Breng ook eens een bezoekje aan Schiedam!
Kom net terug van mijn bekende ochtend wandeling in het Sterrenbos.
Normaal alles behalve het beschrijven waard.
Maar nu toch zeer zeker.
Het was te gek, ik tintel nog helemaal van opwinding, stotter zelfs bij het intypen.
Mijn hoofd is rood van opwinding.
Zo ik hoop dat ik u flink nieuwsgierig heb gemaakt naar de gebeurtenis in het Sterrenbos.
Ik wierp een dode tak het bos in, zoals iedere dag wel twee duizend keer.
Dali laat dan een scheet gevolgd door een vreselijk gore hondjes boer, en loopt geheel de andere kant op, ver van mij en mijn zielige dode takken vandaan.
Ik vloek haar na, dat ik hem de volgende keer tegen haar kop aan zal gooien.
Maar Paike laat mij nooit in de steek en sprint achter de dode tak aan.
Paike is nog niet weg, of ik hoor iemand vloeken dat ik die takken bij me moet houden.
Angstig schuil ik achter een hoop stront van een Sint Benard.
Dan komt Paike vrolijk aan gehuppeld met alles behalve de dode tak in haar bek.
Ik trek het vrolijk gekleurde iets uit haar bek.
Tot mijn verbazing is het een kereltje zo groot als een half potlood.
Hij is bewusteloos dus ik haal mijn EHBO diploma uit mijn jas zak en leg het manneke erop.
Vervolgens doe ik wat mond op mond beademing.
Na één zucht, springt hij op, tierend dat ik eerst mijn tanden wel eens had mogen poetsen.
“En je moet die hond eens bij je houden”.
Ik kan het niet na laten op hem te spuwen.
Drijfnat wrijft hij in zijn oogjes.
Ik pak hem op, en vraag hem waarom hij geen kabouter pakje aanheeft.
“doe jij die aan dan’’, wij kijken niet in sprookjes boeken naar de laatste mode grillen” schreeuwt het rode hoofdje me toe.
“Bij ons in Kabouterland komt ook gewoon een soort mode blad uit”.
Nu word ik toch wel erg nieuwsgierig en vraag hem of hij me Kabouterland wil laten zien.
Hij denkt even na terwijl ik wat harder in hem knijp,”okay dan, je mag het zien als je het niemand zult vertellen”.
Ik geef hem mijn woord.
Laat hem los en loop achter hem aan tussen de bomen door.
Hoe heet je eigenlijk vraag ik met mijn meest vriendelijke glimlach op mijn uitgestreken gelaat,”Hondenstront”, “wij worden genoemd naar dingen in onze omgeving”, “zo heet mijn vrouwtje Gevuld condoom”.
Wat origineel, lieg ik hem toe.
We komen bij een omgewaaide boom aan.
“Zo onder die boom is kabouterland” zegt hij.
Maar daar kan ik niet onder, mopper ik teleurgesteld.
Dan hoor ik hem onzin uitkramen.
En opeens ben ik even groot als hondenstront.
Wow zeg ik verast.
Ik lach naar Hondenstront en geef hem een knipoog, mijn oog zal voorlopig dicht blijven omdat hij daar meteen een harde stomp op gaf.
“zo die had je nog tegoed, van het mij bespuwen’’.
Als ik wil gaan huilen, zegt Hondenstront dat ik net moet doen of ik zijn neef Rottend lijk ben, omdat hij eigenlijk geen mensen mee mag nemen naar Kabouterland.
Dan schrik ik mij kapot, achter mij gaat een enorme hondenbek open, die van Dali die zint op wraak voor alles wat ik haar heb aangedaan.
Snel kruipen we Kabouterland binnen.
Niet te geloven wat ik daar zag, een hele Wereld onder het Sterrenbos, veel boeiender als de Wereld erboven.
Te gek zeg ik enthousiast tegen een trots kijkende Hondenstront.
Als ik hem wil omhelzen, duwt hij me weg en zegt dat hij niet verkeerd begrepen wil worden in Kabouterland.
We stappen een zilveren mini mercedes in.
En echt hoor geen file te bekennen daar, hebben jullie hier Politie Hondenstront vraag ik bloed nieuwsgierig.
“Niet nodig” wij kennen elkaar allemaal heel goed, en willen het hier met zijn allen naar ons zin hebben, dus niemand haalt het in zijn hoofd de boel te verzieken”.
“En geld zoals bij jullie hebben we hier niet, omdat we allemaal genoeg hebben, we werken als er dingen kapot zijn gegaan, of voor eten, maar dat is voor gezamenlijk geluk, niet voor geld”.
Ik ben helemaal perplex, zulke kleine hoofdjes en dan toch van zo’n intelligentie, ongelofelijk.
Alle huisjes zijn het zelfde, een soort villa’s, geen paddestoel te zien.
Dan stappen we uit en lopen een villa binnen waar een vrouwtje mij vriendelijk groet, en zich voorstelt als Gevuld condoom.
Binnen drinken we Chinese Jasmijn thee met Appelgebak.
Heel gezellig allemaal, ook de kinderen van Hondenstront waren om op te vreten en de trouw foto’s van Hondenstront kon ik ook maar geen genoeg van krijgen.
Maar de plicht roept, en bovendien liepen mijn hondjes baasloos door het Sterrenbos.
Ik groette mijn nieuwe vriendjes, en werd weer terug gebracht door Hondenstront.
We groette elkaar als twee hip hoppers, en ik kroop onder de boom vandaan, en ging opzoek naar mijn hondjes.
Gelukkig toverde Hondenstront mij weer naar normale lengte en kon ik Dali op haar donder geven, omdat zij mij even daar voor had willen opvreten.
Snel rende ik naar mijn computer om dit verhaal op te schrijven.
Ja ik heb me niet aan mijn belofte gehouden, en juist belofte maakt schuld.
Het kan mij niks schelen, morgen moord ik dat hele Kabouterland uit, en laat het filmen door de televisie, had Hondenstront mijn oog maar niet dicht moeten slaan…