LEO MISLEIDT EN REDT TERNAUWERNOOD HET VEGE LIJF
Wonderlijk, zo makkelijk het is om de mensen te bedriegen en tot het uiterste te brengen door niet jezelf te zijn.Vanochtend, op deze wonderschone tweede paasdag besloot Leo zich te laten doorgaan voor PONTIUS PILATUS. Een romeins gewaad was gauw gevonden, het lag als het ware op mij te wachten en nog precies in mijn maat ook.Ook de laarzen, helm en het zwaard zaten me als gegoten. Voor de spiegel oefende ik even de arrogante blik van Pilatus maar die bleek ik van nature al te bezitten.In de bruisende zonneschijn van de vroege paasmorgen begaf ik mij op pad. Mijn paard leidde ik voorzichtig langs de paaseieren die de mensen vol liefde op straat hadden gelegd, een offer voor de Heiland die ze in hun breekbare harten hadden gesloten. Ter hoogte van de Lijnbaan begonnen de mensen mij op te merken. Ze mompelden en wezen in mijn richting, steeds meer mensen dromden samen , kreten begonnen op te stijgen vanuit de massa: " Pak
die schurk. Hij heeft onze Heiland niet in bescherming genomen. Hij heeft het liefste wat wij hadden laten doden. Hang op die schurk ! Door hem zijn wij, beroofd van liefde, in zonde vervallen.."
Uit de winkels kwamen de winkeliers, sommigen gewapend met jachtgeweren en schoten over de hoofden van de menigte in mijn richting. Spreekkoren werden hoorbaar : "Wij willen christus terug, wij willen christus terug, wij willen christus terug ". De eerste stenen werden reeds in mijn richting geworpen, de voorste rijen trachtten mij te bespuwen. Ik probeerde mij uit de voeten te maken, op de Binnenweg was ik mijn paard kwijt en in Delfshaven raakte ik totaal ingesloten door de uitzinnige menigte die met rode koppen brulden om kruisiging en de winkeliers schoten in de lucht en riepen dat het een schande was, slecht voor het zakendoen en het winkelen. Zoveel sukses had ik niet verwacht met deze simpele misleiding, wat een emoties had ik losgemaakt, wat een haat, wat een gejammer om de uit de ziel verdreven heilige en betere gevoelens, wat een naastenliefde dreef deze menigte voort op deze stralende paasochtend. En, hoewel wat bang besloot ik om in de avonduren als christus rond te wandelen. Hoe ik ontsnapte die morgen aan de brullende massa weet ik niet meer. Wel weet ik dat ik die paasavond ongestoord door de stad kon lopen in alleen mijn lendendoek en op mijn hoofd de doornenkroon. Niemand besteedde enige aandacht aan mij.