De deur ging open, daar stond ze waar, miss Surinam.
“Wat is hier gebeurd vroeg ze terecht verbaasd.
Veertien jaar was ik, een kut puber van de ergste soort.
Althans op de door mij zo gehate school.
Iedere morgen probeerde ik er onder uit te komen.
Mijn arme moeder moest er op haar beurt alles aan doen mij de trap af te schoppen.
Negen van de tien keer won mama helaas.
Veel, heel veel had ik er voor gedaan om niet naar school te gaan.
Ik zat op de LTS of iets wat er voor door moest gaan.
Simpelweg wist ik niet waar school voor nodig was.
In mijn ogen deed ik toch niemand kwaad met mijn eeuwige tekenen en gesport.
Ik trok de lul van de leraar toch ook niet uit de vagina van zijn geliefde om hem even te vertellen wat hij wel en niet moest doen.
Maar wie was ik?
Daar was ik dus niet achter.
Negen van de tien keer stond ik op de gang inplaats van in het klas lokaal.
Ik leerde voor timmerman, en wist toen al dat ik dat nooit zou worden.
Mijn vader was ook Timmerman, dus ik besloot daar ook maar voor te gaan leren.
Super dom merkte ik na een week opleiding.
Mijn technisch inzicht was te vergelijken met dat van een opgezette aap.
Hoewel ik denk dat zijn technisch inzicht nog beter zou zijn.
Op school had ik een paar vrienden, waarschijnlijk omdat ze er plezier in hadden hoe ik iedere dag wel met iemand op de vuist ging.
En echt hoor ik kreeg geregeld een flink pak slaag, maar leerde het nooit af.
Het was de spanning denk.
Zo werden mijn ouders dus gebeld door onze directeur Parledanus, die wij steevast “ouwe anus” noemde.
Hij stelde mijn ouders de vraag of ik thuis in een hok zat.
Ze waren erg verbaasd, omdat ik thuis rustig op mijn kamertje zat en nooit echt voor problemen zorgde.
Maar goed ik moest naar het RIAGGGGG vanwege mijn agressieve gedrag.
Mijn vraag was of dit in school tijd moest.
Toe mijn moeder zei dat dit zo was, stemde ik toe.
Twee dagen later zat ik in de wachtkamer van het RIAGGGGG, te luisteren naar klassieke muziek.
Die mij aan een begrafenis stoet deed denken.
Na jaren kwam ik pas over dit zelf verzonnen trauma heen.
Ik maakte het mezelf niet makkelijk.
Net toen ik wilde vluchten kwam er een dame binnen, van hoogst waarschijnlijk Surinaamse afkomst.
Ze had lange gespierde benen verpakt in een door mij zo geadoreerde zwarte nylon.
Haar voeten waren gestoken in zwarte laarsjes.
Wat ze verder precies droeg is mij ontschoten.
Het zou mij niks verbazen als ik daar nooit naar gekeken heb.
“Hallo, jij moet Pieter zijn”.
Het liefst had ik gezegd “nee baby, ik ben jouw droom man ”maar”.
Maar ik zei verlegen van mijn geile gedachtes,”Ja mevrouw”.
Ze nam mij nog eens goed in haar op.
Ze moet gedacht hebben, is dit verlegen lulletje nu dat los geslagen beest.
Of ik haar wilde volgen.
Nou dat hoefde ze geen tweede keer te zeggen, ik kroop haast in haar prachtige billen, ja ze moet Surinaams geweest zijn.
Ik had haar willen volgen, van mijn part de afgrond in, als ik haar maar mocht volgen.
In haar kamer, zei ze “dit is mijn nieuwe kamer, mooi uitzicht he Pieter”.
En dat was ze een mooi uitzicht, zeker weten.
Het eerste wat ik moest doen was tekenen wat me dwars zat.
Een harde piemel kon ik tekenen, die zat me dwars, maar ik besloot een klasgenoot te tekenen.
“Wie is dat” vroeg ze.
“Ronald” zei ik.
“Teken nu eens wat je het liefst met Ronald zou willen doen”.
Hierop ging ik los en tekende ik een flink aantal messen in Ronald, die al in een verre staat van ontbinding was.
Vol afgrijzen bekeek ze mijn creatie.
Eigenlijk wilde ze haar lange rood gelakte nagels in mijn ogen steken, en mijn zieke breintje doorboren.
Inplaats hiervan bood ze mij thee aan.
Ze liep de kamer uit, haar kont zwaaide mij vriendelijk toe.
Toen ze het stomende kopje uilenzeik voor me neer zette.
Stak ik heel stom mijn vinger op.
Ze moest erg lachen.
“Dat hoeft hier niet hoor Pieter”.
“ik moet plassen” zei ik alsof het er haar wat toe deed wat ik op de WC ging doen.
Daar kun je plassen, drukken of rukken zoals ik deed.
Ik hield het echt niet meer.
Binnen de kortste keren kwam ik heerlijk klaar.
Tot mijn schrik zag ik dat ik over mijn jeans had gemorst.
Snel depte ik het zaad met water, wat de vlek zoals bekend alleen maar groter maakte.
Ik kon wel huilen.
Moest ik het gebouw ontglippen.
Nee ik wilde terug, naar haar.
Maar ik had geen zin om voor joker te staan.
Als mister Bean klom ik op het fontein om met mijn vlek bij de handendroger te komen.
En ja hoor de fontein brak af en ik viel tegen het WC deurtje aan.
Dit maakte een enorm kabaal.
Verslagen lag ik op de grond.
De deur ging open, daar stond ze waar, miss Surinam.
“Wat is hier gebeurd vroeg ze terecht verbaasd.
“Ik leunde op het fonteintje en toen brak hij af”.
Tot mijn grote verbazing geloofde ze het nog ook.
Mijn hele broek was nat, zodat ze de vlek niet meer kon zien.
Ik kon naar huis.
Nog twee jaar ging ik trouw naar haar toe.
Het heeft me nooit echt geholpen, wat ik of zij vertelde is volkomen langs me heen gegaan, maar daar ging ik dan ook niet voor.