herinnering op aan vroeger. De gesprekken stuitten op de herinneringen aan de oorlog. Ome Jan, mijn pa’s oudste broer, vroeg aan de jongste van het gezin: “Harry, weet jij nog hoe tegen het einde van de oorlog er tanks door de straat reden en er één bij ons voor in de tuin parkeerde”. Oom Harry kon zich de opbouw van spanning en gevaar nog herinneren maar hij wist vooral veel over Kees. Mijn opa en oma hadden een onderduiker in huis gehaald. Kees heette hij. Het was voor hen vanzelfsprekend om mensen te helpen, ook al liepen ze daarmee zelf een risico. Kees was als een broer, zo herinnerde uncle Harry. Net voor de bevrijding zijn mijn opa en oma betrapt en hebben de Duitsers als straf hun huis vernield. Kees kon ternauwernood vluchten. Niemand heeft daarna meer van hem vernomen. Plots, maar als vanzelf werd iedereen stil. Het werd heel stil op het verjaardagsfeest van mijn vader. En nadat een traan over de wang van oom Jan biggelde onderbrak hij de stilte met de woorden: “genoeg stilte nu, genoeg over de oorlog.”
Mijn opa en oma leven niet meer en ik heb spijt dat ik ze nooit naar de verhalen over de oorlog heb gevraagd. Maar op 4 mei zal ik kijken naar de herdenking en als vanzelfsprekend zal ik 2 minuten stil zijn. Net als volgend jaar.
Jip Kortan
Guldane | 04 mei 2007Met plezier gelezen, Jip. |
Pieter | 05 mei 2007Mooi! |