j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
Heel wat van mijn belevenissen gaan over het uitlaten van mijn twee vier potige monstertjes. Niet zo gek als u zich indenkt dat ik tot aan hun of misschien mijn dood toe die rakkers verplicht moet uitlaten. Maak jezelf tot slaaf die weer in weer uit naar buiten moet, en koop een hondje. Ook dit verhaal gaat weer over het honden uitlaten, en mijn laatste bezoek aan het schiedamse Sterrenbos. Het was één der laatste zonnige zaterdagen, voor koning Winter zijn door mij heftig gehate intreden deed. Zoals altijd waren mijn vrouw en ik druk aan het babbelen op onze weg naar het Sterrenbos. Onderweg liet ik haar het huis op de Willem de Zwijgerlaan zien waar een kunstwerk van mij hing, en hierdoor erg vrolijk liepen we weer door. Vroeger plakte ik overal stickers waar ik figuurtjes op had getekend vaak vergezeld met spreuken, maar na een wat al te heftige aanvaring met de plaatselijke politie, liet ik dat maar voor gezien. Ook sinds dien voel ik mij zwaar beperkt in mij vrijheid. Nee hoor ik overdrijf maar wat. Maar goed nu was ik in het Sterrenbos mandarijnen schillen in een boom aan het hangen, die ik heel knap kan schillen in de enerzijds een vrolijk gezichtje, en anderzijds een mannelijk plasorgaan. Een soort graffiti in en met de natuur. Het is heus niet zo dat ik bij het wakker worden niet heel erg aan mijn verstandelijke vermogens twijfel hoor, ik bedoel bijna zeven en dertig jaar oud, en dan bezig alsof het de serieuste zaak ter behoud van moeder aarde is, met het ophangen in arme bomen van mijn mandarijnen schillen, dat is natuurlijk het afvragen waard. Maar keer op keer wuif ik deze twijfels weg, door ze simpelweg tot het volgende wakker worden te verdringen. Xandra heeft zich al neergelegd bij de nietige bezigheden van haar man. Om het wat erger te maken, maakte ik nog wat foto’s van mijn objecten voor we door liepen. In de verte zagen we een man met zijn mooie zwarte labradors staan, die daar eigenlijk altijd staat. In het langs lopen groette we elkaar zoals altijd vriendelijk, die man is geweldig, want groette is het enige wat hij en ik met elkaar delen, geen gezwam over onze honden, gewoon, dag, en meer niet. Wist ik veel dat in onze relatie verandering zou komen voor het leven. Uit het niets kwam een jonge boxer op Dali afgestormd, met één hap duwde hij Dali bruut tegen het grind aan. Mijn vrouw gilde tegen de zeer vreemd uit haar blauwe ogen kijkende bazin van de moordlustige boxer. Maar ze bleef gewoon heel erg dom kijken. Uiteindelijk net voor Dali naar het Honden paradijs zou moeten, liet de klote boxer haar los. Toen kwamen de zwarte Labradors van de groet man een kijkje bij Dali nemen. Mijn vrouw begon tegen de man te schreeuwen dat hij zijn honden weg moest halen. Ze was namelijk nogal over haar toeren van de aanslag mijn vrouw. De vreemde bazin van de boxer had haar ramp aan de lijn gedaan en stond wazig naar een boom te staren, in plaats van naar de goede harmonie die haar boxer had veroorzaakt. De man zei tegen mijn vrouw dat ze haar tering muil moest houden. Toen voelde ik mij geroepen me er als echtgenoot van mijn vrouw mee te bemoeien. En ik zei vriendelijk dat hij zijn muil moest houden, voor ik hem vriendelijk dood zou trappen. Nou had ik het maar gehouden bij het groetten, want hij stond meteen in de boks houding, om al zijn vingers gouden ringen. Ik deed mijn bril af, klaar voor een gevecht. Ik maak jou dood, riep hij, nog altijd in zijn oud bollige boks houding. Ëén van ons zou weldra gaan sterven, en dat allemaal om de bokser van dat rare mens die niet kon praten, misschien met bomen, maar zeker niet met dieren of mensen. Xandra kwam tussen beiden, en ging tussen ons voormalig groetters staan.’ Dit was erg eng, omdat hij erg onvriendelijke dingen zei tegen Xandra, die niks meer met groette te maken hadden. Terwijl ik keek welke knie ik naar achter ging trappen van mijn tegenstander, bedacht ik mij opeens dat we eigenlijk zouden gaan knokken door dat beest van die rare vrouw, die ik inmiddels uit ons beeld zag wandelen. Het had geen zin meer dit aan de man te vertellen, want dan zou ik een lafaard lijken. Jezus, ik heb mij best vaak een partijtje de ellende ingevochten, maar dan was ik boos, dat was ik nu niet eens. Ik kwam voor mijn vrouw op, dat was alles. Toen zag ik zijn zwarte labradors, die hem bij de eerste trap richting zijn knieën helpen, en dat wist hij. Ik zou grandioos gaan verliezen. Maar ik bleef staan, hopend op een wonder, dat de man zijn hart het zou begeven of zo. Kom zei Xandra, en we liepen weg van de nog altijd in boks houding staande man. Wat was ik blij dat het niet op vechten was uit gelopen, niet alleen ten behouden van mijn gezondheid, maar vooral omdat we zouden gaan vechten om die vrouw en haar hond, dat zou pas echt zinloos geweld geweest zijn. Al met al komen we nu niet meer in het Sterrenbos, en groet ik de man in gedachte.
PS voor Mijn vrouw kunt u ook Xandra lezen hoor!
anneke | 07 november 2006het is echt bizar en het taalgebruik in het sterrenbos ook maar het woord sterrenbos had bijna een andere betekenis gekregen en ik ben blij dat je zo helder van geest was die sterren niet op je netvlies te laten toveren... |