j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
DAG 3 – Montechiaro d’Asti/Asti
GHEPGHART!
Vandaag was een rustdag. Geen treinen, geen gezeul met koffers, geen laptops op schoot en deadlines halen. Maar espresso, espresso, espresso, want Elena is er achter gekomen dat ik van espresso houd. En ze zorgt graag goed voor me. Terwijl ik schreef aan Wacht nog met springen, ik kon het toch niet laten, bracht ze mij om het uur un caffè, of informeerde ze of ik nog un caffè wilde.
Het schrijven aan mijn nieuwe roman vordert gestaag, hoewel er genoeg dagen zijn dat ik met mijn hoofd op het toetsenbord ram of de tranen mij in de ogen staan. Eergisteren, in Bergamo, vroeg ik Ronald hoe hij omgaat met slechte schrijfdagen. Of hij ook wel eens headbangt met zijn toetsenbord. Hij vertelde dat voor elke goede schrijfdag een slechte staat, en dat je dat daar niet zo veel aan kunt doen. Later fluisterde zijn vrouw mij in mijn oren dat hij soms wel met de deuren smijt. Misschien moest ik dat ook eens proberen. Toetsenborden zijn gevoelige dure voorwerpen, deuren zijn vast duurzamer.
Toen de kerkklokken van Montechiaro d’Asti het middaguur aangaven, begaf ik me naar de bed & breakfast van Ronald. Hij had me uitgenodigd voor een lunch in ristorante Tre Colli, het enige restaurant van het dorp. Het restaurant staat bekend om de witte truffels die er worden geserveerd, maar helaas is de truffeltijd pas in november. Wij lulden over de literatuur, mijn moeder die ontdekt heeft dat Ronald over haar heeft geschreven, mijn moeder die met een deegroller achter Ronald aan rent, en aten antipasti, een primo, een secondo, en natuurlijk dolce. Daarna was het tijd voor espresso. Voor wat anders?
Bij het verlaten van het restaurant zagen we een foto van een prachtige vrouw aan de muur. Manuela Arcuri. Enkele jaren terug was ze te gast in Tre Colli, om de hemelse smaak van de truffels van dat jaar wereldkundig te maken. We vroegen de eigenaresse van Tre Colli wat voor vrouw die Manuela nu eigenlijk is – zo veel verhalen de ronde doen over haar borsten, zo weinig is er bekend over haar inborst. De eigenaresse zei dat La Arcuri onsympathiek is en dat ze alleen haar bed uitkomt voor een paar duizend euro, zelfs al moet ze truffels proeven. Ik had het kunnen weten, de koe was ook al niet komen opdagen in Bergamo tijdens de presentatie van Troost in Libreria Fabula. Dat ze een hernia kan krijgen met haar dikke jetten!
Tegen het vallen van de avond werden Ronald en ik opgehaald door Davide, een van de lieden van uitgeverij Scritturapura. Hij bracht ons naar Asti, waar een boekpresentatie stond gepland. Davide reed als een idioot over de kleine dorpsweggetjes, wat zeg ik, als een dronken, haastige, blinde idioot. Ronald en ik vreesden ons leven en spraken over het scenario van een fataal ongeluk. Zou ik de krant halen? Of zouden de kranten alleen spreken over de dood van Ronald? Of zou een krantenkop luiden: BELANGRIJKE EN VRIJWEL ONBEKENDE SCHRIJVER KOMEN OM HET LEVEN IN ITALIE? En welke pagina zouden we halen? De voorpagina? Of zou ik alleen in de betaalde rouwadvertenties worden opgenomen? Ondanks de vele hints, minderde Davide zijn snelheid niet. Hij gaf misschien zelfs nog meer gas.
De boekpresentatie vond plaats in Diavolo Rosso, een voormalige kerk waar al tijden niet meer wordt gebeden. Diavolo Rosso, oftewel Rode Duivel, was de bijnaam van de legendarische Italiaanse wielrenner Giovanni Gerbi. In de kerk hangt nu zijn racefiets. En van donderdag tot en met zondag wordt de ruimte voor feesten, concerten, orgieën, filmvertoningen, diapresentaties, besnijdenissen, en ook boekpresentaties gebruikt.
Voor de presentatie doken Ronald en ik nog vlug een klein restaurantje in en aten een bord gnocchi met pesto. We lulden weer eens wat over de literatuur, en over mijn moeder die op een Indiase koe achter Ronald aan snelt, uiteraard met deegroller in haar hand. Bij de espresso kregen we gezelschap van de man die Ronald zou interviewen voorafgaand aan de boekpresentatie. Maar in plaats van een goed voorgesprek bestelde hij een bord pasta en werkte dat in een recordtijd naar binnen. Ik knipperde twee keer met mijn ogen en zijn piatto was leeg, zo niet brandschoon. Toen hij zijn espresso ophad, wilde de man de uitspraak van de achternaam van Ronald oefenen. Maar hij kwam niet dichter in de buurt dan “Ghepghart”, een klank die hij volgens mij vormde door tegelijk te niezen en zijn tong door te slikken. GHEPGHART!
Er was een hoop publiek op de boekpresentatie afgekomen. Als avanspettacolo las ik daarom met trillende handjes voor; de controle over mijn urinewegen was evenwel feilloos. Ronald was een stuk zekerder, maar hij mocht in het Engels spreken. Hoewel dat ook niet makkelijk was. De interviewer stelde zijn vragen in het Italiaans, die in het Engels door een vertaler in het oor van Ronald werden gefluisterd, vervolgens antwoordde Ronald in het Engels, en daarna werden zijn antwoorden weer door de vertaler in het Italiaans vertaald. Welkom in Italië.
We bleven lang hangen in Diavolo Rosso. Misschien omwille van de drank, misschien omwille van de vrouwen. Maar het zou ook kunnen dat Ronald en ik de terugrit met Davide zolang mogelijk wilden uitstellen. Veel kan ik me niet meer herinneren van de nachtelijke racerit. Misschien alleen het moment dat ik uit angst mijn tong probeerde in te slikken en tegelijk wilde niezen.
Bij thuiskomst in All’ antica casa stond de fles grappa al op de keukentafel. Dronken stapte ik ten slotte in mijn bed.
Eshter | 10 mei 2006Ben erg benieuwd naar je boek. |
M | 10 mei 2006Gaat de tour ook nog langs Sicillië? |
L | 11 mei 2006fijne stukjes als afwisseling van uren computer werk!!! |
GD | 11 mei 2006Leuk om te lezen! |