j | f | m | a | m | j | j | a | s | o | n | d |
1 | 6 | 10 | 14 | 19 | 23 | 27 | 32 | 36 | 40 | 45 | 49 |
2 | 7 | 11 | 15 | 20 | 24 | 28 | 33 | 37 | 41 | 46 | 50 |
3 | 8 | 12 | 16 | 21 | 25 | 29 | 34 | 38 | 42 | 47 | 51 |
4 | 9 | 13 | 17 | 22 | 26 | 30 | 35 | 39 | 43 | 48 | 52 |
5 | 18 | 31 | 44 |
De titel doet al zwaar aan en geeft inderdaad een onderbuikgevoel, maar wat voor één?
Herman Gilis vertolkt de zwaarmoedige, verbitterde vijftiger (gokje), die na een hoop meegemaakt te hebben in het leven denkt de onechtheid te herkennen in ieder mens. Geen enkeling blijft dan ook gespaard als hij zijn mond eenmaal opentrekt.
Het toneel deed aan als een perron, waar een enorme billboard met een Nokia reclame onderdeel is van het sobere ondergrondse metrodecor.
Een stevige man zit op een bankje en is de conducteur voor de reis die wij gaan maken. Na het omroepen wordt ons, het publiek, verteld dat de reis 20 haltes zal duren.
De monoloog, afgewisseld door een enkele dialoog, deed me denken aan de geweldige filmhuisproducties, waar ik erg graag naar kijk op het beeldscherm. Het is misschien appels met peren vergelijken, maar ik kon me niet loswrikken van deze associatie.
Er verscheen een verbitterde vijftiger op het toneel. Hij was op de scheldtoer en wij als meereizend publiek, waren zijn mikpunten. De ene na de andere scheldkanonnade volgde en toch zat er heel veel poëzie en eenzaamheid in zijn woorden. Ik was onder de indruk van zijn woordgebruik. Desondanks vond ik wel dat hij ons heel vaak vroeg onzichtbaar te worden. Geen schijn van kans om daar op te reageren als het een monoloog betreft. De man droeg een een boom onder zijn armen. Deze ontwortelde boom stond (denk ik) symbool voor zijn doodsheid, zijn verbitterdheid en zijn misvormd en vertekend beeld van het leven. Het was zijn waarheid, die onze oren hoorden en af en toe mijn mond van verbazing deed openvallen. Zijn mondharmonica liet hij schel en lelijk klinken door de microfoon. Er kwam geen echte muziek uit, maar meer een soort stekende pijnscheuten die af en aan langskwamen en over leken te gaan in mooie zachte zinspelingen. Dit was echter schijn. Mijns inziens moet een monoloog niet eens meer acteren zijn. Het moet zo echt en doordringend zijn dat het kippenvel op je armen veroorzaakt, terwijl de thermometer 30º Celsius aanduidt. Dat heeft dit stuk niet bij me opgeroepen. Dit wil niet zeggen dat ik niet onder de indruk was van het spel en de uitvoering, want het geeft absoluut stof tot nadenken. Het is een uitstekend stuk voor op het toneel, beter dan het aan te bieden als een boekwerk.
Het eind kwam precies op het goede moment. De verbitterde man werd geraakt door een regel uit zijn gedichtenbundel die hij samen met al het opgekropte leed met zich meedroeg. En juist op dat moment, dat hij zich door de liefde liet vangen kwam de dag des oordeels. Zoals voor velen gold ook voor hem dat aan al het mooie een eind komt en een eind kan heel abrupt zijn. Mooi spel tussen de 2 mensen die het toneel wisten te vullen met hun aanwezigheid.
Meer info: http://www.antennerotterdam.nl/read/item/id/35034/onderbuikblues
marga | 26 april 2006Die link verwijst naar zichzelf. Is dat de bedoeling? |
Guldane | 27 april 2006Nee, dankjewel Marga. Ik heb een check gedaan, maar blijkbaar moet ik een dubbelcheck doen. Ik pas het aan. |