j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
Moest vannacht weer fietsen naar mijn werk.
De wind was zo jagend dat ik schuin er tegen in leunend moest gaan rijden. Als het dan even ruste dan viel ik zowat om naar links. Ik keek dan naar boven en werd door de wolken, zwart en lichtachtig, met een gigantische snelheid begroet. Even kwam er een blauwe lucht aan de hemel en knipoogde de maan naar mij en deed het licht weer aan op de aarde en werd ik ook in het licht gezet. Het mooie witte oog reisde recht boven me mee. Ik vergeleek het alsof ik op het toneel stond als hij weer kwam kijken, voelde me vereerd.
Vroeger had je op tv. een popmuziek entertainmend waarbij het publiek de deelnemers weg konden draaien. Als je het langste mocht blijven dus als je niet weg werd gedraaid dan had je gewonnen.
Ik fantaseerde dat ik een zanger was en optredend tussen publiek door liep. Ik zong een jazzachtig iets, wat in me opkwam de bomen bogen zich heel beleefd als ik hen passeerde. Er werd zelfs gefloten naar me, alsof het fanachtig was, sommigen probeerden me zelfs aan te raken met de armen. Ik kreeg commentaar van de natuur. “heerlijk” zo’n contact als ik dat heb, dan voel ik me mens met ze en knuffel, of aai ze. Elke boom heeft een uniek speciaal gezicht en lichamelijke vorm zeg ik dan, en ik zie het ook op dat moment.
Plots was het weer donker en dacht ik dat ik werd weggedraaid. Het lied was volgens hen niet goed genoeg. Ik voelde mij toen heel negatief benaderd en raakte geïrriteerd door de fans. Zij floten, lachten me uit en spuugden het opgevangen vocht over mij heen.
Ik voelde me voor lul gezet door de bomen, het was net alsof zij me uitlachten en ik begon ze uit te schelden en schreeuwde tegen ze dat zij geen verstand hadden van het talentvolle gezang van mij.
Dat had ik niet moeten doen begreep ik doordat het heel erg aanvallend donker bleef en tegengas werd heftiger van de wind en het publiek. Ik werd fanatieker en begon harder met grove taal het zingen te uiten. En schelde ze ertussendoor uit. De reacties werden harder en lawaaieriger. “pleur op”schreeuwde ik en opeens kreeg ik een zet en verloor ik de controle met de fiets. Belande in het slootje naast me en hoorde een stem roepen,”hé, rotte zanger, wil je als je uit de moddersloot komt direct effe die geit eruit meenemen?
Jeetje, ik schrok me rot en was gelijk weer wakker. Ik stond met mijn fiets naast me tot aan me kruis in een ontzettende stanknatte rommelvaartje en hoorde mè mè mè naast me. Keek naar boven de weg op en zag een grijzende ouwe boer in het maanlicht staan. De maan was er weer en terwijl ik de geit beetpakte en optilde ging er iets heel raars door mijn gedachte: “ja hoor, die boer kan zeker wel zingen, laat me niet lachen zeg”. Ik gaf de geit een duw naar de kant en kwam daarna ook weer op de weg. “hallo, zij de boer, “zo dus jij had ruzie met de bomen en de maan hè?. Zij vinden dat jij niet kan zingen, nou, m’n geitje vond dat ook. Het zette zich voor je op een lopen en dook zo de sloot in, ik vond ook dat jij het beestje er uit moest halen en daarom duwde ik je erin. Trouwens, mijn benen zijn korter dan die van jouw en mijn overal is voor volgend jaar al gewassen en als me vrouw die weer moet wassen dan raakt ze in de war want die doet dat maar één keer per jaar" .
” Ik keek hem aan en kreeg door da’k gewoon alles hardop geuit had en alles is natuur onzichtbaar in het donker maar wel te horen. Ik schoot me daar toch in de lach en de boer, heet trouwens Kees van Valingen, brulde het uit. “Mijn god jongen, wat kan jij schreeuwen zeg. En dan ruzie kunnen maken met de natuurlijke recht voor de raap zijnde wind en de bomen waar je nooit van kan winnen, wat heb jij op jongen?"
"Toch geen verkeerde paddenstoelen hoop ik, zei ik. Want daar moet je wijn van maken". Het is geen boer, het is een kabouter, ging er door mij heen en ik vroeg vergiffenis aan de bomen en de wind.
Ik kreeg een knipoog van de maan en fietste met minder wind tegen gerust verder. Ik zong een jazzachtig liedje: klein, klein kleutertje wat doe je in mijn hof????....