j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
Ik ben blank, onbesneden, kaal. Ik rijd met de auto en soms op de fiets. Ik drink graag cappuccino en ’s nachts bier. Turks brood vind ik onhandig om te smeren en bruinbrood met hele graankorrels vies. Ik krijg lichte uitslag van het woord multicultureel, hoest bij woorden allochtoon en autochtoon en ik kan slecht uit de voeten met termen als medelanders, nieuwe Nederlanders of kleurrijke nieuwkomers. Slappe termen die op ongemak duiden, onvermogen het beestje bij de naam te noemen. We zijn met onze taal niet bij machte mooie, nieuwe woorden te verzinnen voor mensen die soms al jaren in het land wonen. Mijn lieve, overleden oudtante in Antwerpen had het over ‘inwijkelingen’. Altijd een plezierig woord gevonden, minder soft vooral. Haar buurt Borgerhout kreeg een geuzennaam: Borgerokko. Belgen, soms enorme vreemdelingen voor ons Hollanders, zijn goed in taal. Wat geen garantie is voor een rustige stad. De bevolking met Antwerpen heeft het maar druk met zichzelf.Gisteren kreeg ik van een vriend bericht dat hij me gaat inwijden in de witte saxofonisten. Het zal mij benieuwen. Als een saxofonist of een zanger zwart klinkt, zie ik dat altijd als een compliment. Geen idee eigenlijk of het lekker loopt, met een donkere huid door Rotterdam. Niet alles is zwart wit in de stad. Er zijn veel grijstonen in Rotterdam, ook bruintinten zoals in schilderijen van Rembrandt, en zandkleurig, als in het schilderwerk van Salvador Dali. Die kunst hangt in museum Boijmans van Beuningen, op nog geen honderd meter van elkaar. Maar daarom is Boijmans nog geen multiculti-plek. Gelukkig niet, het is een museum, een vrijplaats.Vroeger wilde ik graag zwart zijn. Het leek me wel wat, in een knalrood pak de Kruiskade over, een tenorsax op mijn rug, funky rifjes fluitend van James Brown en Maceo Parker. Ik zou nu nog steeds wel zwart willen zijn, vooral vanwege dat rode pak trouwens, want sax spelen is me niet gelukt. Ik sterf van de platen met zwarte blazers erop. Als het woord ‘zwart’ pijn doet aan je ogen mag je ook best Afro-American, neger of nigger (op z’n hiphops uitgesproken, natuurlijk) invullen. Als het maar geen ‘allochtoon’ is. De titel allochtoon wens je je ergste vijand nog niet toe.
Het voelt ongemakkelijk als ik moet schrijven over de multiculturele staat van de stad. Wat moet ik vinden van hoofddoeken, van de bouw van een moskee, van gangs, van de imam, van verplichte taalcursussen, van inburgering? Mensen lopen altijd op hun tenen bij deze onderwerpen, er wordt geschreeuwd, alle relativering is weg. Je kunt op de hoek van een oude krant nog geen zelfgemaakte scherpe cartoon over de islam maken of de halve wereld valt over je heen.
In een tv-gesprek met Patrick Kluivert – Surinaams voetbalidool – vroeg ik hem te reageren op zijn eigen jeugdfoto. Ik vroeg wat er in ‘dat kleine apie’ omging. Tien minuten later waren er al tien mails binnen over vermeende discriminatie. Een mailschrijver wilde naar de rechter stappen. Ik kreeg anonieme brieven met aantijgingen.
Apie, pestaap, pleurisaap, tyfusaap, teringaap. Mooie woorden. Authentiek. Van de straat. Ik mis nuchterheid. Ik mis humor.
Soms gaat het goed. Ik stapte onlangs een Marokkaanse slager binnen. Het liep tegen zessen. De zaak stond op het punt te sluiten. De baas was er niet. Er liep een man achter me naar binnen – wit, groezelig, grof smoelwerk - hij keek achter de toonbank. Hij miste de baas. ‘Waarom is die kloteslager er niet met zijn waardeloze vlees?’ Harde lach van de Marokkaanse slagersjongens. Ze begrepen de universele toon van de humor. De man en de Marokkaanse jongens, ze verstonden elkaar. Meer pesten, meer uitdagen, meer prikken, meer duwen, meer lachen.
Achter mij staat de tv aan. Balkenende versus Bos. De presentator zegt dat in honderden oude wijken in het land de vlam in de pan dreigt te vliegen. Ik heb lang in het Oude Noorden gewoond en gewerkt. Ik maakte de wijkkrant met een club mensen. Ik verzon ooit het woord Samsami, voor op een affiche. Ik vond het toen mooi, nu zozo. In die tijd werd er al fluisterend gesproken over spreidingsbeleid om grip te kunnen houden op snelle veranderingen in de wijk. Het verdween snel in de doofpot.
Ik ben een geboren twijfelaar en dat bevalt me prima. De ene dag ga ik door mijn geboortestad en vind ik het, compleet met alles en iedereen die er woont - prachtvolk en penoze - geweldig dynamisch, op een prettige manier vervreemdend en absurd. De volgende dag mis ik de aansluiting; ik rijd door het Zwaanshals en besef dat ik daar nooit in een koffiehuis, coffeeshop of belhuis ben geweest en ook niet zo snel weet wat ik er zou moeten doen.
Twijfel is een hoog goed. Ik weet niet goed wat ik met veranderend Rotterdam moet. Hate? Love? Eén ding weet ik wel: ik wil er niet weg. Veranderen gaat altijd met pijn gepaard, ook bij mij. Maar over pijn moet je ook niet te veel zeuren. Pijn draag je. En pijn is soms fijn. Laat het allemaal maar op z’n beloop, vecht het maar uit met elkaar, face to face, hersens tegenover hersens. Dan komt het wel goed.
Ik stoor me aan betweters, bemoeizucht, stemmingmakerij, soft gedrag, stoerdoenerij. Ik heb een hekel aan opiniemakers, politici, baasspelers. Misschien wel omdat ze zo weinig durven te twijfelen.Achter me begint Balkenende weer over ‘respect’. Fuck respect. Respect is een gebruikt theezakje. Op, futloos. Ik beoordeel mensen alleen nog maar op hun hart, hun ‘soul’. Ik prik door de huid heen, ik ga op zoek naar hun innerlijk kompas. Dan is het opeens niet zo heel moeilijk meer de klootzakken van de goedzakken te onderscheiden.
Wilfried de Jong
Oscar | 06 november 2006www.oscarlangerak.nlSay it loud: I'm black and I'm Proud! SOULPOWER!!! |
goudlokje | 06 november 2006een rood pak staat ook best leuk bij een blanke huid! |
Karim Khaoiri | 06 november 2006Heerlijke column Wilfried. Laatst vertelde een goede vriend van me die ik al ruim 15 jaar ken dat hij spuwt op de multiculturele samenleving. We zijn toch allemaal gelijk? De kaaskoppen, Mocro's, Turken, chino's en de niggers, we zijn allemaal gelijk. Hij vertelde me dat blowen wellicht slecht is voor de hersens, maar goed voor de integratie. In de coffeeshop kennen de mensen geen kleur. Stap gewoon eens coffeeshop De Huiskamer binnen en neem een haaltje van een blowtje acceptatie. |
Willij Vanderlinden | 12 november 2006Voel me lichtelijk ziek na het zien van het jeugddebat waarin de lijsttrekkers van de grote Partijen aan de tand gevoeld worden door de Nederlandse jeugd vandaag. |
arie l'ariekoeke van het amehoelalisme | 12 november 2006geachte heer wilfied de jong of, |