j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
17.36 Mijn favoriete vrouw belt. "Heb je hem nog gezien?"
--------Gisteravond. Ik kon me nergens meer op concentreren en besloot toe te geven aan de die zeurende nervositeit in mijn onderbuik. Om te begrijpen wat er nou precies was gebeurd las ik wat ik al geschreven had.
Mijn woorden vertelden wat er tussen hem en mij groeide. Het was echt, intens, onbevangen, vruchtbaar, krachtig. En ja, verwarrend. Iets wat niet aan me voorbij kon gaan. De soort ontmoeting waar ik voor leef. Ik wilde dat hij zou blijven. Wist nog niet hoe. Zijn aanwezigheid alleen al maakte me gelukkig.
Hij noemde het verliefdheid. Ik probeerde hem ervan te overtuigen dat het ook iets anders kon zijn. Want hij en ik als koppel, dat zou niet eenvoudig worden. Maar nee, verliefd was het. Uiteindelijk was ik dus degene die overtuigd werd. En ach, ik wilde het ook gewoon weten. Dus lieten we er een patroon op los, met bijbehorende verwachtingen. Frustraties grepen hem bij de keel, waarop hij keihard wegrende en mij achterliet. Het onbreekbare Duralex glas explodeerde in miljoenen stukjes.
Het duurde even, maar ik werd woedend. Was al misselijk, maar begon nu ook nog als een idioot te bibberen. Tranen als rivieren. Alles kwijt. Lafaard. Ik haat hem, dacht ik. Ik haat je, schreeuwde ik in de spiegel. Want ik wist het toch?
Ik verzamelde wat me zou gaan herinneren aan deze belachelijke vertoning. Stopte alles in een plastic tas en nam me voor om die dingen één voor één in zijn brievenbus te deponeren, waar ik voorheen alleen tekens van liefde doorheen liet glijden. Bloemen, als stukjes onverklaarbare natuurlijke schoonheid. Wat ik in jou zag. Vanavond vervangen door artefacten. Voor bij je plakboek.
Ik liep direct naar je huis. Twijfelde. Maakte nog een rondje. Tot ik er weer stond. De vaatdoekjes vielen naar binnen en ook nog de blauwe beha met de witte stippen. Maar toen schrok ik van een naderende schim aan de andere kant van de deur. Een vertrokken gezicht. Je riep mijn naam.
“Ik wil ze niet en ik wil nu echt niet met je praten..”, zei ik. De deur bleef gesloten. De rest van de spullen liet ik achter in de tas, hangend aan de deurknop, in de verwachting dat je die zo wel zou vinden. Vluchtte naar Nutopia, om er in het pikkedonker voor het open keukenraam het resterende verdriet op te huilen. Dat was een uitgesproken leugen. En ik zou het je niet vergeven als je me juist nu niet kwam zoeken.
Vermoeid sloot ik het raam, greep een fles wijn onder de keukentafel vandaan en keerde terug naar huis. Op het kruispunt keek ik naar links. Zag de rode plastic tas nog buiten hangen. Verdomme. Straks neemt iemand hem mee.
Voor de derde keer stond ik bij je op de stoep. Keek door het raampje naar binnen. Je kwam met je jas aan naar beneden. Onderweg naar mij.-----
Dus ja, ik heb hem nog gezien. En niet voor het laatst.
Mijn favoriete vrouw trof me midden in een filosofische overweging die al deze hele godvergeten zaterdag duurt. Ik stamelde iets over hoe we beheerst worden door ideeën over vormen die we zelf bedacht hebben. In de maatschappij. In relaties. Statische manieren om het leven in goede banen te leiden.
Maar dat staat recht tegenover wat leven is. Alles heeft een begin en een einde. En daartussen stroomt het. Niets staat stil. Niets blijft hetzelfde. Alles is ongrijpbaar. Ook mensen.
Waarom jezelf in een vorm stoppen waar je niet helemaal in past? We frauderen en stellen teleur. Verstoppen en ontsnappen. Waarom niet zoeken naar samenlevingsvormen die meebewegen? Is dat niet veel duurzamer?
“Eh ja. Luister. Je hebt twee soorten mensen,“ spreekt haar wijze stem door de telefoon. “Mensen die leven in groepen omdat ze niet alleen willen zijn en die regels die daarbij horen daarom voor lief nemen. En je hebt mensen die alles liever doen zoals zij het willen wat niet binnen het stramien past, dus die zijn altijd een beetje eenzaam. Waar ze meestal niet blij van worden.“
“Waar hoor ik bij volgens jou?”, vraag ik.
“Jij bent liever een beetje alleen”, zegt ze.
“Nee, ik geloof dat er een middenweg is”, zeg ik.
“Ik niet”, zegt zij.
Je zou kunnen stellen dat ik beheerst word door dit nog in ontwikkeling zijnde vraagstuk. Niet sinds mijn kleutertijd, maar toch al wel heel lang. Het heeft invloed op alles. Misschien wil iemand met me mee denken?
M | 28 mei 2006Als het goed is is elke relatie een vorm van samenleven die meebeweegt, pas als de een niet meedanst stopt de muziek. Mensen zouden eens wat minder moeilijk moeten doen en genieten van wat er is, dus hoop voor jou iemand die in hetzelfde ritme danst! |
Vicky | 28 mei 2006Susanne, je schrijft prachtig! En M. reageert mooi. Om in haar lijn verder te gaan: |
susanne | 28 mei 2006Het gaat mij niet zozeer om het hebben van een relatie ja of nee. Ik wil me graag omringen met mensen die me laten zien wie ze zijn, voor zover dat mogelijk is, van wie je kunt leren en vice versa. Dat is nog niet zo makkelijk. De juiste persoon op het juiste moment kom je zelden tegen. Waarom zoiets moois voorbij laten gaan? Waarom is het zo moeilijk om die magie plaats te geven in je leven zonder het meteen te willen benoemen, te bezitten of er van weg te rennen omdat het je in de war maakt? Waarom niet de dingen op zijn beloop laten en genieten van wat eruit voortkomt? (let wel, ik ben zelf ook onderhevig aan deze onhandigheden) De persoon hierboven en ik begrijpen uiteindelijk heel goed wat er voor onze neus staat. We komen er dan ook wel uit. Of we nou beste vrienden zijn, minnaars of broer en zus. Hij zal me wel vermoorden om dit artikel. Hij gesloten, ik open. |
Rini | 28 mei 2006Susanne, soms maar niet altijd. Niet alleen denken, maar ook doen, maar denken is doen en doen is denken zal jij dan zeggen. Oplossingen zijn trouwens altijd tijdelijk en zonder het zuur geen zoet. Het plaatje wat ik erbij zet is stom ! En ook nog zo'n mooie: ' zekerheid komt niet van buiten, maar zit van binnen. Nog een: ' het leven is perfect in zijn onperfectie '. Juist de steekjes, die God heeft laten vallen zorgen voor nageslacht, ontwikkeling en evolutie. Wijsheid in deze is geen optie, instinct des te meer ! |
R. | 28 mei 2006Lieve Susanne, |
Susanne | 29 mei 2006Wow, wat een reacties. Fijn hoor. Ik ben van mening dat de geest wel degelijk beperkingen heeft. Daar ga ik nog even aan zitten, goed R? En ik heb weinig verstand van tuinieren, maar mijn vrouwelijke intuïtie zegt dat het lijkt op een plantje. En Rini, retoricus, ik hou van imperfectie, maar streef naar verbetering, dus ik handel instinctief, om vervolgens te overzien. |
R. | 29 mei 2006Dat het lijkt op een plantje ? haha. |
Susanne | 29 mei 2006Jezus, wat een beeldspraak, ik raak er bijna in verdwaald. Dat het plantje is gaan groeien, komt dat ook door de juiste voeding, ja. Maar wie van beide in de aarde zit? |
susanne | 29 mei 2006B.T.W. als je geen filosoof bent, wat ben je dan wel? |
R. | 29 mei 2006Hint: Een goudgeverfde pot met een plastiekie erover + een cd'tje vol 'zinderende' zomerhits. Jullie gaven een feestje in jullie atelier. |
susanne | 29 mei 2006Oh, jeetje. Ik moet eerlijk zeggen dat je me soms wat nerveus maakt. Wat ben ik toch eek een fantast hè, dat ik overal geheime verhalen in lees? Ongelooflijk. Over jouw plantje valt weinig te zeggen. Nog steeds niets van gezien. Helaas. |