Hummer is een rauwe voorstelling; ergens tussen gek en gangster in. De Ontbranding laat een boze huiveringwekkende wereld zien. Gelukkig woon ik in Rotterdam zuid, daar is het relaxt.
Een Hummer is een überjeep die, in bepaalde kringen, respect afdwingt. Een Hummer heeft altijd voorrang, zo niet dan toch. Pathetic is het juiste woord om Hummers en hun baasjes aan te duiden. Toch zal ik dat nooit hardop doen, ik ben een beetje bang voor de consequenties. Niet dollen met Hummer. Hoe Hummer hoe dummer en dan hard wegrennen.
Hummer - the show - gaat over Samuel, een jongen die gerespecteerd wil worden. Door middel van het toepassen van enig functioneel geweld verwerft hij goederen. Respect krijgt hij door toepassen van expressief geweld. Ook functioneel maar niet enig. Functioneel tot op zekere hoogte want naarmate Samuel gewelddadiger wordt, vervreemdt hij zijn vrienden van zich, toch ook geen lieverdjes. Zo eindigt de wannabe gangster eenzaam en alleen, slechts omringt door spoken.
Hummer is prachtig vormgegeven. De granieten kubussen, de coniferen, het Kathe Kollwitz achtige beeld vormen een esthetisch contrast met enerzijds de willekeur van het geweld en anderzijds onderstreept het de hardheid ervan. De capoeira danser die danst als de inner voice van Samuel spreekt, biedt ook esthetisch tegenwicht. De vijf jonge acteurs (respect!) zijn gegrimeerd als urban Maori-krijgers, maar het benadrukt niet hun vechtlust en boosheid, integendeel het geeft ze iets aaibaars. Maar aaien kun je ze beter niet want ze bijten. Onder de voorstelling loopt een soundscape van buitengeluiden, soms dient het als neutrale achtergrond, soms als cue voor de spelers.
Hummer is opgebouwd uit losse scènes die bij elkaar worden gehouden door het voortschrijdende geweld en het uit elkaar vallen van de vriendengroep. De tekst, de soundscape en het spel smelten samen in hyperrealisme, er wordt niet gerelativeerd en is geen ontwikkeling, alleen aftakeling (oké, dat is ook ontwikkeling). Van kwaad tot erger. De matties van Samuel die afhaken komen niet tot inzicht of inkeer, nee ze verdwijnen eenvoudig. Al (spreek uit: el), de sergeant van Samuel, die zich intussen Don laat noemen, brengt humor in het spel, maar het is vileine humor. Je lacht wel maar het is geen bevrijdende lach.
Hummer is een pessimistische voorstelling. Ik miste in Hummer de verbinding met de binnenwereld: het is geen psychologische drama, geen verklarende trauma’s en de kijker (ik) kan zich niet identificeren met een van de spelers. Ik miste ook de verbinding met de buitenwereld: het is geen sociologische analyse daarvoor mist de reflectie en poging tot doorgronden. Regisseur Hans Lein geeft de kijker geen uitweg, zelfs niet in het absurdisme, ik vond het daarom ook een zorgwekkende voorstelling, voer voor populisten als Verdonk en de stijllozen van geenstijl.nl. Hummer is theatrale observatie van een antisociale persoonlijkheid. En je weet hoe het zit met dat soort persoonlijkheidsstoornissen: geen redden aan.
Gezien: 7 april LantarenVenster Rotterdam
Speellijst: Stichting De Ontbranding
cartoon: Sigfried Woldhek
Hummer fanclub Nederland