j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
DAG 4 EN VERDER – Turijn/Montechiaro d’Asti
Please buy my books
Mijn verwachtingen waren groot voor vandaag. We zouden naar de Bookfair van Turijn gaan, de plek waar uitgevers, redacteurs en literair agenten uit heel Italië rondlopen. Ik had veertig kopieën van mijn verhaal, La famiglia Van der Kwast*, meegenomen en zou ze aan iedereen geven met de begeleidende boodschap: “If you don’t publish me, I come to kill your mother, your father, your brother, your sister, your children and your dog.” Uiteraard in hees maffioos Engels uitgesproken. Maar… maar… het ging al mis bij de ingang van de Fiera Internazionale del Libro Torino. Ik kwam niet binnen. Who the fuck is Ernest van der Kwast? zag ik het meisje achter de balie denken. Ik wilde even zeggen: “If you don’t let me in, I come to kill your mother, your father, your brother, your sister, your children and your dog,” maar het leek me verstandiger om te zwijgen. Ronald, die wel binnenkwam, legde uit dat ik ook een Nederlandse schrijver was. Het meisje vertrouwde het niet. Ze haalde er iemand bij, een ander meisje. Ik zei tegen Ronald: “Het lijken me geile wijven om een kwartet mee te hebben.” De twee meisjes vroegen wat ik zei. Ronald zei: “He is a big fan of Paulo Coelho.” De twee meisjes, blijkbaar ook fan van Coelho, gaven mij toen een toegangskaart.
Op de Bookfair, terwijl Ronald werd geïnterviewd door de Italiaanse radio en twee kranten, liep ik de ene uitgeverij na de andere af. Steeds vroeg ik hees & maffioos: “Who’s the boss?” Dan werd ik voorgesteld aan een Italiaan in zwart pak. De editore. Vervolgens deed ik mijn praatje en vertelde ik dat ik een Nederlandse schrijver was, en dat het Nederlandse publiek te dom was voor mijn boeken omdat niemand die kocht, en dat ik hoopte dat het Italiaanse lezerspubliek intelligenter was en dat mijn boeken binnenkort met duizenden exemplaren per dag over de toonbank zouden gaan in Italië. “You look intelligent,” zei ik steeds tot slot, “So please buy my books.” Daarna overhandigde ik een gesigneerd exemplaar van La famiglia Van der Kwast. Enkele uitgevers beloofden mijn verhaal te gaan lezen, anderen beloofden niets. Maar ze schrokken allemaal toen ik hun moeder, hun vader, hun broer, hun zus, hun kinderen en hun hond met de dood bedreigde. Eén uitgever zei: “I don’t have a dog, I have a cat.” No problem. Ik sprak hees een fatwa uit over de kat van de uitgever.
Toen ging het mis. Ik ontdekte de plaats waar gratis drank werd geserveerd. Binnen een mum van tijd was ik dronken. Ik kan me nog herinneren dat ik een bod op Fazi Editore heb gedaan. “I buy your publishing house,” zei ik tegen de eigenaar. “I buy your publishing house for two bottles of beer.” Maar de andere verhalen kan ik niet bevestigen en wil ik daarom tegenspreken. Ik heb niet de damestoiletten bestormd, ik heb niet mijn broek omlaag getrokken in de stand van het befaamde uitgeefhuis Mandadori en hun boeken ondergezeken, noch heb ik door de voordracht van Paulo Coelho geroepen: “I come to kill your mother, your father, your brother, your sister, your children and your dog.”
Uiteindelijk moet ik in slaapgevallen zijn, want ik werd door Ronald wakker geschud in de stand van zijn uitgeverij. “Wij gaan,” zei hij en gaf me stevige hand. Ik herinnerde me dat Ronald en zijn familie in Turijn bleven slapen omdat ze de volgende dag om zes uur ’s ochtends naar Amsterdam vlogen. Ik zou terug gaan naar mijn bed & breakfast in Montechiaro d’Asti en de volgende met de trein naar Bolzano rijden.
Maar er reden de volgende dag geen treinen. Er was een treinstaking. Gelukkig was Elena er. Ze ontfermde zich over de schrijver die nooit beroemd zou worden, en al helemaal niet in Italië. Ze zette espresso voor de schrijver wiens boeken binnenkort verpulpt zouden worden. Ze zette Italiaanse muziek voor hem op en kookte de allerbeste penne alla Napoletana.
En ik legde mijn handen op het toetsenbord van mijn laptop, en schreef verder, schreef zonder te versagen, schreef door te blijven zitten, door niet te vluchten, door niet bang te zijn, door klaarwakker te zijn en te dromen, altijd te blijven dromen.
De volgende ochtend stond ik in alle vroegte op het station van Montechiaro d’Asti. Het mistte, het was koud. Er kwam geen trein. Niet na een kwartier, niet na een uur. Ik liep met mijn koffer terug naar All’ antica casa en Elena keek er niet eens van op om mij te zien. Ze zette espresso voor mij.
Ik bleef nog wat.
* De Nederlandse (originele) versie van La famiglia Van der Kwast is HIER te lezen.
Rini | 12 mei 2006Ernest, de link naar La Famiglia werkt onfortuinlijkerwijs niet ! Overigens worden je berichten uit Italie bij ons op de redactie hogelijk gewaardeerd. Het is niet dat we er continu over praten, maar je naam valt toch wel iedere dag. |
Charlie | 12 mei 2006Ach Ernest, wat een prachtig stuk wederom. |
M | 12 mei 2006Mijn dag begint weer met jouw verhaal en anders wel met je boek Ernest. |
Sophie | 15 mei 2006De link doet t weer hoor, kunnen we ipv over Ernest praten wat van hem lezen. |