j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
In het persbericht wordt aandacht gevraagd voor prof. dr. Ruth Towse, die 30 mei a.s. de leerstoel Economics of Creative Industries zal aanvaarden in de Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen van de EUR. In haar oratie belicht zij de wetgeving op auteursrecht.
Met wetgeving op auteursrechten en naburige rechten probeert de overheid kunstenaars te stimuleren in hun werk. Maar het effect van deze wetgeving is beperkt. In ons land profiteren vooral grote film- en platenmaatschappijen, uitgeverijen en omroeporganisaties van de wetgeving.
In veel landen wordt speciaal beleid ontwikkeld voor de creatieve economie en industrie, maar daarin blijft nog veel onduidelijk. De meest voorkomende beleidsmaatregel is de versterking van copyright wetgeving, in de overtuiging dat dit werkt als een prikkel voor creatieve mensen om nieuwe kunstwerken, muziekstukken, literatuur en dergelijke te maken. De toenemende digitalisering van culturele producten en hun distributie via internet beïnvloedt echter de manier waarop beoefenaars van creatieve beroepen en de creatieve industrie hun goederen en diensten produceren en in de markt zetten. In economische transacties worden eigendomsrechten en licenties om creatief werk te gebruiken, steeds belangrijker. Zij vragen om een andere manier van zaken doen. Ruth Towse besteedt in haar inaugurele rede aandacht aan de relatie tussen copyright en creativiteit. Daarbij staan economische motivatie, inkomsten en werkgelegenheid van de kunstenaars en artiesten centraal.
Culturele economie gebruikt economische theorieën om de culturele sector te onderzoeken: de kunsten, het cultureel erfgoed, en in toenemende mate de creatieve industrie. Wat stimuleert creativiteit en hoe is de culturele productie georganiseerd? Het onderzoek van Towse zal voortborduren op deze onderwerpen.
Waarmee maar weer eens duidelijk wordt dat kunstenaars en creatieven vooral ondernemers moeten zijn. Een aspect dat in de creatieve opleidingen steeds meer nadruk zal moeten krijgen.